Vanaf het platteland

3.

In de namiddag stopt in het centrum van het dorp een oude autobus: mannen met grijze gezichten stappen zwijgend uit.

 

Hoewel traag lopen zij doelbewust: huiswaarts (vast), met in hun hoofd altijd en alleen maar weer gedachten (over, respectievelijk: eten, rusten, slapen gaan) die steunen op de ene gedachte die nog maar amper

een

gedachte is: ‘Morgen weer een dag.’

Uit: Peter van Lier, Gaandeweg rustieker

Vanaf het platteland

1.

Hoewel het elf uur in de nacht is, of daaromtrent, komt er een meisje voorbijgefietst. Alleen, neuriënd. Aan de rand van het dorp, in een van die schaars verlichte straten.

            Uit geweest in het centrum, natuurlijk.

            Met een vriend die hier woont, waarschijnlijk. Prettig verlopen.

            En nu fietst ze goedgeluimd naar huis, naar het aangrenzende gehucht een paar kilometer verderop, waar haar ouders haar liefdevol zullen opwachten, pa wel wat slaperig. Nadat wordt gevraagd ‘Hoe was het?’ en zij volkomen oprecht ‘Goed’ kan antwoorden (haar vriend, zoon van een goede bekende van haar vader, zo bleek, werkt zelfs al) en iedereen vervolgens zwijgend zich gereedmaakt om naar bed te gaan (morgen inderdaad weer een dag), vult haar hoofd zich weldadig met geliefde gedachten in verband met nageslacht,

liever te veel dan te weinig.

Uit: Peter van Lier, Gaandeweg rustieker

Brabant

Weg van Minke Douwesz en Hoor van Peter van Lier zijn genomineerd voor de Prijs der Brabantse Letteren. Er is ook een publieksprijs. Breng uw stem uit via deze link!

Erik Lindner in De Groene Amsterdammer: ‘Van Lier schrijft indruksgetrouwe en precieze poëzie. Veel wordt er via de beelden verteld. Soms is dat even onaangenaam, als aan een bar uit een broekzak of jaszak een speelgoedbeest te voorschijn komt. De dichtbijheid van de dingen klinkt soms een beetje navrant, door het vergrootglas van Van Lier. En tegelijkertijd is dat de scherpte, het bijzondere van zijn werk.’

Fleur Speet in Financieel Dagblad: Weg is zondermeer de beste roman die ik in tijden las, een boek om met gretige haast in uit te rusten.’

Oorshop pakt uit

In de Oorshop een nieuwe prijsverlaging: de gebonden versie van het Verzameld werk van Richard Minne, van € 29,50 voor € 20. Bestel snel!
Jeroen Brouwers over het werk van Minne: ‘Hoe bescheiden van omvang het ook is, in waarde overstijgt het de gigantische oeuvres van sommige van zijn zeer bejaard geworden collega’s en critici.’

Verder in de Oorshop: de nieuwe boeken:
Zoals een ster verstand heeft van het licht
, bloemlezing uit het werk van Adriaan Morriën door Ester Naomi Perquin..
De derde druk van Nico Dros’ De sprekende slang.
En de nieuwe bundel van Peter van Lier Hoor

Twee nieuwe Van Oorschot Hardcovers verschenen onlangs, beide titels die al wel in Verzamelde Werken verschenen, maar nu voor het eerst als aparte titel. Dat verdienen ze:
Drama op de jacht van Anton Tsjechov en
Vaders en zonen van Ivan Toergenjev, beide voor slechts €15.

Hoor verschenen

Er is een nieuwe dichtbundel verschenen van Peter van Lier: Hoor. Erik Lindner schrijft op de website van De groene Amsterdammer over deze bundel: ‘Van Lier schrijft indruksgetrouwe en precieze poëzie. Hij maakt deel uit van de generatie van de impliciete filosofen, zoals Arjen Duinker, K. Michel en Mustafa Stitou (naast de veel explicietere filosoof Henk van der Waal). Veel wordt er via de beelden verteld. Soms is dat even onaangenaam, als aan een bar uit een broekzak of jaszak een speelgoedbeest te voorschijn komt. De dichtbijheid van de dingen klinkt soms een beetje navrant, door het vergrootglas van Van Lier. En tegelijkertijd is dat de scherpte, het bijzondere van zijn werk.’

Peter van Lier (1960) publiceerde in 1994 het filosofisch essay Van absurdisme tot mystiek. In 1995 debuteerde hij als dichter met de bundel Miniem gebaar, die werd bekroond met de Prijs van de Vlaamse Gids. Voor zijn bundel Gegroet o… (1998) ontving hij de Jan Campertprijs. Zijn voorlaatste bundel Zes wenken voor muggen aan de deur werd in het najaar van 2007 de kwartaalkeuze van de Poëzieclub.

Andere persstemmen:

‘De taal blijkt vooral een bezweringsmiddel tegen de dreiging van zinloosheid, chaos en wanhoop. Wat tot in de vorm van de gedichten voelbaar is: die geestige lange Van Lier-zinnen, waaraan alles gelegen lijkt de boel in verband te houden en tot een goed einde te brengen.[…]

Uit kolderiek omslachtige volzinnen die zich in grillige hink-stap-sprongen over de pagina bewegen rijst een wereld vol hedendaagse lulligheid op: gezinstaferelen, een burenruzie, kantoorlol, een televisiequiz. Een quasi-idyllische wereld, opgedist in kleine verhaaltjes met mierzoete happy endings.
Maar aan alle kanten puilt het gevaar of de afschuw achter de woorden vandaan. Mensen die zich terugtrekken op een eiland van komische vaste gewoontes en dooddoeners om zich staande te houden bevolken deze gedichten.’

Erik Menkveld in de Volkskrant

‘Zijn poëzie vraagt een aandacht die zeldzaam is heden ten dage. Hoe zuinig hij ook met zijn woorden is, de structuur van zijn gedichten, met die uitdijende zin en met het vele wit dat woorden isoleert en op de voorgrond plaatst, dwingt tot langzaam lezen.’

Janita Monna in Awater

 

Voorjaarsaanbieding 2010

A.P. Tsjechov | Verzamelde verhalen deel 5
Nico Dros | De sprekende slang. Een kleine geschiedenis van laaglands
fundamentalisme

Nescio | Brieven uit Veere
Nescio | Verzameld proza en nagelaten werk
Karel van het Reve | Verzameld werk deel 4
Kees Verheul | Een jongen met vier benen
J.J. Voskuil | Jeugdherinneringen
J.J. Voskuil | Bij nader inzien
Detlev van Heest | De verzopen katten en de Hollander
Adriaan Morriën | Zoals een ster verstand heeft van het licht

Ivan Toergenjev | Vaders en zonen (hardcover)
Anton Tsjechov | Drama op de jacht (hardcover)

Peter van Lier | Hoor
Nop Maas | Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. Deel 2: De
‘rampjaren’ 1963-1975

Mohana van den Kroonenberg | Moorddiner
Frida Vogels | Dagboek 1968-1969
Jean Rouaud | De beloofde vrouw

1990 – 2000

In deze periode debuteerden Patrick Dassen, Nico Dros, Stephan Enter, Carl Friedman, D. Hooijer, Otto de Kat, Toine Moerbeek, L.F. Rosen, Frida Vogels en Marjoleine de Vos in boekvorm. Jan Fontijn, Guus Middag en Willem Jan Otten vertrokken bij hun respectieve uitgeverijen en brachten hun werk hier onder. Ook Adriaan Morriën keerde terug bij de uitgeverij en publiceerde in korte tijd zes nieuwe titels.
In 1991 werd met uitgeverij Athenaeum een begin gemaakt met de Franse Bibliotheek. Besloten werd haar zelf voort te zetten.  In de loop der jaren verschenen 36 titels, van klassieken als Balzac, Baudelaire, Céline, Verlaine en Zola tot en met hedendaagse schrijvers als Pierre Bergounioux, François Bon, Michèle Desbordes, Pierre Michon en Jean Rouaud.

Met de verschijning, tussen 1996 en 2000, van zijn zevendelige, ruim 5000 bladzijden tellende roman Het Bureau kreeg J.J. Voskuil vele tienduizenden lezers in zijn greep, waardoor het tot een bestseller uitgroeide.

Door een bijzondere samenloop van omstandigheden kruisten zich ook onze wegen met die van de inmiddels wereldberoemde, Brits-Indiase schrijver Vikram Seth. Achtereenvolgens verschenen van hem de romans A Suitable Boy (1993, in het Engels) en in vertaling The Golden Gate, De Golden Gate (1995) en An Equal Music, Verwante stemmen (1999).

De Russische Bibliotheek werd uitgebreid met de verzamelde werken van intussen klassiek geworden twintigste-eeuwse schrijvers als Michail Boelgakov (3 delen), Ivan Boenin (4), Vladimir Majakovski (1) en Marina Tsvetajeva (1).

Omdat het nog enige tijd leek te duren voordat zich een biograaf van Geert van Oorschot zou aandienen, verscheen ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de uitgeverij in 1995 – naast een jubileumeditie van de Vlissingse verhalen van R.J. Peskens – een voorproefje uit zijn epistolaire nalatenschap onder de titel Brieven van een uitgever.

Tirade 427 verschenen

Tirade 427 is verschenen. In deze Tirade ruim plaats voor het literair essay:  ‘De moskeeën geven de stad een uniek silhouet. Van elk van hen ging een verschillende droefheid uit.’ schrijft Jan Fontijn in een essay over melancholie en islam waarin hij leven en werk van Couperus, Orhan Pamuk, Pierre Loti en Isabella Eberhardt verweeft.
‘Vele primitieven kregen hun eerste lessen natuurkunde nadat zij op de tenen van een hark trapten’ begint Michel Hoffer zijn beschouwing over de wetsartikelen 147 en 147a.  Martijn Meijer onderzoekt de beweegredenen van Yukio Mishima voor zijn seppuku: ‘Hij was door het noodlot voorbestemd om op een bizarre manier te sterven.’ Nick van Tilburg ontrafelt het tragische bestaan van de dichter Halbo C. Kool en zijn rol in De Avonden van Gerard Reve. Reiner de Winter over vrijheid van meningsuiting versus vrijheid van godsdienst naar aanleiding van cartoons.
Verder poëzie van Mark Boog, Catharina Blaauwendraad, Erik Jan Harmens, Peter van Lier, Lieke Marsman, Peter du Gardijn, verhalen van David Manos Pefko  Lloyd Haft, Robert Menasse, Michel Ramaker.

Wilt u van een van de bijdragen vast een bladzijde lezen, kijk dan op www.tirade.nu onder voorproeven.