Van Oorschot pop-upstore

Tien schrijvers uit het Van Oorschot-fonds verzorgen op vijf aaneengesloten zaterdagen optredens in de ‘Van Oorschot pop-upstore’. Deze opent op initiatief van boekhandel Verkaaik in Gouda op zaterdag 22 februari haar deuren aan de Lange Tiendeweg 23 en zal tot eind maart geopend zijn. Alle optredens beginnen om 14 uur.
Het complete Van Ooschot-fonds, dat momenteel uit ruim 350 titels bestaat, zal van 22 februari tot en met 29 maart te zien en te koop zijn. Het is voor zover bekend de eerste keer dat het complete fonds van de uitgeverij in één winkel te verkrijgen is. Daarnaast biedt de ‘Van Oorschot pop-upstore’ een uniek aanbod van ramsjvoorraad.
De ‘Van Oorschot pop-upstore’ is geopend van woensdag tot en met vrijdag van 13:00 tot 17:00 uur en op zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur.
Het programma kunt u vinden op de website van boekhandel Verkaaik. Deelnemende auteurs zijn onder anderen Detlev van Heest, Frits Abrahams, Stephan Enter, Willem Jan Otten, Nico Dros en Otto de Kat.
Toegang is gratis! Het pand is maar 50m2 groot: de afmeting van een behoorlijke huiskamer. Dit zorgt voor een intieme sfeer, maar beperkt ook het aantal toehoorders. U kunt zich dus het beste per mail of telefoontoestel aanmelden.

Pam exit

Door Wouter van Oorschot

Dat Max Pam poseert als denker, is al ergelijk genoeg, omdat hij het niet is. Uit de tijd dat hij NRC Handelsblad onveilig maakte totdat hij er eindelijk terecht de bons kreeg, hoeft men immers als voorbeeld uit honderden maar het bedenkelijke ‘Briljante homopulp’ (15 januari 2005) te vissen, waarin hij meldde dat de reality soap Herken de homo (hetero-meideken moet uit vijftien mannen als laatste de hetero pikken om 1 miljoen te winnen), op de ultieme homo-emancipatie neerkwam, om te beseffen hoe treurig het met Pams eruditie gesteld is.

Des te vervelender dat Pam intussen alweer geruime tijd zijn columinstengebrei mag afscheiden in de Volkskrant. Ik sla zijn stukkies in die terecht veelgelezen krant dan ook altijd over, behálve wanneert iemand me erop wijst dat Pam zijn fikken uitsteekt naar iemand die mij lief is. Dit gebeurde twee dagen na zijn halfhartig tegen P.C. Hooftprijslaureaat Willem Jan Otten gerichte, malicieuze braakseltje ‘Voor een prijs moet je ergens mee worstelen’ (18 december, p.34).

Na te hebben vastgesteld dat ‘in Nederland de culturele elite grotendeels door de overheid gesubsidieerd wordt’, haakt Pam in op Ottens ironische antwoord ‘Ik heb meer prijzen dan lezers’, dat deze na het bekendworden van ‘zijn’ P.C. Hooftprijs gaf aan de Volkskrantverslaggever die hem blijkbaar had voorgehouden dat hij geen bestsellerschrijver is. Wat schrijft Pam? ‘Een schrijver als Otten zou in Amerika weinig kans hebben het vredige leventje te leiden dat hij in Nederland leidt. Wie daar boeken publiceert die niet verkopen, kan gaan werken bij Pizza Hut. Dat kun je barbarij vinden maar misschien werken al die overheidssubisides helemaal niet kwalitatief verhogend. […] Kortom Willem Jan Otten heeft alles waardoor hij bij Nederlandse literaie jury’s zo geliefd is: hij schrijft keurig, hij worstelt met vraagstukken des levens en hij verkoopt niet.’

Dat Pam als denker niet deugt, wisten we al, maar dat hij ook als mens niet deugt, kan thans eveneens worden vastgesteld. Immers, waar Pam hier lafhartig want niet recht-door-zee suggereert dat Otten sinds jaar en dag een door de overheid gesubsidieerde schrijver is (onjuist maar het was Pam teveel moeite dit uit te zoeken want stel je voor dat hij zijn eigen luidenkerij tegen het lijf zou lopen) is wel degelijk bekend dat hijzélf van 1 februari tot 30 juni 2007 in het zwaar door de overheid gesubsidieerde NIAS instituut te Wassenaar heeft doorgebracht, heel deftig als writer in residence nog wel, om aldaar een boekje bijeen te krabbelen over de moord op Theo van Gogh dat hij blijkbaar thuis niet schrijven kon. We zijn intussen zes jaar verder en dat boekje is er nog steeds niet. Wanprestatie? Of heeft Pam ter bekostiging van zijn verblijf in het NIAS wellicht pizza’s gebakken voor de andere zwaar gesubisideerden, bij wie hij zegt ‘wel eens naar binnen te turen’ ?

Laat meneer Pam vooral doorbrabbelen in zijn pose van zelf uitgeroepen ‘grootste cultuurdrager sinds Erasmus’ (Reve). Laat hem echter met dit vat boter op zijn hoofd óók zijn mond houden jegens Willem Jan Otten, die met zijn pen blijkbaar toch zóveel verdient, dat hij vrijwillig subsidie versmaadt die Pam, zodra het hem goed uitkomt, zich maar al te graag laat aanleunen.

 

Voorjaarsaanbieding 2014

Hans Lodeizen | De wanhoop is tijdelijk voorbij
Anna Louw | Kroniek van Perdepoort
Willem Jan Otten | Een ridder van de Engelse drop
Lieke Marsman | De eerste letter
Nico Dros | Oorlogsparadijs (midprice)
Michiel Heijungs | Retour Bangkok
D. Hooijer | Berichten van een zakenman
Otto de Kat | Bericht uit Berlijn (midprice)
Nop Maas | Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. Deel 1, 2 en 3 nu in cassette
Aleksandr Poesjkin | Jevgeni Onegin (midprice)
Ivan Toergenjev | Vaders en zonen (midprice)
J.J. Voskuil | Ik ben ik niet
Chr. J. van Geel | Onverzamelde gedichten
Michail Boelgakov | Romans en verhalen (hardcover)
Patrick Dassen | Sprong in het duister. Duitsland en de Eerste Wereldoorlog
Max de Jong | Heet van de naald! en andere gedichten
William Shakespeare | Venus en Adonis
Leo Tolstoj | Anna Karenina (hardcover)
Edith Wharton | Romeinse koorts
N.V. Gogol | Dode zielen (nieuwe vertaling)
Marc Jansen | Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne
Manet van Montfrans | Steltlopen door de tijd
Ester Naomi Perquin en Menno Hartman (red.) | Poëziekalender 2015

P.C. Hooftprijs

De P.C. Hooftprijs 2014 wordt toegekend aan Willem Jan Otten. Otten ontvangt deze oeuvreprijs voor zijn beschouwend proza. Een fragment uit het juryrapport: ‘Willem Jan Otten kan gezien worden als een essayist pur sang. Hij is origineel en persoonlijk in de keuzen van zijn onderwerpen. Als lezer merk je hoe hij al schrijvend op zoek is naar een ook voor hem nog onbekende uitkomst van zijn denken.’
Otten beheerst meerdere literaire disciplines. Behalve essayist is hij ook romanschrijver, dichter en toneelschrijver. Eerder won hij onder meer de Constantijn Huygensprijs, de Busken Huetprijs, de Jan Campertprijs, de Herman Gorterprijs en de Libris Literatuurprijs (die laatste voor zijn roman Specht en zoon).
Ottens laatst verschenen titel is zijn roman in verzen De vlek, zijn laatst verschenen essaybundel is Onze lieve vrouwe van de schemering. Daarmee werd Otten genomineerd voor de AKO Literatuurprijs.

foto: Annaleen Louwes

Willem Jan Ottensymposium op 2 november

Op vrijdag 2 november 2012 organiseert het departement Religiewetenschap & Theologie van de Universiteit Utrecht het symposium ‘Redenen van het hart: levensbeschouwelijke aspecten van het werk van Willem Jan Otten’, met medewerking van Willem Jan Otten zelf.

Het departement schrijft over het werk van Otten:

Bij alle veranderingen die de veelzijdige en veelbekroonde schrijver Willem Jan Otten (1951) ondergaan heeft, is hij een reeks van thema’s trouw ge­ble­ven: macht en onmacht, ‘je eigen werk’ zijn en overgave, liefde en verraad. Bo­ven­dien leidden de resolute keuzes die hij maakte nooit tot fixatie, maar zetten ze hem eerder aan tot een voortgezet denken en vinden.

Meer informatie vindt u via deze link. 

 

[zonder titel]

Ik heb u beoefend als jongen van elf.

Ik speelde alleen, belandde na het eten

aan een ven niet ver van de moedertent.

 

Drie zwaluwen flitsten naar muggen,

weefden over het blakke water een web.

Hand vol platte steentjes. Schemering.

 

Niemand die mij zag. Keilen tellen keilen tel.

 

Toch werd ik weergaloos gezien, het was

als grifte elke worp zich in de eeuwigheid,

al was dat woord mij onbekend. Natuurlijk,

 

ik was vaderloos sinds kort. Ik leerde missen,

in vergeten was ik hoogbegaafd. Verlaten

weigerde ik te zijn. Keilen tellen keilen tel.

 

U stond daar al. Aan zwarte wateren

wacht u op de eerste gooi naar poëzie.



Uit: Willem Jan Otten, Gerichte gedichten

[zonder titel]

Toen ik hem van u vertelde

van uw aanhoudend aanhoren

luisterde mijn vader zwijgend

haalde hij zijn schouders op.

 

Niet uit onverschilligheid

laat staan uit ergernis –

verontschuldigend veeleer.

 

Zijn zwijgen sinds zijn coma –

rivier die ’s nachts een verdronken broer

stroomafwaarts draagt.

 

Hij werd zo stil dat toen hij stierf

hij eerder vermist was dan dood.

 

Heeft u hem alsnog verrast met uw bestaan –

Zijn mond open gebroken –

Hersens aangesloten aan zijn tong –

Hem aangehoord, zoals ik hem vertelde

dat u mij, zo ik eens zweeg –

 

Zwijgt hij sindsdien tot u vrijuit –

Uit: Willem Jan Otten, Gerichte gedichten

[zonder titel]

Zoveel als een explosievenzelfmoordenaar

in de metrocoupé

weet van het roodharige meisje met de koortslip

dat zijn oogopslag niet zoekt

 

Zoveel als de enige zoon

na het vallen van het mes

weet van de kermende vader

die hem leek te zullen kelen

 

Zoveel

en nog wel meer

heb ik van u geweten

 

Ik wist van u kortom heel veel

zij het altijd nog minder dan de kerkvader

toen die in zijn Belijdenissen schreef

 

dat als u tegenover hem kwam zitten

daar recht tegenover hem

hij u zou vragen wanneer u kwam.

Uit: Willem Jan Otten, Gerichte gedichten

[zonder titel]

Het hagelde vannacht – wisselkiesjes

’s morgens op het schelpenpad.

 

Boven op het laatste duin brak achter mij

zon door januarimist.

 

Ik daalde af, betrad de melkweg witte korreltjes

tot het zachte ribbelzand.

 

Meegekeken met het licht. Waarom ken ik u niet.

Keek en keek mij uit en keek

 

zoals ik keek toen ik hier met mijn vader keek

met mijn vader kijkende.

 

Waar bent u op uit met uw schepselen

aan de zoom van eeuwigheid

 

dat u hen plaatst voor kunnen denken

dit is voor het laatst het laatst

Uit: Willem Jan Otten, Gerichte gedichten

[zonder titel]

Zon komt op van links.

Tuin nog donker nat van nacht.

In Bussum Zuid rukt kyrie

de eerste ambulance uit.

In de verre hertenkamp

piauwt een pauw om pauw.

 

Ik ben ouder dan voorheen.

Kijk maar in mijn spiegel.

In uw reilen zit systeem:

weer was ik niet op u voorbereid,

 

zoals u zwijgend aan kwam schuiven

aan mijn werkblad aan het raam,

u in het blanco eerste uur,

u gietijzer glanzend in het strijklicht,

u spreidend achterover op uw crucifix,

u met uw martelend geduld van leeg papier.

Uit: Willem Jan Otten, Gerichte gedichten

Over de reeks

 

Het Nederlandse poëziefonds van Uitgeverij Van Oorschot is befaamd geworden door talloze Verzameld werk-edities, de ‘vignettenreeks’ (1950–1975) en de presentatie van nieuwe dichters die in de loop der tijd doorbraken naar een groot publiek. Een aantal van hen is over leden maar dat hun werk nog springlevend is moge blijken uit de presentatie van een reeks nieuwe en kernachtige bloemlezingen, samengesteld en ingeleid door aansprekende hedendaagse dichters. Een complete verzameling van de websites die aan deze bundels zijn gewijd vindt u hier.

Deze uitgaven kwamen tot stand mede dankzij een bijdrage van de Turing Foundation.

 

Jan Hanlo Tjielp tjielp
(door Guus Middag)
J.A. der Mouw Je bent de wolken en je bent de hei
(door Marjoleine de Vos)
M. Vasalis Op een vlot van helderheid
(door Hagar Peeters) (uitverkocht)
Chr. J. van Geel Het mooiste leeft in doodsgevaar
(door Willem Jan Otten)
Adriaan Morriën Zoals een ster verstand heeft van
het licht
(door Ester Naomi Perquin)
turing_afm_200_copy J.C.van Schagen Ik ga maar en blijf (door Ingmar Heytze) 2008-11-12_1512341

Costerprijs Gerrit Noordzij

De Laurens Janszoon Costerprijs 2011 is toegekend aan de vormgever, typograaf en schrifttheoreticus Gerrit Noordzij. Op woensdag 23 november verscheen een interview met Noordzij door Kester Freriks in NRC Handelsblad. Gerrit Noordzij (Rotterdam, 1931) begon zijn loopbaan als grafisch ontwerper en boekbindersleerling. In zijn vrije tijd ontwierp hij letters. Hij verzorgde voor tientallen uitgeverijen de vormgeving van de boeken, sinds 1978 voornamelijk voor uitgeverij Van Oorschot.

Naar aanleiding van de toekenning van de Laurens Janszoon Costerprijs 2011 aan Gerrit Noordzij verscheen een boekje met o.a. het juryrapport, het dankwoord van Gerrit Noordzij, de feestrede van Wim Crouwel en bijdragen van onder meer Huug Schipper, Peter Verheul, Willem Jan Otten en Wouter van Oorschot. Het boekje is voor 10 euro hier te bestellen.

Noordzij schreef computerprogramma’s en boeken, waaronder The stroke of the pen, Das Kind und die Schrift, De streek, Theorie van het schrift en De handen van de zeven zusters. Ook schreef en redigeerde hij het Engelstalige tijdschrift Letterletter van de Association Typographique Internationale. Van 1960 tot 1990 was hij docent letterontwerpen aan de Koninklijke Academie te ‘s-Gravenhage. De prijs zal op 25 november 2011 aan Gerrit Noordzij worden uitgereikt in de Gravenzaal van het stadhuis te Haarlem.

Van het prachtige De handen van de zeven zusters zijn nog slechts 3 exemplaren voorradig bij de uitgeverij. Verder is het boek uitverkocht. U kunt dit boek hier bestellen.