Sotto Voce

Zoveel soorten van verdriet, ik noem ze niet.

Maar één, het afstand doen en scheiden.

En niet het snijden doet zo’n pijn,

maar het afgesneden zijn.

 

Nog is het mooi, ’t geraamte van een blad,

vlinderlicht rustend op de aarde,

alleen nog maar zijn wezen waard.

Maar tussen de aderen van het lijden

niets meer om u mee te verblijden:

mazen van uw afwezigheid,

bijeengehouden door wat pijn

en groter wordend met de tijd.

 

Arm en beschaamd zo arm te zijn.

Uit: M. Vasalis, Vergezichten en gezichten

De morgens breken zachter aan

De morgens breken zachter aan –
De noten kleuren bruin –
De bes kreeg voller wang – de Roos
Is uit de stad gegaan.

De esdoorn draagt fleuriger sjaal –
Het veld een vuurrood kleed –
Ik zou wel ouderwets zijn als
Ik niet iets moois op deed.

Geen mens kent deze kleine roos

Geen mens kent deze kleine Roos –
Een pelgrim leek het wel
Maar ‘k heb haar langs de weg geplukt
En naar u opgetild.
Een Bij slechts zal haar missen –
Een Vlinder ook wellicht,
Die haastig terug van verre reis –
Zich op haar borst neerlegt –
Een Vogel slechts verbaast zich –
Enkel een Briesje zucht –
Ach Kleine Roos – wat valt voor jou
Gelijken ’t sterven licht!

Uit: Emily Dickinson, Verzamelde gedichten

Uitgebreid interview Pierre Michon in NRC

Waarde boekhandelaar,

Aanstaande vrijdag 25 mei verschijnt dan eindelijk een groot interview in NRC Handelsblad met de Franse auteur Pierre Michon. Margot Dijkgraaf sprak Michon toen hij in april in Nederland was voor de promotie van zijn nieuwe boek De Elf.

De Elf, de nieuwste korte roman van Pierre Michon, vertaald door Rokus Hofstede, werd eerder in Trouw een “briljant minipanorama van Frankrijk rond de Revolutie” genoemd. In De Standaard ‘een weerbarstig en wondermooi boek’. En in De Volkskrant (vijf sterren) “een intense literaire sensatie”.
Maarten van Buuren voegt daar in Vrij Nederland een uiterst lovende recensie aan toe. Hij noemt De Elf de nieuwste “parel aan een schitterend snoer van kleine uiterst compacte meesterwerkjes”.
De Elf werd bekroond met de Grote Romanprijs van de Académie Française

.
Ook u weet dat Michon voor fijnproevers is, gelukkig hebben we die nog wel in Nederland.

Bestel nu de boeken van Pierre Michon:

De Elf
9789028250888
paperback € 15,00

Roemloze levens
9789028250567
paperback € 12,50

De hengelaars van Castelnau
9789028250505
paperback € 12,00
idem gebonden € 18,00
(9789028250499)

Meesters en knechten; Het leven van Joseph Roulin
9789028250284
paperback € 16,00
idem gebonden € 22,50
(9789028250277)

Rimbaud, de zoon
9789028250543
paperback € 12,00
idem gebonden € 18,00
(9789028250536)

Vuur van Brigid en andere wintermythen
9789028250802
paperback € 16,00

Dagboek Frida Vogels

Het negende dagboekdeel van Frida Vogels verschijnt wegens productie-omstandigheden op 1 juni, twee weken later dan aangekondigd.

Vogels’ dagboek is een minutieuze analyse van gesprekken, gevoelens en misverstanden. Haar leven lang lukt het de schrijfster niet om bij haar man begrip te wekken voor wie zij is. Feitelijk gaat het in haar boeken om de onmogelijkheid om iets van je binnenwereld over te dragen aan een ander. Maar ondertussen bereikt ze nu al acht delen lang wel een grote schare lezers, die zich herkennen in haar gevoelens en gedragingen

“Haar dagboek getuigt van een ongelooflijk sterke drang om zichzelf en de mensen om haar heen te doorgronden. Dat doet ze nauwgezet en zo analytisch mogelijk, waardoor haar bespiegelingen het persoonlijke overstijgen.” – De Volkskrant

Ontvangst van “Een kamer in Rome”

Een kamer in Rome is de boek-variant van het Droste-effect, en alleen daarom al intrigerend: je wilt blijven lezen om alle verhalen te volgen. Dat komt natuurlijk ook doordat auteur Sipko Melissen een schrijfstijl heeft om van te genieten, vol vaart, zeer beeldend, meeslepend.” – Nederlands Dagblad

“Hét zomerboek van 2012 […], een heerlijke roman.” – Het Parool (*****)

“De auteur treft heel mooi de ziel van de dromer (lezer en schrijver) die altijd een buitenstaander is, en misschien alleen in zijn boeken echt bestaat.” – Trouw

“Fantastische roman” – BOEK

“Een prachtig boek” – Tzum

De tweede druk van Een kamer in Rome van Sipko Melissen ligt inmiddels in de winkel.

Vroege Apollo

Zoals door twijgen heen, nog zonder lover,

soms al een ochtend tuurt, die heel de tover

van ’t voorjaar heeft, is er in zijn gezicht

niets dat beletten kon dat elk gedicht

 

ons haast fataal zou raken met zijn glans;

want zonder schaduw schouwen nog zijn ogen,

zijn slaap, te koel, draagt nog geen lauwerkrans

en later pas groeit uit zijn wenkbrauwbogen

 

de rozenhof, hoogstelig opwaarts strevend,

waarvan de losse blaadjes op het beven

der lippen één voor één weg zullen zweven:

 

mond die nog stil is, nooit gebruikt en blinkend,

en met alleen zijn glimlach van iets drinkend,

alsof zijn zingen hem werd ingegeven.

Uit: Rainer Maria Rilke, Nieuwe gedichten

5

Ik lees een boek van achter naar voren en weet dat ik

zo meteen op de bladzijde kom waar iemand een kruisje

heeft gezet voor de allermooiste zin. Wat de allermooiste zin is

weet ik nog niet, maar het is de zin waar ik ’s nachts om huil

omdat het ochtend is en ik een nacht niet heb gehuild

omdat het ochtend… Zo keer ik wat ik denk om in cirkels,

alsof ik met mijn wijsvinger een kristallen glas laat zingen.

Ik keer het om totdat het achterstevoren en binnenstebuiten

of omgekeerd is. Wanneer ik bij de zin met het kruisje kom,

sla ik de bladzijde om en beland in het deel van het boek

waarin alles nog goed was.

Uit: Lieke Marsman, Wat ik mijzelf graag voorhoud

4

Ik ben van slag wanneer ik aan het begin van de avond

op mijn fiets zit en aan Franse woorden denk. Ik denk hardop

en zacht na als een open zenuw: het is lastig te zeggen of dit pijn doet

of dat ik het wel aardig vind dat ik ergens naar binnen mag. Wanneer ik me

in een ruimte vol glasscherven naar het licht dans, weet ik dat ik iets

te zeggen heb. Maar ik zeg het niet en vraag me af wat een zefier is.

Ondertussen maak ik graag dingen goed, in slechts één avond

recht ik mijn rug alsof ik van tuinkers ben. Als ik hier vandaan fiets

zijn mijn toekomstige huizen vriendelijk donkergroen geworden,

met open mondzenuwen gapen ze me aan wanneer ik aan het eind

van de avond op mijn fiets zit en aan slag ben.

Uit: Lieke Marsman, Wat ik mijzelf graag voorhoud

3

De tijd lijkt maar niet verder dan drie uur te willen zijn, de stad

verlaat mijn stoep. Ik kijk haar door de brievenbus na

om te zien hoe fietsers als naaimachines haar straten aaneenrijgen.

In de gordijnen hangen gordijnen een metafoor voor moeheid

te zijn, ik draag mijn droefheid als een polshorloge. Het bandje

maak ik los voor ik het bad in stap, de wijzers van het klokje

zet ik stil tot ik weet wie. In de keuken knettert stroom

als vliegen door de lampen. Er staat een kabinet waarin ik achter glas

mijn angst bewaar als relikwie. En dan is zij er nog, die wat ze is

met een horloge vergelijkt en wat ze zegt met poëzie.

Uit: Lieke Marsman, Wat ik mijzelf graag voorhoud 


De stad is een marionettenspel

het geluk bij jou betekent

het verleden; de scheepsfluit

is de toekomst, dat ik als

een matroos door het patrijspoort

over de zee zal nadenken

 

en toch is dit niet genoeg de hand

die bewegelijk het geluk van jou

of zonder jou beoefent en als een danser

het onwillige plezier over de drempel

van het hart onzer ogen draagt

 

wanneer ik maar zo’n muts als geldpot

van mijn ziel zou dragen en mijn koffer

van feiten kon pakken en de boot

het laatste plezier van de stervende

kon vergeten in golven voor altijd.

Uit: Hans Lodeizen, Verzamelde gedichten

[zonder titel]

de moeheid in een bootje

roeit langs geweldige steden

die drijven ieder een eiland

langs de kust van het

gefantazeerde intellect.

Uit: Hans Lodeizen, Verzamelde gedichten