Schrijvers onderdak

Wonen in het Witsenhuis

Aan het Oosterpark in Amsterdam staat een legendarisch pand dat ooit het culturele middelpunt was van de Tachtigers. De schilders G.H. Breitner en Isaac Israëls hadden er hun atelier, de schrijvers Frans Erens, Jacobus van Looy en Willem Kloos kwamen er over de vloer. Hoofdbewoner van het huis was de schilder/etser/fotograaf Willem Witsen (1860–1923). Zijn oude atelier op de eerste verdieping is na zijn dood zorgvuldig intact gelaten. De andere drie verdiepingen van Oosterpark 82 zijn met hun tijd meegegaan. In haar testament bepaalde de weduwe van Willem Witsen, Marie Witsen-Schorr, dat die ruimtes gratis ter beschikking moesten worden gesteld aan jonge schrijvers. Vele literatoren hebben daarvan gebruikgemaakt, te beginnen met de dichter J.C. Bloem, de schrijfster Elisabeth Augustin en het echtpaar Marga Minco en Bert Voeten.

Ter gelegenheid van het Witsenjaar 2023, als de honderdste sterfdag van Willem Witsen herdacht wordt, is de nog levende (oud-)bewoners gevraagd hun ervaringen als bewoners van het huis op te schrijven. Wat heeft vijf jaar onderdak en werken in het Witsenhuis voor hen betekend? Met bijdragen van Simone Atangana Bekono, Conny Braam, Anneke Brassinga, Aron Friedman, Jacob Groot, Roman Helinski, Erik Lindner, K. Michel, Hagar Peeters, Ineke Roberta Riem, Thomas Rosenboom, Daniël Rovers, Alfred Schaffer, Franca Treur, Jessica Voeten, Niña Weijers, Han van Wieringen en Olivier Willemsen. De bundel werd samengesteld en ingeleid door Saskia de Bodt en Leo Jansen.