Nieuwe Marijke Schermer: ‘In het oog’

Op een dag krijgt Nicola geen geld meer voor haar bacterie-onderzoek, terwijl ze iets groots op het spoor denkt te zijn. Op min of meer hetzelfde moment wordt ze volkomen onverwacht verlaten door haar geliefde. Dat verlies brengt eerdere verliezen naar de oppervlakte en brengt tevens verloren verlangens bij haar terug. Ze ontmoet Louis, een man van wie ze volkomen in de ban raakt. Ze bespioneert hem en dringt buiten zijn medeweten zijn huis binnen – een relatie ontluikt. Zowel met Louis als met de Leptotrichia animalis in haar laboratorium gaat Nicola haar goddelijke gang en lapt ze regels en normen aan haar laars.

In het oog is een roman over iemand die floreert als onderzoeker, maar zich het comfortabelst voelt als ze zelf in de schaduw blijft. Het is een roman over kijken en gezien worden, over bedrog, macht, machteloosheid en verantwoordelijkheid – in relaties en in het werkzame leven. En, bovenal, over de helende kracht van de liefde.

Moet het zo

Het is voor een dichter het hoogst haalbare: een gedicht dat leest alsof het altijd al heeft bestaan. Maar ook aan zulke, monumentale poëzie moet een hoop twijfel vooraf zijn gegaan. Die gedachte loopt als een rode draad door Moet het zo. In deze bundel verkent en bevraagt Daan Doesborgh de mogelijkheden van het gedicht.

Zijn zoektocht leidt de ene keer tot strakke gedichten en klassieke versvormen, de andere keer waaieren de verzen vrijelijk over de pagina. En ook in zijn thematiek laveert hij wat af: Waarom maken we zo moeizaam contact met de doden? Wat is het rouwproces van bijen? Wat heb je aan een gedicht als er oorlog wordt gevoerd over water? Wat voor twijfel zit er achter een zelfverzekerd gedicht?

Dode vrienden worden uitgeleide gedaan, dictators worden opgeknoopt, gedichten leggen hun eigen maker het vuur aan de schenen. Doesborgh dicht nu eens behoedzaam en bevragend, dan weer met de branie van een dichter die weet hoe goed hij het vak beheerst.

Ruth Lasters genomineerd voor Herman de Coninckprijs

Ruth Lasters is met haar dichtbundel Tijgerbrood een van de zes genomineerden voor de Herman de Coninckprijs 2024! Op 21 maart wordt de winnaar bekendgemaakt.

Over Tijgerbrood zei de jury onder andere het volgende: ‘Braaf is de bundel niet, doortastend, grondig en soms radicaal. Terwijl Lasters haar moedertaal zelf omschrijft als “maffioos”, slaagt ze er in die taal soepel te beheersen en er toegankelijke poëzie met lef uit te puren: poëzie die je recht aankijkt.’

Twee nominaties Amarte Literatuurprijs

Het Amarte Fonds lanceert dit jaar voor het eerst de Amarte Literatuurprijs en maar liefst twee Van Oorschot-auteurs zijn genomineerd! Julien Ignacio’s Goudjakhals en Richard Hemkers Dedalo, uit zee opgestaan maken kans om de prijs te winnen die wordt uitgereikt aan ‘een boek dat conventionele grenzen overschrijdt, inspiratie opwekt en zowel lezers als collega-schrijvers uitdaagt’. Op 26 maart wordt de winnaar tijdens een besloten prijsuitreiking bekendgemaakt.

‘Nu in november’: herontdekte klassieker

Arnold Haldmarne vertrekt met zijn vrouw en drie dochters van de stad naar het platteland om een nieuw leven op te bouwen. Het zijn de crisisjaren in het Amerikaanse Midwesten en het gezin worstelt met het zware leven op hun boerderij, waar droogte zich meester maakt van het land. Marget, de middelste dochter, blikt terug op die beproevingen: de dorst van het land dat wacht op de regen die maar niet valt; en de dorst van de mensen die verlangen naar verbinding, liefde en rechtvaardigheid, en naar brood op de plank.
Met haar tijdloze en melodieuze stijl schetst Josephine Johnson een genuanceerd portret van een familie die worstelt met armoede en zich teweerstelt tegen de verraderlijkheid van het klimaat. De dreiging van een fatale droogte in de jaren dertig rijmt met onze hedendaagse beleving van klimaatverandering en haar verreikende gevolgen. Johnsons scherpe observaties over klasse, ras, gender en klimaat zijn bijna negentig jaar later nog net zo urgent. Nu in november is een gevoelige schildering van het menselijk verlangen, een klassieker die het verdient herontdekt te worden.

De Amerikaanse Josephine Johnson (1910–1990) begon al zeer jong met het schrijven van poëzie en proza. Haar verhalen en gedichten verschenen in onder meer Vanity Fair, Poetry en The Atlantic Monthly. Later publiceerde ze verscheidene verhalenbundels en romans. Met Now in November (1934), haar debuutroman, won Johnson op 24-jarige leeftijd de Pulitzerprijs voor fictie. Daarmee is ze nog altijd de jongste auteur die deze prijs heeft ontvangen.

‘Hotel Mogadishu’: een veelzijdig portret van een stad

Wanneer Ayaan Abukar in 2013 de kans krijgt om naar haar geboorteland Somalië te gaan kan ze die niet laten liggen. Ze wordt aangesteld als de eerste adviseur van de Somalische aanvoerder van de kustwacht-in-oprichting. Ze ruilt haar veilige woonplaats Amsterdam in voor haar geboortestad Mogadishu, waarin de dreiging van terroristische aanslagen aan de orde van de dag is, waarin ze met geen enkele nautische achtergrond op zoek moet gaan naar een schip dat van de radar is verdwenen, waarin ze verdwaald raakt in de papieren rompslomp van internationale hulpprogramma’s.

Met Hotel Mogadishu geeft Abukar het voor velen ongrijpbare Somalië een gezicht, aan de hand van het eigenaardige vacuüm waar ze verblijft: Hotel Mogadishu, waar de elite van de Somalische hoofdstad zich ophoudt.

Abukar toont zich een scherpzinnig journalist en observator bij het beschrijven van de vele conflicten en eindeloos onzekere situaties in een van de gevaarlijkste steden ter wereld. Ze vertelt de verhalen van een bonte stoet Somaliërs – zij die tot de diaspora behoren en terugkeren en zij die nooit weg zijn gegaan – en laat op indringende wijze zien hoe zij navigeren in de complexe lagen van het leven in Mogadishu. Hotel Mogadishu is daarmee een van de weinige journalistieke verslagen die de maatschappelijke en politieke situatie in Somalië haarfijn blootlegt.