In memoriam

In het nieuwe nummer van Tirade staan de doodsberichten van 33 Nederlandse schrijvers. Marion Bloem, Herman Koch, Tomas Lieske, Anton Korteweg, Maarten Biesheuvel, Minke Douwesz, Detlev van Heest, Peter Buwalda, Leo Vroman en vele anderen schreven op verzoek van de redactie hun eigen in memoriam. Op www.tirade.nu is van alle bijdragen de eerste bladzijde te lezen. Daar is het nummer bovendien te bestellen.
Tirade is het eerste literaire tijdschrift dat ook als ePub te verkrijgen is. De digitale versie van dit door de dood geregeerde nummer is hier te bestellen.

Op de website van Athenaeum Boekhandel verscheen een recensie van dit nummer.

Cees Nooteboom in de bres voor Het grote zwijgen

Cees Nooteboom schrijft in een ingezonden brief in NRC ontroerd te zijn geweest door de roman “en dat gebeurt me niet vaak bij boeken”. “Menkveld geeft het idioom van die bevlogen dagen goed weer. […] Het boek geeft een prachtig, bijna nostalgisch beeld van het Amsterdam van die dagen, waarin de polder nog praktisch grenst aan het muziekgebouw.”

Mieke van Dooren van Linnaeus Boekhandel over Het grote zwijgen: “Een van de mooiste boeken die ik dit jaar heb gelezen en daarmee mijn zomertip.”

Historisch Nieuwsblad: “prachtige roman.”

De Groene Amsterdammer: “Erik Menkveld, gelauwerd dichter, en nu ook romancier, bewijst in zijn debuutroman Het grote zwijgen allesbehalve een beginneling te zijn. Bij hem geen ontsporende zinnen, geen krukkige mooischrijverij of een beperkt idioom, maar een rijk taalgevoel en een fijn oor voor ritme. Dit is een bekwame literator met een bezonken poëtica.”

Erik Menkveld werd voor Lezentv geïnterviewd, zie hieronder.

 

 

Karel van het Reve – Verzameld werk 6

Ongekend was het enthousiasme waarmee pers en publiek de eerste vijf delen Verzameld werk van Karel van het Reve ontvingen. De auteur werd alom geprezen om zijn scherpe pen, zijn onafhankelijke geest, en zijn blijvende actualiteitswaarde. Een heel nieuwe generatie heeft inmiddels kunnen kennismaken met deze grote essayist.
Nu verschijnt dan deel 6. De rijkdom aan ongebundelde stukken zal ook nu weer voor aangename verrassingen zorgen. Dit nieuwe deel omvat de jaren 1985-1994. Het bevat, onder veel meer, de spraakmakende bundels De ongelooflijke slechtheid van het opperwezen (talloze lezers waren destijds door het titelopstel diep geschokt) en De ondergang van het morgenland. In het essay Zie ook onder Mozes behandelt de auteur de klemmende kwestie wat een ontwikkeld mens dient te weten. (Vraag bijvoorbeeld nooit: ‘Wat is dat, de Ilias?’)
De brede selectie uit het ongebundelde werk beslaat ditmaal meer dan 300 pagina’s.
Lees hier een bespreking van dit deel in NRC Handelsblad. En luister hier naar een bespreking van het deel door Pieter Steinz in de Tros Nieuwsshow.

Lof voor Winesburg, Ohio

De zojuist vertaalde klassieker Winesburg, Ohio van Sherwood Anderson krijgt ook in de Nederlandse pers reeds de eer die het boek toekomt. Hans Bouman had in De Volkskrant van 21 mei maar liefst vijf sterrren over voor Andersons meesterwerk. “Anderson munt uit deze levens een leeservaring die je bij de strot grijpt en pas weer loslaat als Willard in het slotverhaal uit Winesburg vertrekt en op de trein naar Chicago vertrekt.”
In de Tros Nieuwsshow werd ook ruim en zeer positief aandacht besteed aan het boek. Luister hier naar de Tros Nieuwsshow.

Winesburg, Ohio
wordt gezien als de eerste “moderne” Amerikaanse roman. Anderson was een groot voorbeeld voor schrijvers als Hemingway, Faulkner, Steinbeck en Salinger. Het boek bestaat uit een verzameling klassiek geworden schetsen van personages in een klein dorp. De verbindende figuur is George Willard, verslaggever van de dorpskrant, die het leven, in tegenstelling tot zijn dorpsgenoten, nog met jeugdige onbekommerdheid tegemoetgaat. Vertaling is van Nele Ysebaert.

Koop dit boek bij een boekhandel in uw buurt.

Frida Vogels, Dagboek 1970-1971

In 1970 wordt Frida Vogels veertig jaar, een leeftijd die een rijpheid suggereert die ze in haar leven niet waargemaakt heeft. Ze trekt zich gedeprimeerd meer en meer terug in het schrijven van het dagboek, het enige houvast dat haar rest. Ze wordt geplaagd door dromen en de relatie met E. staat onverminderd op scherp. Tijdens een afwezigheid leest hij in haar dagboek dat zijn fysiek haar tegenstaat. Ondertussen neemt Frida zich voor tegemoet te komen aan haar erlangen om haar broer Michiel weer te zien, wat inmiddels al jaren geleden is. Ook haar vader probeert een verzoening te bewerkstelligen tussen Michiel en haar als hij haar in het najaar opzoekt. In het voorjaar van 1971 vindt die verzoening in Amsterdam dan eindelijk plaats. Als in de zomer Frida’s vader plotseling overlijdt, realiseert ze zich meer van hem gehouden te hebben dan ze ooit vermoed had.
Dit achtste dagboekdeel is een fenomenaal verslag van een depressie.

Herfstdraad

Het enige in deze kamer
en in het uitzicht buiten is
op het bordes tussen de spijlen
een herfstdraad waard om op te schrijven.

Maar hij is weg nog voor het werd
voltooid, de dove draad van rijm
vervuld, gebroken en verwaaid,
guirlande, uit wat spint ontstaan.

Vergankelijk rag door een
nog sterfelijker stof omwoeld,
hangt in een boog zichtbaar door rijp,
door vrieskou tot bestaan gebracht.

Uit: Chr. J. van Geel Verzamelde gedichten

Kinderen in de laatste kamer

Kinderen in de laatste kamer
horen fluisteren, horen buiten
grote vogels lopen, horen
namen en hun namen noemen
en ze lachen om wat niet waar is
en toch waar is, alleen veilig
bij elkaar.

Chr. J. van Geel

“Nee, ik denk bijna nooit.”

Het interviewboek U mag alles over mij schrijven is verschenen. Ton van Brussel maakte een selectie uit de talrijke geschreven interviews met Karel van het Reve. De Russen, het communisme, vrijheid van meningsuiting, literatuur, politiek maar bijvoorbeeld ook zijn voorliefde voor de cryptogrammem in The New York Times komen aan de orde in vraaggesprekken met gerenommeerde journalisten als Bibeb, Theodor Holman, Henk Terlingen en Ischa Meijer.
Het eerste interview dat is opgenomen, is uit 1967, het laatste uit 1999, het jaar van Van het Reve’s dood.

“Waarom hebt u slechts een gering aantal romans geschreven?”
“Wie is uw grootste tegenstander geweest?”
“Uw liefste bezigheid?”
“Uw voornaamste tekortkoming?”
“Hoe bedoelt u dat?”

“De bundel is niet geschikt om te lezen in het bijzijn van anderen. Je blíjft mensen lastigvallen met citaten.” – HP de Tijd

Verzamelde gedichten Emily Dickinson

Een statig huis met parkachtige tuin in het nog landelijke Amherst (Massachusetts, VS) vormde de ambiance waarin tussen 1855 en 1885 een van de opmerkelijkste dichterlijke oeuvres is ontstaan die er zijn. Emily Dickinson (1830–1886) schreef bijna 1800 gedichten en publiceerde er maar enkele. De volstrekt eigenzinnige inhoud van het werk, en daarbij haar teruggetrokken bestaan en onwil te publiceren, hebben na de verschijning van het verzameld werk geleid tot een stortvloed van biografi sche studies en interpretaties. Deze tweetalige uitgave van de grootste verzameling van Dickinsons gedichten in vertaling die ooit in Nederland verscheen, gaat vergezeld van een uitgebreid en kundig commentaar en een biografi sche schets door vertaler Peter Verstegen.

Het moet Emily Dickinsons thematiek zijn die tijdloos is: ze schrijft zoals geen ander ooit heeft gedaan over pijn, hartstocht, (on)geloof, de dood, de natuur, verlangen, heel het palet van het menselijk tekort. Haar liefdesgedichten zijn de schrijnendste die ooit geschreven werden. De Verzamelde Gedichten van Dickinson zijn nu verschenen bij Van Oorschot.

Tsjechov

De vroegste Tsjechov-verhalen zijn nu verkrijgbaar in een goedkope hardcovereditie, Op kamers, een verzameling van alle verhalen die de grootmeester van het korte verhaal schreef tot 1885. Zij werden meesterlijk vertaald door Tom Eekman en Aai Prins.

In 1876 verhuisde het gezin Tsjechov van Tganrog aan de Zwarte Zee naar Moskou. De toen zestienjarige Anton Tsjechov moest het gymnasium afmaken en bleef er nog drie jaar wonen: op kamers. In die jaren moet de kiem gelegd zijn voor een schrijverschap dat hem ten slotte wereldberoemd maakte.