Pierre Michon (1945) studeerde letteren aan de universiteit van Clermont-Ferrand, debuteerde in 1984 met Vies minuscules, een bundel met acht autobiografische verhalen, waarvoor hij meteen de Prix France Culture ontving. De bundel verscheen in 2001 in het Nederlands onder de titel Roemloze levens en werd ook hier jubelend ontvangen. Andere titels van Michon zijn Vie de Joseph Roulin (1988), La Grande Beune (1996) (bekroond met de Prix Louis Guilloux) en Abbés (2002). In Frankrijk wordt Michon beschouwd als een van de grootste stilisten onder de hedendaagse prozaschrijvers. In 1996 ontving hij de Prix de la Ville de Paris voor zijn gehele oeuvre.
Zie ook de site van Pierre Michon.
David Koker
David Koker (1921-1944) is de auteur van het Dagboek geschreven in Vught. Hij groeide op in een vroom joods gezin in Amsterdam en bezocht daar het Vossiusgymnasium waar hij bevriend raakte met Karel van het Reve die over hem schreef: ‘Op school was hij eerzuchtig – niet wat het leren betreft, maar in het openbare schoolleven. (…) Hij wierp zich in discussies over muziek en literatuur, schreef in het schoolblad ‘Vulpes’, bemoeide zich met het schooltoneel. (…) Hij sloot zich aan bij de zionisten, leerde Hebreeuws, vertaalde psalmen, en gaf, samen met J. Melkman, aan het begin van de oorlog een bundel uit het Hebreeuws vertaalde poëzie uit.’ Koker studeerde enige tijd sociografie en daarna geschiedenis.
Op 11 februari 1943 werd hij opgepakt en via de Joodse Schouwburg naar kamp Vught gebracht. Daar schreef hij zijn dagboek. In 1944 werd hij getransporteerd naar Auschwitz. Tijdens een ziekentransport in februari 1945 kwam hij om het leven.