1990 – 2000

In deze periode debuteerden Patrick Dassen, Nico Dros, Stephan Enter, Carl Friedman, D. Hooijer, Otto de Kat, Toine Moerbeek, L.F. Rosen, Frida Vogels en Marjoleine de Vos in boekvorm. Jan Fontijn, Guus Middag en Willem Jan Otten vertrokken bij hun respectieve uitgeverijen en brachten hun werk hier onder. Ook Adriaan Morriën keerde terug bij de uitgeverij en publiceerde in korte tijd zes nieuwe titels.
In 1991 werd met uitgeverij Athenaeum een begin gemaakt met de Franse Bibliotheek. Besloten werd haar zelf voort te zetten.  In de loop der jaren verschenen 36 titels, van klassieken als Balzac, Baudelaire, Céline, Verlaine en Zola tot en met hedendaagse schrijvers als Pierre Bergounioux, François Bon, Michèle Desbordes, Pierre Michon en Jean Rouaud.

Met de verschijning, tussen 1996 en 2000, van zijn zevendelige, ruim 5000 bladzijden tellende roman Het Bureau kreeg J.J. Voskuil vele tienduizenden lezers in zijn greep, waardoor het tot een bestseller uitgroeide.

Door een bijzondere samenloop van omstandigheden kruisten zich ook onze wegen met die van de inmiddels wereldberoemde, Brits-Indiase schrijver Vikram Seth. Achtereenvolgens verschenen van hem de romans A Suitable Boy (1993, in het Engels) en in vertaling The Golden Gate, De Golden Gate (1995) en An Equal Music, Verwante stemmen (1999).

De Russische Bibliotheek werd uitgebreid met de verzamelde werken van intussen klassiek geworden twintigste-eeuwse schrijvers als Michail Boelgakov (3 delen), Ivan Boenin (4), Vladimir Majakovski (1) en Marina Tsvetajeva (1).

Omdat het nog enige tijd leek te duren voordat zich een biograaf van Geert van Oorschot zou aandienen, verscheen ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de uitgeverij in 1995 – naast een jubileumeditie van de Vlissingse verhalen van R.J. Peskens – een voorproefje uit zijn epistolaire nalatenschap onder de titel Brieven van een uitgever.

Brievennummer Tirade

Het nieuwe Tiradenummer, dat vanaf nu te bestellen is op www.tirade.nu, bevat brieven en stukken over correspondentie. Onder meer in dit nummer: brieven van Hanny Michaelis aan haar huisbaas, van Willem Wittkampf over de schilder Melle, van Herman Pieter de Boer, van David Pefko en van Kester Freriks. Verder een essay van Jan Fontijn over de epistolaire liefde tussen Stendhal en zijn zuster, herinneringen van Ulli Jessurun d’Oliveira aan Gerard Reve en de begintijd van Tirade en een stuk van Bart Slijper, volgens wie de mooiste literaire brieven uit maar een paar regels bestaan. Van iedere bijdrage is de eerste pagina te lezen op www.tirade.nu.

Tirade 427 verschenen

Tirade 427 is verschenen. In deze Tirade ruim plaats voor het literair essay:  ‘De moskeeën geven de stad een uniek silhouet. Van elk van hen ging een verschillende droefheid uit.’ schrijft Jan Fontijn in een essay over melancholie en islam waarin hij leven en werk van Couperus, Orhan Pamuk, Pierre Loti en Isabella Eberhardt verweeft.
‘Vele primitieven kregen hun eerste lessen natuurkunde nadat zij op de tenen van een hark trapten’ begint Michel Hoffer zijn beschouwing over de wetsartikelen 147 en 147a.  Martijn Meijer onderzoekt de beweegredenen van Yukio Mishima voor zijn seppuku: ‘Hij was door het noodlot voorbestemd om op een bizarre manier te sterven.’ Nick van Tilburg ontrafelt het tragische bestaan van de dichter Halbo C. Kool en zijn rol in De Avonden van Gerard Reve. Reiner de Winter over vrijheid van meningsuiting versus vrijheid van godsdienst naar aanleiding van cartoons.
Verder poëzie van Mark Boog, Catharina Blaauwendraad, Erik Jan Harmens, Peter van Lier, Lieke Marsman, Peter du Gardijn, verhalen van David Manos Pefko  Lloyd Haft, Robert Menasse, Michel Ramaker.

Wilt u van een van de bijdragen vast een bladzijde lezen, kijk dan op www.tirade.nu onder voorproeven.