Het Buurtbos. Natuurdagboek

Het Buurtbos gaat over alles wat je in de natuur kunt tegenkomen: van edelherten, dassen, vogels en vlinders tot teken en horzels. Je leest over wat je uit het bos wel en toch maar beter niet kunt eten, maar ook over ontmoetingen met wandelaars, boswachters, jagers en boeren.

Want in het Nederlandse bos ben je zelden alleen. Sinds een kleine twintig jaar bezit Dik van der Meulen een huisje
aan de rand van het bos. Omdat de natuur altijd in beweging is, besloot hij zijn waarnemingen bij te houden in een natuurdagboek. Daarbij maakte hij – soms haastig, vaak zeer aandachtig – tekeningen van wat hij zag.

Dat de natuur door toedoen van de mens verandert, blijkt uit zijn dagboek eveneens. Door klimaatopwarming en stikstofuitstoot zijn veel planten en dieren die je vroeger regelmatig zag, zeldzaam geworden of verdwenen. Tegelijk komen er nieuwe soorten bij, gewenst of ongewenst. Ook daarin is de natuur in beweging. Voor Van der Meulen leidt waarneming gaandeweg tot actiebereidheid: er verandert te veel, en te weinig ten goede.

Dik van der Meulen is de beste gids die je je kunt wensen: hij weet veel en vertelt met groot enthousiasme. Na deze Buurtboswandeling wil je meer natuur en ben je bereid daar iets voor te doen.

‘Eiland van gisteren’ luxe editie

Met Eiland van gisteren schetst Nico Dros, geboren Texelaar, het eiland in al zijn kleuren. Hij weet aan Texel, naast drama en vlijmend leed, een ruwe lieflijkheid te geven die de lezer blijmoedig stemt.

De tien verhalen van het eerste deel roepen een rustieke samenleving op zoals die ruim een halve eeuw geleden nog bestond. In het tweede deel – over het eiland van eergisteren (1850– 1925) – maken we kennis met het dagboek van Jacob Huizinga, een doopsgezinde vermaner die probeerde zijn kerkvolk van drank en ontucht af te brengen, het verhaal van Frerik van der Vis, een visserman die zijn leven in een berijmd volksepos gestalte gaf en Floris Dekker, een ‘ziener’ die de patriarch werd van een kleine gemeenschap in een kwijnende polder.

Het boek eindigt met een montere beschouwing over het Tessels, een streektaal die op sterven na dood is. Maar Dros wekt haar tot leven.

Naast de paperbackeditie werden vijftig exemplaren in linnen gebonden en voorzien van een leeslint en een stofomslag. Deze exemplaren werden genummerd en gesigneerd door de auteur onder het colofon. Vijfentwintig exemplaren kwamen ter beschikking van de (vrienden van de) auteur en de overige exemplaren zijn uitsluitend te verkrijgen via deze website.

Wachten op de angst

Een man die in een witte vrouwenmantel door het drukke centrum van een stad rent, de menigte ontvlucht, naar een plek waar niemand hem nog kan volgen. Een ander die plots een brief ontvangt – een dreigbrief? Van wie? In wat voor onbegrijpelijke taal? Een verhalenventer op een klein station, die zijn teksten aan reizigers probeert te slijten, al passeren er steeds minder treinen.

Oğuz Atays personages zijn hartverscheurend in hun zelftwijfel, in hun zoektocht hoe zich te verhouden tot anderen, tot het systeem, tot een maatschappij die zelf ook op zoek is naar een identiteit. De verhalen van Atay staan Turkse lezers in het geheugen gegrift. Zijn werk heeft de moderne Turkse literatuur blijvend veranderd en is als ‘een soort DNA’, zoals een schrijfster het ooit formuleerde, dat doorwerkt bij andere schrijvers – om te beginnen Orhan Pamuk.

Met zijn wanhoop en zijn razernij, zijn speelsheid en zijn humor grijpen zijn verhalen iedere lezer aan, ook buiten Turkije. Dat bleek uit zijn eerder vertaalde roman Het leven in stukken, die in de Nederlandse pers lovend werd besproken. Het blijkt ook uit Wachten op de angst.

Oğuz Atay (1934–1977) was bouwkundig ingenieur en docent aan de Staatsacademie voor Ingenieurschap. In 1975 werd hij benoemd tot lector. Hij debuteerde in 1971/1972 met de roman Het leven in stukken, dat na zijn dood een bestseller werd in Turkije. Zijn verhalenbundel Wachten op de angst uit 1975 is nog steeds een van de meest gelezen klassiekers in Turkije en is inmiddels in vele talen vertaald.

Eiland van gisteren. Verhalen over Texel

Met Eiland van gisteren schetst Nico Dros, geboren Texelaar, het eiland in al zijn kleuren. Hij weet aan Texel, naast drama en vlijmend leed, een ruwe lieflijkheid te geven die de lezer blijmoedig stemt.

De tien verhalen van het eerste deel roepen een rustieke samenleving op zoals die ruim een halve eeuw geleden nog bestond.

In het tweede deel – over het eiland van eergisteren (1850– 1925) – maken we kennis met het dagboek van Jacob Huizinga,
een doopsgezinde vermaner die probeerde zijn kerkvolk van drank en ontucht af te brengen, het verhaal van Frerik van der Vis, een visserman die zijn leven in een berijmd volksepos gestalte gaf en Floris Dekker, een ‘ziener’ die de patriarch werd van een kleine gemeenschap in een kwijnende polder.

Het boek eindigt met een montere beschouwing over het Tessels, een streektaal die op sterven na dood is. Maar Dros wekt
haar tot leven.