Jan Emmens bij de SLAU

Recent verscheen de bloemlezing Overkomst dringend gewenst van het werk van Jan Emmens (1924-1971). Samensteller en inleider van de bundel Wim Brands beschrijft deze bijzondere dichter als ‘een grijpbare dichter die ongrijpbaar blijft.’

Brands leidt tevens een speciaal door het Literatuurhuis (de nieuwe samenwerking tussen de SLAU, Het Poëziecircus, City2Cities en de Nacht van de Poëzie) georganiseerd matineeprogramma op zondag 23 september. Het programma vindt plaats in Utrecht waar Emmens jarenlang woonde. Vrienden en collega’s Judith Herzberg, Elly de Waard en Joop Goudsblom schetsen al lezend en vertellend een beeld van één van de beste Nederlandse dichters aller tijden.

Voor meer informatie en reserveren zie www.slau.nl

Zo 23 september 2012 | Grand Hotel Karel V | Geertebolwerk 1, Utrecht | 15:00 | Gratis incl. drankje

Boos

Het is bepaald overdreven te denken

dat het gedicht een poging betekent

om iets verstaanbaar te maken, laat staan

een uiting van priesters die god zien.

 

Een gedicht is niet meer dan een oor, om te grijpen

wanneer men geen woorden meer heeft

in officiële gesprekken, een railing

bij zeeziekte in de salon.

Uit: Jan Emmens, Overkomst dringend gewenst

 

 

Wim Brands bloemleest mooi spul

‘Hun verhouding is nu zo ingewikkeld geworden dat een huwelijk onvermijdelijk moet worden geacht.’ Schrijver van deze legendarische regel is Jan Emmens, een van onze grootste naoorlogse dichters. Wim Brands maakte in de bloemlezingenreeks van Van Oorschot een fraaie keuze uit dit boeiend werk en leidde dat in met een aantal gesprekken over Emmens.

Joep van Ruiten is er in het Dagblad van het Noorden echt Emmensiaans enthousiast over: ‘Sommige gedichten zijn nogal particulier, maar er zit mooi spul tussen.’

Overkomst dringend gewenst is te koop bij elke goede boekhandel.

Bedroefd

Mijn geest leeft met de handen boven water
die zoeken omderwille van het licht
dat aan zijn hoofd onthouden wordt
Soms duikt hij even op, kijkt naar zijn handen
en glimlacht om die bezigheid;
dan zuigt de klei over zijn kruintje dicht.

Uit: Jan Emmens, Overkomst dringend gewenst

Vogel

De bomen kregen een betekenis
die zij nog zacht gebarend wilden weren,
maar ’t noodlot was niet meer te keren:
een vogel streek klapwiekend in de wildernis
van takken neer en nu hij roerloos zit
(het licht wordt zo benauwend wit),
denk ik aan dood, verrotte geur van blaren,
hetzelfde zijn op steeds dezelfde plaats…
Hoe komt wie vliegt ooit tot bedaren,
en wie niet vliegt ooit van zijn plaats?

Uit: Jan Emmens, Overkomst dringend gewenst

Tirade

Het nieuwe nummer van Tirade is verschenen. ‘Deze roman belichaamt de knieval van de literatuur voor de meedogenloze opmars van de thriller in de publieksgunst,’ schrijft criticus Arnold Heumakers over Bonita Avenue van Peter Buwalda. Dat dit blad geen last heeft van geheugenverlies en niet lijdt aan de Ziekte van Nu bewijst Willem Otterspeer met zijn stuk over W.F. Hermans en Jan Emmens, die aan één ontmoeting genoeg hadden om te weten ‘dat ze niets aan elkaar hadden’.
Verder met bijdragen van Ester Naomi Perquin, Carel Peeters, Daan Heerma van Voss, Sander Kollaard, Gilles van der Loo, Hanz Mirck, Mees Hartog, Anton Korteweg, Tjarda Eskes, Lieke Marsman, Isaak Babel, Merijn de Boer en Oostenrijker en Oostenrijkbestrijder Thomas Bernhard.

Bestel het papieren nummer hier en de ePubversie hier.

Voorjaarsaanbieding 2012

In het voorjaar van 2012 zullen verschijnen:

Nikolaj Gogol | Hoe Ivan Ivanovitsj ruzie kreeg met Ivan Nikiforovitsj
Otto de Kat | Bericht uit Berlijn
J. J. Voskuil | De buurman
Sander Kollaard | Onmiddellijke terugkeer van uw geliefde
Gilles van der Loo | Hier sneeuwt het nooit
Norman Douglas | Zuidenwind
Sipko Melissen | Een kamer in Rome
Ester Naomi Perquin | Celinspecties
Jan Emmens | Overkomst dringend gewenst
N.W. Gogol | Verzamelde werken 1
Jan Hanlo | Verzameld proza
Frida Vogels | Dagboek 1972-1973

1950-1960

Naast op zichzelf staande uitgaven – romans, gedichten- en essaybundels – werd vanaf 1950 langs drie hoofdlijnen ingezet op reeksen. Onmiskenbaar weerspiegelden zich daarin vooral Geerts literaire en politieke jeugdidealen én alles wat hij bij zijn leermeester Stols over boekverzorging had opgestoken. Alle reeksen werden vormgegeven door de van oorsprong Duitse typograaf en letterkunstenaar Helmut Salden (1910-1996) waardoor het nu snel groeiende fonds bij het publiek een steeds duidelijker gezicht kreeg en zich onderscheidde van dat van andere uitgeverijen. Om te beginnen was er de serie die bekend zou worden als vignettenreeks: twintig elegante, niet te dikke en alleen gebonden dichtbundels van naoorlogse dichters als Elisabeth Eybers, Hans Lodeizen en M. Vasalis, afgewisseld met bloemlezingen uit het werk van ‘onterecht vergeten’ voorgangers als Boutens, Van Collem en Dér Mouw.

Dan waren er de Nederlandse klassieken: er zouden in de loop der jaren meer dan 135 dundrukdelen verschijnen met de Verzamelde Werken en Brieven van modern-klassieke Nederlandse schrijvers als Ter Braak (7 delen plus 4 delen briefwisseling met Du Perron), Den Brabander, Brouwer (3), Coenen, Couperus (12), Emmens (4), Eybers, Van Eyck (7), Van Geel, Van Groeningen, De Haan (2), Hanlo (2), Van Hattum (2), Heijermans (3), Hillenius, De Kadt, Kemp (3), Lodeizen, Leopold (2), Morriën (3), Dèr Mouw, Multatuli (25), Nescio (2), Nijhoff (4), Van Nijlen, Van Ostayen (4), Du Perron (16), Roland Holst, Walraven (2) en Belle van Zuylen (10). Alleen al tussen tussen 1950 en 1960 verschenen er gemiddeld vijf per jaar.

Tenslotte werd de Russische Bibliotheek in het leven geroepen: de verschijning van Tsjechov Verzamelde werken deel 1 in het najaar van 1953 betekende het startschot voor een uitermate gezichtsbepalende dundrukserie. De samenwerking met Helmut Salden, hoofdredacteur Charles B. Timmer en een groep jonge, talentvolle vertalers maakte de Russische Bibliotheek in de loop der jaren tot een begrip bij het publiek. Dat kwam niet in de laatste plaats omdat alle erin opgenomen werken van ‘deze grote jongens’, zoals Geert hen bijna liefkozend noemde, voor het eerst rechtstreeks en onverkort uit het Russisch werden vertaald – tot dan toe had de Nederlandse lezer het veelal moeten stellen met soms sterk ingekorte versies en afgeleide vertalingen uit het Duits, Engels en Frans. Binnen twintig jaar zouden de verzamelde werken het licht zien van Dostojevski (10), Gogol (3), Ljeskov, Poesjkin, Toergenjev (4), Tolstoj (8), Tsjechov (7) en afzonderlijke werken van Garsjin, Gontsjarov, Herzen, Korolenko, Lermontov, Pisemski en Saltykov. Ook hier lag de productie hoog: tussen 1955 en 1960 verschenen vier delen per jaar.

Tussen 1950 en 1960 debuteerden A. Alberts, Jan Emmens, Elisabeth Eybers, Chr. J. van Geel, Jan Hanlo, A. Koolhaas en Karel van het Reve in boekvorm. Er verschenen nieuwe dichtbundels van L.Th. Lehmann, Hanny Michaelis, Jan van Nijlen en M. Vasalis. Het werk van in de ‘vergetelheid’ geraakte schrijvers als Marcellus Emants en J. van Oudshoorn werd opnieuw uitgebracht.

Willem Frederik Hermans publiceerde in diezelfde periode vijf titels, waaronder de geruchtmakende roman Ik heb altijd gelijk, voordat hij in 1958 met De donkere kamer van Damocles eindelijk doorbrak naar het grote publiek.

Opmerkelijk was de verschijning, in 1956, van twee boeken van Gerard (Kornelis van het) Reve: het Verzameld werk (van een 32-jarige) en The Acrobat and other stories (verschenen na het besluit dat Reve nam om alleen nog maar in het Engels te schrijven nadat de katholieke minister Cals hem een reisbeurs ontzegde vanwege het verhaal ‘Melancholia’ waar een masturbatiescène in voorkwam).

Omdat Geert hoe dan ook ‘een blaadje bij de hand’ wilde hebben richtte hij het literaire tijdschrift Tirade op, waarvan de eerste aflevering verscheen op 15 januari 1957.