Luchtig en intens door coronatijd

In Pizza en de Dood overziet Jan Vanriet het teruggetrokken leven in quarantaine. De stad even een oorlogsgebied, het huis een vaste burcht. Als ‘gedwongen deelnemer’ bekijkt hij het theater van het moderne leven, geen opbeurend spektakel, opeens ‘de wereld uit zijn as’. In ironische afstandelijkheid vindt hij verweer en tegelijk die bijzondere poëtische toon.

Doos ovenhapjes gekocht
plus een bundel gedichten
waarin de Dood waait
Voor zestien kleine pizza’s
betaalde ik even veel als voor
zesendertig pogingen het zwart
van het einde te verlichten […]


Over eerder werk:
‘Geen gedichten die aan het oog van de lezer voorbijkabbelen.’ – De Morgen


‘Vanriet heeft een belangrijke dichtbundel gepubliceerd, waarin hij ruzie maakt met de twintigste eeuw en het heden, zoals alleen hij dat kan.’ Benno Barnard

Denken met het hart

Helena, Eurydike, Odysseus – figuren uit de klassieke mythologie treden vaak op in de poëzie van De Vos, ook in Hoe verschillig. Ze kan ermee laten zien hoe eeuwig de verhalen en de gevoelens zijn die we hebben, ook of juist als bij Odysseus thuis Miles Davis uit de speakers klinkt. Maar er is meer dan figuren en beelden alleen: er is liefde en twijfel, er is rouw en er is het ongrijpbare leven. Dichten is voor De Vos ‘denken met het hart’, zoals ze dat ook in essays als het succesvolle Je keek te ver doet.

In rimpeling

Pas in een plas weerspiegeld zie je hoe
vertakt het simpelste bestaan, hoe
elke spriet zijn raadsels heeft
als water hem vertoont. Het diep
is lang zo nuchter niet als wij
het splintert licht en blinkt de lucht
als ik met fiets en tas, een hoofd
vol wind en wat nog moet, vergeet
de hemel in zijn oppervlak te zien.
In kalmte glanst het helderst riet
en denkt ons, kent ons niet.