Rechtop, over denken, graven en schrijven van Eugène Dubois

Tijs Goldschmidt bekleedde de Eugène Dubois wisselleerstoel (2021) aan de Universiteit Maastricht en sprak in die hoedanigheid met studenten over leven en werk van Eugène Dubois, de allereerste paleo-antropoloog die fossiele resten vond van een mensensoort die al op Java rondliep lang voordat – omstreeks 250.000 jaar geleden – Homo sapiens ontstond. Tegenwoordig wordt gedacht dat het om Homo erectus ging. Dubois deed volgens sommige vooraanstaande onderzoekers briljant en Nobelprijswaardig werk. Goldschmidt schreef een essay over Dubois, over de verdiensten van deze gravende arts-/anatoom voor de paleo-antropologie, en over het belang van Indonesiërs als Raden Saleh, een Javaans edelman, voor het uiteindelijke succes van Dubois.

Dankzij het Dubois-archief kregen Goldschmidt en zijn studenten de beschikking over een aantal ongepubliceerde brieven van Dubois. Een selectie ervan is in dit boek opgenomen. De studenten reageerden op deze brieven met werk over de vondsten van Dubois, het wetenschappelijke web waarin hij opereerde, en de spanning tussen geloof en wetenschap. Ze gaan in op de vaak desastreuze invloed van koloniale grootmachten op de lokale bevolking. Tropische ecologie, de invloed van exoten op lokale ecosystemen, de oorzaken van klimaatverandering, het leven van jagers en verzamelaars en de rol van spel waren onderwerp van discussie tijdens de gastcolleges.

Met teksten van Tijs Goldschmidt, Eugène Dubois, Vincent Bijman, Eva-Britt Rongen, David Dixon en Anna Moriarty Linthorst.

Nieuwe Goldschmidt verschenen

Wanneer een begaafd essayist correspondeert krijg je het beste van twee werelden: persoonlijke ontboezemingen gelardeerd met flitsende beschouwingen. In het geval van Tijs Goldschmidt is het palet dan ook nog zeer rijk en boeiend: antropologie, Darwinisme, gedragsbiologie, ecologie, literatuur, muziek, dans, beeldende kunst, poëzie en veel meer. Elk van deze onderwerpen komt ruim en sprankelend aan bod in deze royale selectie van brieven aan: Henk van Woerden, Menno Wigman, Matthijs van Boxsel, Joyce Roodnat, Jet Bakels, Nico Frijda e.v.a.

Onvoldoende liefdesbrieven bevat observaties, overwegingen en omzwervingen van een afgedwaald bioloog met een zuivere pen en een vaak humoristische correspondentiestijl.

Eskimoland verschenen!

Recent verscheen Eskimoland van Niko Tinbergen. In het ‘Internationale Pooljaar’ 1932-1933 reist de jonggepromoveerde Nederlandse bioloog Niko Tinbergen met zijn vrouw Lies per schip vanuit Kopenhagen naar Groenland. Ze gaan ruim een jaar doorbrengen in eskimonederzettingen aan de oostkust van dat immense eiland. De later Nobelprijswinnende Tinbergen schreef een bijzonder boek over dit verblijf. Hij beschrijft zijn onderzoek naar vogels en andere dieren, maar ook de leefwijze van eskimo’s en intense pracht van het arctische landschap.

Eskimoland
is een onwaarschijnlijk fris en helder verslag van een geweldig jaar van vrijheid en schoonheid in de natuur. Het boek is verlucht met tientallen foto’s van Tinbergen, die ook een begaafd fotograaf was.

Luister hier naar Tijs Goldschmidt in ‘Met het Oog op Morgen’, over dit boek.

Bewaren

Porno

Voor het nieuwe Tirade-nummer, dat in het geheel in teken staat van porno, hebben achttien schrijvers een essay geschreven naar aanleiding van een stuk van Rudy Kousbroek uit 1984: ‘De troost der pornografie’. Kousbroek schreef daarin onder meer dat hij nog wel eens een brochure zou willen maken met daarin ‘twintig nieuwe ideeën voor de eerste drie minuten van een pornografische film’.
In dit nummer doen de achttien schrijvers, onder wie Tijs Goldschmidt, Manon Uphoff, Heleen Mees, Marcel Möring en Christiaan Weijts, suggesties voor die eerste drie minuten. Daarnaast gaan ze in op de beweringen van Kousbroek over pornofilms en schrijven ze over hun eigen ervaringen met porno.
Het nummer, dat inmiddels in de boekhandel ligt en bovendien hier is te bestellen, kwam tot stand mede dankzij een bijdrage van de Kousbroek Essayopdrachtregeling van het Nederlands Letterenfonds.

Ademgaten – denken over dieren – verschenen

D. Hillenius (1927-1987) wilde componist worden (hij speelde goed piano) maar werd bioloog, dichter en schrijver van reisverhalen en essays waarmee hij zich een grote schare bewonderaars verwierf. Een van die bewonderaars, Tijs Goldschmidt, schrijver van onder meer Darwins Hofvijver, Oversprongen en Kloten van de engel herlas Hillenius omvangrijke oeuvre en stelde een aansprekende bloemlezing samen die hij tevens inleidde.
De titel Ademgaten ontleende hij aan Hillenius uitspraak: ‘Een van de belangrijkste fucties van kunst vind ik het verstoren en doorbreken van de hiërarchie – het maken van ademgaten – zodat, ook al zit je ergens in een onderlaag, je jezelf via de kunst kunt bevrijden.’

Hillenius is een essayist van het type dat zeldzamer wordt: volstrekt onafhankelijk denkend lijkt hij gaandeweg in elk essay af te drijven van waar het hem om begonnen was. Na lezing echter moet men vaststellen dat men nieuwe inzichten omtrent het besproken onderwerp heeft opgedaan; dat men heeft geleerd origineel mee te denken – ook over een onderwerp waarvan men niet veronderstelde dat men dat kon.

pers:
Dat Hillenius’ stukken over dieren of natuurverschijnselen ook voor niet-biologen, ook na veertig jaar, een genot zijn om te lezen , komt doordat het bij hem meer gaat om het kijken dan om het vinden.’
–Aleid Truijens, de Volkskrant

Voorjaarsaanbieding 2009

Harde band – zachte prijs | Van Oorschot hardcovers