Prime time

Zoals de zapper flarden van willekeurige beelden en programma’s tot zich neemt, zo luistert Erik Menkveld in Prime time naar de aanstekelijke kakafonie van stemmen die hem toevallig toespreken. J.C. Bloem, Gerrit Kouwenaar, Actaeon, kinderen, beelden van Beiers graniet, een kunstenaarscollectief, een blad over betonbouw: Menkveld laat ze onbekommerd aan het woord. Ondertussen vraagt hij zich af wat het verhaal is van die gezamenlijke stemmen. Wat heeft het bijvoorbeeld te zeggen over het hoofd waarin het ontstaat? Bestaat er zoiets als een oprechte eigen stem? Hoe vind je die? Wat is eerlijkheid? Genietend bekijkt en verzamelt de dichter de taal, speelt, vindt woorden uit als jumbolog en wasvrouwvingerig, en is, net als in zijn eerdere bundels De karpersimulator en Schapen nu!, ongeremd nieuwsgierig.

‘Menkveld is een ambachtsman. Hij weet hoe je een zeepbel in taal kunt vangen en gewicht toeschrijven. (…) Menkveld durft, en met recht, want kijken kan hij. Verwonderd kijken, zelfs als het om alledaagse dingen gaat.’ – Arie van den Berg in NRC Handelsblad

Bestel Prime time nu

Essay’s

Hoe is het om een steen te zijn? Kan een drummer ontroeren? Geloven? Hoe doe je dat? Waarom lopen de tranen over je wangen bij sommige muziek ? Waar komt schoonheid vandaan? Hoe haal je het als profeet in je hoofd te beweren dat je namens God spreekt, met alle gevolgen van dien? Kunnen planten christelijk zijn, of depressief? Hoe bezorg je je kind een mooie eerste herinnering?

Het zijn slechts enkele van de vragen die dichter Erik Menkveld stelt aan uiteenlopende figuren als Boeddha, de saxofonist John Coltrane, Martinus Nijhoff, de profeet Ezechiël, Herman Teirlinck, de Amerikaanse poet laureate Louise Glück en F. Harmsen van Beek.
Menkvelds brieven aan hen zijn geïnspireerd door die van de grote Italiaanse dichter Petrarca die onder andere bewonderde klassieke auteurs als Cicero en Seneca brieven schreef, waarbij hij hen tot zijn ‘familie en vrienden’ rekende.
Zo schrijft ook Menkveld aan familie en vrienden. Op openhartige en persoonlijke toon legt hij degenen die hem geraakt, gevormd of beïnvloed hebben een aantal essentiële kwesties voor die hun werk in hem oproept. Dat levert uiteraard geen antwoorden op, maar wel met grote betrokkenheid geschreven beschouwingen in briefvorm, waarbij uiteindelijk telkens vanuit een verrassende invalshoek onderzocht wordt wat kunst, schoonheid en verbeelding zijn, en wat zij teweeg kunnen brengen.

 

Bestel Met de meeste hoogachting nu.

Het grote zwijgen


Amsterdam 1910. Het Paleis voor Volksvlijt. Tijdens een voorstelling raakt een beginnende recensent volledig buiten zichzelf door de muziek. ‘Waarom nodig je hem niet eens uit?’ zegt de vrouw van de componist, als ze een dag later de lyrische bespreking leest. ‘Je kent hem wel, het is die grappige schuwe jongen die we wel eens in het Concertgebouw zien.’
Zo begint het verhaal van een turbulente vriendschap die zeven jaar later dramatisch zal eindigen. De vriendschap tussen een leermeester en een leerling, die aanvankelijk alles met elkaar delen: hun ideeën over maatschappij en kunst, nieuwe muziek, hun afkeer van Duitsland en hun angst voor oorlog. Matthijs Vermeulen is aan het begin van zijn leven al muziekrecensent en componist. Alphons Diepenbrock is bijna vijftig en op het hoogtepunt van zijn carrière, bevriend met Gustav Mahler en dirigent Willem Mengelberg.
De vrouw die een wig drijft tussen de twee mannen is Elisabeth, Diepenbrocks vrouw. Bij Vermeulen herkent zij de strijdbare ambities en idealen die haar man heeft verloren, en denkt zij de liefde te vinden die in haar huwelijk ontbreekt. En dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Om geld te verdienen vertrekt Vermeulen als oorlogscorrespondent naar het front in België. Bij terugkeer brengen zijn schokkende ervaringen de vriendschap met Diepenbrock en zijn echtgenote in een ongekende stroomversnelling.

Breed opgezet en filmisch vertelt Het grote zwijgen het verhaal van een tragische vriendschap die wortelt in bewondering en verheven idealen, en die strandt op de banale en meedogenloze realiteit van oorlog, overspel en verraad. ‘En boven dat alles het grote onverschillige zwijgen van het firmament.’

 

Bestel Het grote zwijgen nu.

Erik Menkveld

 

Erik Menkveld (1959-2014) debuteerde in 1997 als dichter met De karpersimulator, een bundel die genomineerd werd voor de VSB Poëzieprijs en bekroond met de Van der Hoogtprijs en de C. Buddingh’-prijs. In 2001 verscheen zijn tweede bundel Schapen nu!, die genomineerd werd voor de Hughes C. Pernathprijs en de J.C. Bloemprijs. Zijn derde bundel Prime time kwam in januari 2005 uit. In het najaar van 2006 verscheen Met de meeste hoogachting, een bundel essays in briefvorm, geïnspireerd op de brieven die Petrarca aan zijn bewonderde klassieke voorgangers Cicero en Seneca schreef. In 2011 debuteerde Menkveld als romancier met Het grote zwijgen, een historische roman over de vriendschap tussen de componisten Alphons Diepenbrock en Matthijs Vermeulen, en het muziekleven in Amsterdam aan het begin van de twintigste eeuw. Hiervoor heeft hij de Academica Literatuurprijs 2012 gewonnen.
Van 1987 tot 1998 werkte Erik Menkveld als fondsvormend redacteur voor Uitgeverij De Bezige Bij. Van 1998 tot 2002 was hij programmamaker voor het Rotterdamse Poetry International Festival. Hij was redacteur van het literaire tijdschrift Tirade, werkte als redacteur voor Uitgeverij Cossee en was sinds 2009 poëzierecensent voor De Volkskrant.

Onbekend Doosje

Onbekend Doosje

Onbekend object

Onbekend object

Piano

Piano


Partituur

Partituur. Geen Beethoven.

Zeezicht van Mesdag

Zeezicht van Mesdag, vermoedelijk

P.G. Vertin

P.G. Vertin, De Koepoort in Delft

Dürer

Dürer, Melancholia

Unbestimmtheitsstelle

Unbestimmtheitsstelle