Biografie Johan Polak verschenen!

Recent verscheen Koen Hilberdinks biografie over Johan Polak. J.B.W.P. Het leven van Johan Polak is een spraakmakend boek over de uitgever, boekhandelaar, schrijver en homo-emancipator.

Johan Polak (1928-1992) groeide op in ‘een zeer liberaal joods milieu met sterk atheïstische en sociaaldemocratische inslag’. Zijn jeugd werd echter bruut verstoord door de vroege dood van Johans vader en de Duitse bezetting vlak daarna. Deze ingrijpende gebeurtenissen en de verhouding met zijn moeder bepaalden voor een groot deel zijn verdere leven.

De drama’s uit zijn jeugd worden door Hilberdink in verband gebracht met de oprichting van uitgeverij Polak & Van Gennep in 1962. Polak gaf op fraaie wijze het werk uit van onder anderen J.C. Bloem, Ida Gerhardt en Gerard Reve. Die laatste bewonderde hij van alle naoorlogse auteurs het meest, maar hij kreeg met hem ook een uiterst complexe verhouding. Daarnaast begon Polak in 1966 de vermaarde Athenaeum Boekhandel op het Spui in Amsterdam. Het werd een centrum van activiteiten, zowel politiek als literair, en Johan werd een bekende Amsterdammer. Uitvoerig komt ook Polaks rol aan de orde in de emancipatie van homoseksuelen in de jaren zestig. Zijn persoonlijke seksuele bevrijding wordt openlijk beschreven.Bewaren

Kerst in de Oorshop

Gewaardeerde lezer,

Het einde van het jaar nadert met rasse schreden. De donkerste maand van alle heeft zich aangediend, de maand waarin klassiekers herlezen worden of dat ene werk van die aanstormende jongeling nu eens eindelijk ter hand kan worden genomen.  Weinig tijd en toch nog kerstinkopen doen? Dat kan eenvoudig thuis vanuit uw luie stoel. In de Oorshop.  Doe uw geliefde(n) een prachtig boek cadeau – wij hebben alvast een bijzondere selectie voor u samengesteld:

Tolstoj is niet alleen een grote roman- en verhalenschrijver, in Hadzji Moerat bewijst hij een onderzoeksjournalist avant la lettre te zijn. In een verrassend moderne vertelstijl beschrijft de grote Russische auteur het leven van de Tsjetsjeense rebellenleider Hadzji Moerat, waarbij hij terloops een ongenadig portret van tsaar Nicolaas I schildert en bovendien de op eigen gewin beluste lokale overheden op de hak neemt. Deze paperbackeditie is zeer scherp geprijsd, inclusief kortingsbon voor het gebonden Russische Bibliotheek-deel Verhalen en novellen 2!

•  Het onverminderd populaire complete dichtwerk van Vasalis en van Kopland is eenmalig in een fraaie midprice uitgave verschenen. Beide hardcover uitgaven zijn een formidabel, exquise cadeau dat het hart van iedere poëzieliefhebber sneller zal doen kloppen.

•  ‘Hoe ik erin verzeild raakte? Rusteloosheid – ja, dat in eerste instantie. Ik had een geliefde, een hoogbegaafde en licht autistische natuurkundige die maar niet kon beslissen of ze nu op mannen of op vrouwen viel, kortom het was aan-uit-aan-uit en dat werd zo dodelijk vermoeiend, dat ik zelf actie ondernam.’
Zo begint Compassie,  van Stephan Enter. Dit aangrijpende en meeslepende boek werd genomineerd voor de ECI-literatuurprijs 2015 (voorheen AKO-literatuurprijs). Auteur Charlotte Mutsaers over Enters roman: ‘Gisteren heb ik in één ruk Compassie uitgelezen […]. Nieuw in meer dan een opzicht! Wat een schitterend en diep boek is dat. Heel lang niet zo’n uitstekende Nederlandse roman gelezen.’

•  Elisabeth Eybers (1915-2007) was de eerste vrouw die in Zuid-Afrika de prestigieuze Hertzog Prijs won voor haar dichtbundels Die stil avontuur en Belydenis in die skemering. Na haar verhuizing naar Nederland bouwde ze hier eveneens een grote schare fans op. In 1978 ontving ze de Constantijn Huygensprijs en in 1991 de P.C. Hooftprijs, beide voor haar gehele oeuvre.  Voor de bundel My radarhart laat niks ontglip selecteerde Alfred Schaffer zijn favoriete gedichten van deze grootmeester van de poëzie.

•  December, kerst en de jaarwisseling zijn onlosmakelijk verbonden met De avonden van Gerard Reve. Het leven van de Grote Volksschrijver werd uitvoerig en veelgeprezen opgesteld door Nop Maas, in zijn driedelige biografie. De drie paperbackdelen kosten tezamen € 105. Eenmalig zijn ze nu in een cassette samengevoegd, waarmee u de gehele biografie voor de totaalprijs van € 49,90 in huis haalt!

•  In 862 kwam Noormannenhoofdman Rurik aan de macht in het gebied dat we tegenwoordig Rusland noemen. In 2008 continueerde Poetin zijn machtspositie door Medvedev als president naar voren te schuiven. Wat gebeurde er in de tussentijd allemaal? En wat gebeurde er ná die ultieme ‘troonsbestijging’ in 2008? Een geschiedenis van Rusland is een meeslepend en gedegen onderzoekswerk dat leest als een politieke thriller. Marc Jansen voegde voor deze nieuwe editie – al de tiende druk! – wederom een hoofdstuk toe, waardoor het anno 2015 volledig up-to-date is.

•  Klassiek. Groots. Ongeëvenaard. Bloedstollend. Ontregelend. Misschien wel het beste boek van na de Tweede Wereldoorlog: De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans. ‘Een grandioos boek, het obsederendste boek in onze taal dat ik ken’ (Hans van Straten), ‘Zo meeslepend als een avonturenroman, zo spannend als een detectiveverhaal, intelligent en tegelijkertijd met een brutaliserende nonchalance geschreven’ (Ben Stroman). Deze vijftigste druk is een luxe, verrassende, zeer gelimiteerde jubileumeditie. Een erg bijzonder exemplaar voor de liefhebber. Zolang de voorraad strekt; wees er snel bij!

•  Vier jaar op rij en inmiddels niet meer weg te denken: de Van Oorschot Poëziekalender. Samengesteld door Menno Hartman en Janita Monna. Een unieke bundeling van hedendaagse stemmen, klassieke grootheden, buitenlandse zwaargewichten en jonge prijswinnaars. In de Poëziekalender staan voldoende gedichten om alle driehonderdzesenzestig dagen van 2016 van diepgang, humor en verwondering te voorzien. Haal ’m nu in huis!

En in de Oorshop meer essays, koopjes, gesigneerde boeken, kelderrestanten, etc. etc.

Feestelijke avond Rode Hoed

Het is nog niet zover, maar bijna… Op vrijdag 13 november wordt de biografie door Arjen Fortuin Geert van Oorschot, uitgever gepresenteerd in de Rode Hoed. Daar worden veel mensen verwacht. Graag aanmelden dus! (zie onder).

Geert van Oorschot  (1909-1987) was een van de succesvolste en spraakmakendste uitgevers van de vorige eeuw. Hij was de uitgever en dikwijls ook ontdekker van tal van belangrijke Nederlandse schrijvers, onder wie Gerard Reve, W.F. Hermans, Jan Hanlo, M. Vasalis, Rutger Kopland, Hanny Michaelis en J.J. Voskuil. Uit gezocht geld, deskundige vertalers en een klassieke boekverzorging smeedde Van Oorschot de Russische Bibliotheek. Deze reeks vestigde de reputatie van zijn bedrijf en liet Nederland kennismaken met het Rusland van de negentiende eeuw. Van Oorschot had een haast bovenmenselijke energie: naast het bestieren van zijn uitgeverij onderhield hij tal van contacten en correspondenties met schrijvers en kunstenaars (óók uit zakelijk belang) én hij vond tijd om zelf te schrijven. (onder zijn pseudoniem R.J. Peskens.)

Arjen Fortuin schreef een meeslepend boek over Geert van Oorschot, waarin de anekdotes en citaten kleur geven aan het grotere verhaal. Geert van Oorschot, uitgever is niet slechts een biografie, maar ook een boek over de naoorlogse literatuur, de politiek, het literaire leven. En uiteindelijk een boek over Nederland in de tweede helft van de 20e eeuw.

Natuurlijk zal de biograaf zelf tijdens deze avond aan het woord komen, daarnaast zullen dichters Willem Jan Otten en Mathijs Gomperts voordragen, is er muziek van Bartók, leest actrice Linda van Dyck (o.v.) voor uit Mijn Tante Coleta en zullen Carel Alphenaar en Cas Enklaar fragmenten uit Van Oorschots roemruchte correspondentie lezen. Ook zullen er filmfragmenten van Geert van Oorschot vertoond worden. De presentatie is in handen van Ester Naomi Perquin.

De Uitgeverij heeft kaarten gereserveerd voor auteurs, vertalers, boekhandelaars en andere vrienden. Voor contact over deze kaarten mail ons. De Rode Hoed verkoopt kaarten via deze link.

Wacht niet te lang, het wordt druk…

Max de Jong – Dagboek

‘Ik reken’, aldus uitgever Geert van Oorschot in mei 1985 voor de VPRO-radio, ‘het Dagboek van Max de Jong met De avonden van Van het Reve en Bij nader inzien van Voskuil tot de drie grote monumenten van de literatuur omstreeks het midden van de eeuw.’

Max de Jong (1917-1951), schrijver van onder meer het fameuze lange gedicht Heet van de naald, waarvan in 1947 bij uitgeverij Van Oorschot de eerste druk verscheen, hield vanaf datzelfde jaar tot kort voor zijn dood een dagboek bij. Getuige een korte schriftelijke verklaring zag hij dit niet voor publicatie bestemd. Deze wens werd door zijn zuster en enige rechtstreekse erfgenaam Lidi Bool-de Jong gerespecteerd – een besluit waarop niets viel af te dingen. Niettemin moet in De Jongs vriendenkring een kopie van het handschrift hebben gecirculeerd want al vroeg bestond er een getypte weergave van. In 1990 verscheen in een oplage van 51 exemplaren een roofdruk in vier delen. Het was daarmee een boek voor een ‘inner circle’ geworden, hetgeen menige rechtgeaarde belangstellende een doorn in het oog was. Het bleef een van de meest besproken en minst gelezen literaire documenten uit de naoorlogse literaire geschiedenis.

De zuster van Max de Jong overleed in 2013. Na rijp beraad hebben haar kinderen nu besloten het dagboek van hun oom vrij te geven voor publicatie. Tot onze vreugde gunden ze verschijning aan de uitgeverij die Heet van de naald 67 jaar lang met een gezamenlijke verkochte oplage van 2.500 exemplaren als een van de mooiste na-oorlogse dichtwerken koppig in druk hield.

Het Dagboek van Max de Jong beslaat circa 800 bladzijden. Het zal in november 2015 verschijnen als Van Oorschot-dundruk. De bezorging is in handen van literair historica Marsha Keja, die in 2014 tevens Heet van de naald en andere gedichten bezorgde.

Max Jelle de Jong (Wageningen, 25 december 1917 – Amsterdam, 10 juni 1951) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Utrecht, waar hij tot de vrienden en kennissen van Theo van Baaren, Gertrude Pape, Ad den Besten, Louis Lehmann en Leo Vroman behoorde. Hij werkte mee aan de literaire tijdschriften Groot Nederland – waarin hij in 1938 als dichter debuteerde -, De Gemeenschap, De Schoone Zakdoek en Libertinage. Na de Tweede Wereldoorlog was hij bevriend met uitgever Geert van Oorschot – bij wie in 1947 zijn lange autobiografische prozagedicht Heet van de naald verscheen – en de schrijvers Adriaan Morriën en Gerard Reve.

Voorjaarsaanbieding 2014

Hans Lodeizen | De wanhoop is tijdelijk voorbij
Anna Louw | Kroniek van Perdepoort
Willem Jan Otten | Een ridder van de Engelse drop
Lieke Marsman | De eerste letter
Nico Dros | Oorlogsparadijs (midprice)
Michiel Heijungs | Retour Bangkok
D. Hooijer | Berichten van een zakenman
Otto de Kat | Bericht uit Berlijn (midprice)
Nop Maas | Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. Deel 1, 2 en 3 nu in cassette
Aleksandr Poesjkin | Jevgeni Onegin (midprice)
Ivan Toergenjev | Vaders en zonen (midprice)
J.J. Voskuil | Ik ben ik niet
Chr. J. van Geel | Onverzamelde gedichten
Michail Boelgakov | Romans en verhalen (hardcover)
Patrick Dassen | Sprong in het duister. Duitsland en de Eerste Wereldoorlog
Max de Jong | Heet van de naald! en andere gedichten
William Shakespeare | Venus en Adonis
Leo Tolstoj | Anna Karenina (hardcover)
Edith Wharton | Romeinse koorts
N.V. Gogol | Dode zielen (nieuwe vertaling)
Marc Jansen | Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne
Manet van Montfrans | Steltlopen door de tijd
Ester Naomi Perquin en Menno Hartman (red.) | Poëziekalender 2015

De Volkskrant en NRC over Butler

In De Volkskrant verscheen een lovende recensie van De weg van alle vlees van Samuel Butler. Recensent Maria Barnas bejubelt de niet eerder in het Nederlandse vertaalde roman en bekroont het boek met vijf sterren. Barnas: ‘Butler is een meester in het redeneren en drogredeneren. De meeste personages die verschijnen in vier generaties van de familie Pontifex leven in een warrig net van taal. Ze kunnen zichzelf en elkaar door middel van verhalen uit de Bijbel en met persoonlijke aanvullingen alles wijsmaken. De taal zelf, in een kraakheldere vertaling van Nele Ysebaert, springt steeds boven alles uit.’

En Bas Heijne in NRC Handelsblad (••••): ‘Informeel, ironisch, bijtend brutaal – een stijl die volledig tot zijn recht komt in de trefzekere vertaling van Nele Ysbeart. […]  Een roman over Victoriaanse hypocrisie, vond men, maar er worden veel meer essentiële zaken aan de orde gesteld.’ Lees hier de hele recensie.

De weg van alle vlees was het lievelingsboek van Gerard Reve.

‘Wilt u rood, wit of water?’

Op donderdag 14 maart, aan de vooravond van de Boekenweek, presenteert Adriaan van Dis nog eenmaal zijn vermaarde boekenprogramma Hier is… Adriaan van Dis, dat tussen 1983 en 1992 op de televisie werd uitgezonden. Wekelijks ontving Van Dis nationale en internationale schrijvers. Legendarische uitzendingen waren er onder meer met Gerard Reve, Willem Frederik Hermans en Willem Oltmans. Het programma had dusdanig veel invloed op de boekenverkoop, dat er gewag werd gemaakt van het zogenaamde ‘Van Dis-effect’. (Vergelijkbaar met het ‘Ritter-effect’ uit vroegere tijden.)
In de uitzending van 14 maart ontvangt Van Dis onder meer Maarten en Eva Biesheuvel. P.C. Hooftprijswinnaar Biesheuvel werd beroemd vanwege zijn fantasierijke verhalen over zijn jeugd, krankzinnigheid en zijn leven thuis met zijn vrouw Eva. Het meest vermaard zijn misschien wel zijn verhalen over de zee en zijn ervaringen als matroos. Ze zijn gebundeld in Zeeverhalen, een inmiddels klassieke titel in de Nederlandse literatuur, die onlangs voor de vijfde maal werd herdrukt.
Naast deze Zeeverhalen is ook nog altijd zijn Verzameld werk beschikbaar: drie delen dundruk, gebonden uiteraard, samengevoegd in een linnen cassette.

Gouden Boekenuil

Op de longlist van de Gouden Boekenuil, de belangrijkste literaire prijs van Vlaanderen, staat onder andere het derde deel van de Revebiografie van Nop Maas. In dit boek schrijft Maas over het leven van Gerard Reve in de jaren 1975-2006. Lange tijd werd de verschijning van dit boek tegengehouden door Joop Schafthuizen, Reve’s erfgenaam. Na verscheidene processen verscheen het boek toch, in het najaar van 2012.
Zie hier voor een compleet overzicht van alle genomineerde titels. Op 27 februari maakt de vakjury de shortlist bekend. Daarnaast is er ook nog een lezersjury die een winnaar bekend zal maken. Vorig jaar was dat Stephan Enter voor zijn roman Grip.

Winst in kort geding om deel 3

Op 23 oktober 2012 heeft de voorzieningenrechter in Amsterdam in het door de heer Schafthuizen tegen Nop Maas en uitgeverij Van Oorschot aangespannen kort geding over Gerard Reve. Kroniek van een schuldig leven. Deel 3: De late jaren (1975-2006), dat diende op 22 oktober 2012, de vorderingen van de eiser afgewezen. Deze behelsden onder meer een verbod op verdere verspreiding van het boek en een ‘recall’ bij de boekhandel van de reeds verspreide exemplaren. Eiser is tevens veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de gedaagden. (zie Rechtbank Amsterdam: zaaknummer/rolnummer 528207 / KG ZA 12-1436 SP/JWR).

De afgelopen dagen is het boek op verschillende plaatsen uitverkocht geraakt en kon het, hangende de procedure, niet worden aangevuld. Vanaf vrijdag 26 oktober zal het weer verkrijgbaar zijn bij alle boekhandelaren die exemplaren hebben bijbesteld.
De heer Schafthuizen heeft intussen aangekondigd dat hij de door hem ingestelde bodemprocedure zal voortzetten, omdat de uitspraak van de voorzieningenrechter ‘niet deugt’ Als voorheen zien auteur en uitgever, gezien de grote zorgvuldigheid waarmee het oordeel van het Gerechtshof te Amsterdam in hoger beroep na het eerste kort geding, als nu ook het oordeel van de voorzieningenrechter in het tweede kort geding tot stand is gekomen, de uitkomst van de bodemprocedure vol vertrouwen tegemoet.

Oorspronkelijk zou deel drie van de biografie van Gerard Reve in 2010 verschijnen. Nadat de erfgenaam van Reve, de heer J. Schafthuizen, de tekst van dit deel van tevoren ter inzage had gekregen en hierin alles kon schrappen wat naar zijn zin te zeer privé was, en nadat de tekst was gezet, maakte de heer Schafthuizen echter plotseling bezwaar tegen de uitgave. Uiteindelijk leidde dat tot een kort geding, waarin de voorzieningenrechter publicatie verbood. In hoger beroep werd deze uitspraak vernietigd door het Amsterdamse gerechtshof, dat de bezwaren van de heer Schafthuizen verwierp. Voor wie daar belang in stelt zijn de uitspraken van de voorzieningenrechter en het gerechtshof te vinden op www.rechtspraak.nl, LJN BQ8190 en BW9334.

Na deze uitspraak stond de verschijning van deel drie gepland voor november 2012. Dat de productie sneller verliep dan voorzien heeft als voornaamste oorzaak dat wij al sinds november 2010 over een gave drukproef beschikten. Om die reden kon het boek wat eerder verschijnen.

Hoger beroep biografie Reve

De schrijver en uitgever van het boek Gerard Reve – Kroniek van een schuldig leven, Nop Maas en Wouter van Oorschot, stellen hoger beroep in tegen de uitspraak van de rechtbank in Amsterdam die hen de uitgave van het derde deel van deze kroniek verbiedt voorzover dit citaten uit ongepubliceerd werk van Gerard Reve bevat. Zij zijn van mening dat de auteursrechthebbende op het werk van Reve, J. Schafthuizen, wel degelijk toestemming voor de uitgave heeft gegeven.

Deel 4

Het vierde deel van Karel van het Reves Verzameld werk bestrijkt de periode 1973-1980 en bevat de bundels Uren met Henk Broekhuis en Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes.

Ruim tweederde van dit deel (650 bladzijden!) bestaat uit niet eerdere gebundeld materiaal uit dezelfde periode. Van het Reve blijkt namelijk als Henk Broekhuis Ã³Ã³k vijf jaar lang tv-recensie te hebben geschreven voor NRC Handelsblad.

In zeer levendig geschreven ‘columns’ figureren uiteenlopende figuren als Joop den Uyl, Pippi Langkous, Wim Kan, bisschop Gijsen en ‘de kritische leraar’. De twee stukjes over het bezoek van Henk Broekhuis en zijn vrouw aan de grote volksschrijver Gerard Reve in Frankrijk veroorzaakten een brouille tussen de beide broers.

Boeiend zijn ook de nooit gebundelde boekrecensies uit deze jaren. Aangrijpend is de inleiding bij het Dagboek geschreven in Vught van zijn in de oorlog omgekomen vriend David Koker. En dat Karel van het Reve een meester was in het genre van de necrologie blijkt uit zijn stukken over Jacques Presser en over Andrej Amalrik (‘De onhandelbaarste man die ik ooit heb ontmoet’).

Verzameld werk 4

ISBN 9789028242616
Non-fictie, 1032 pagina’s
1e druk
Gebonden   € 45.00

bestellen

In de kantlijn: Germaine Chastan (1914-2009)

Door Wouter van Oorschot

Germaine Chastan is dan eindelijk gestorven. In april 2009 maar de buren vertelden het me pas een jaar later, nu ik weer bij hen terug ben. Germaine Chastan, geboren in 1914, werd 95 jaar oud. Zij is de heldin van Gerard Reve in de epiloog van diens onvolprezen roman Oud en Eenzaam. Dat haar naam aldus voor het nageslacht dat weten wil bewaard blijft, is een vorm van gerechtigheid. In de Franse literatuur komt zij niet voor, en heeft zij een van die vele ‘roemloze levens’ geleid, waarvan Pierre Michon er in zijn gelijknamige roman enkele aan de vergetelheid ontrukte. Germaine Chastan, in dit Franse buurtschapje ook mijn heldin, had, voor alle Fransen toegankelijk, in Michons boek moeten staan. Nu moeten zij wachten op een vertaling van de epiloog van Oud en Eenzaam; naar te vrezen valt een lange zit. Maar in Reve’s ene omschrijving: ‘Het gezicht van Germaine, die in haar gehele leven nooit anders gekend had dan werken, beginnen met werken en nooit ophouden met werken…’, daarin treedt onze voor de Fransen vooralsnog roemloos blijvende heldin naar voren zoals zij was. Beter: hoe haar leven is geweest. In dat gezicht, hoe ouder en doorgroefder ik het de afgelopen ruim veertig jaar ook heb zien worden, was altijd de beeldschone jonge vrouw zichtbaar die zij eens was, lang voordat ik zelfs maar bestond. Haar blik: zacht maar altijd twinkelend, haar spraak: welluidend maar terloops, alsof het voor God niet uitmaakte wat zij zei, haar hoofd: fier als het moest maar meestal iets schuingehouden, als keek zij je vanonder een zonnehoed aan, haar lichaam: tamelijk klein van stuk maar niet gedrongen, haar gehele voorkomen: zelfbewust, bescheiden, proper en zinnelijk. En: keihard als het moest. Laatstgenoemde eigenschap heeft zij gedurende haar lange leven nogal eens moeten aanspreken, vooral omdat zij van God niet dood kon.

Germaine Chastan werd geboren als tweede kind van vier in een familie waarvan alle leden al honderden jaren op dezelfde plaats ter wereld kwamen, woonden en werkten, aten, dronken en (soms) vrijden, en stierven. Voor haar kwam Marie en na haar kwamen Erneste en Marthe. Hunne ouders leefden in 1965 nog toen Hillie, mijn moeder, me verplichtte mee te gaan om kennis te maken. Ik was krap dertien, fris gewassen en in schoon goed gestoken, toen ik binnentrad in de wegens de hitte verduisterde woonkamer. Mijn kennis van de taal ontsteeg het niveau van ‘Papa fume une pipe’ nauwelijks, maar dat gaf niet want van mij werd niet verwacht te spreken. Alle tijd om rond te kijken dus. De oude mensen zaten tegen de achterwand, naast elkaar in wat fauteuils leken, alsof zij die verdiend hadden in plaats van de hardhouten rechte keukenstoelen waar de rest van het vertrek mee gevuld was. Ze zaten onbeweeglijk en het scheen mij toe alsof zij, in het gezicht van de anderen, tegen de wand geplakt zaten te wachten op hun beider dood, die slechts een lade hoefde open te kiepen waarin zij plots ruggelings zouden verdwijnen en waarna het leven verder zou gaan alsof er niets bijzonders gebeurd was. Het tableau en die voorstelling beklemden me en waarschijnlijk hierdoor kan ik mij behalve het glas grenadine dat mij werd aangereikt verder niets herinneren. Ik heb beide echtelieden daarna ook niet meer gezien.

Wel zag ik hun kinderen nog lange tijd. Dat wil zeggen de oudste drie want dochter Marthe was bij haar trouwen in het dorp gaan wonen, beneden in het dal. Marie en Erneste trouwden nooit. Marie is haar hele leven lang niet verder weg geweest dan het dorp beneden. Erneste wél: hij heeft het vaderland helpen verdedigen in de tweede grote oorlog, waar hij als mutilé de guerre’ uit terugkwam. Ook hij kwam daarna de buurtschap vrijwel niet meer uit, behalve soms voor een reünie van oudstrijders. Zuster Marie raakte niet aan de man, of wilde niet. Erneste raakte niet aan de vrouw, of kon dat als oorlogsslachtoffer niet meer. Germaine had een kortstondige verhouding met een tijdelijk bij de familie ondergedoken verzetsstrijder, die mooie liefdesspreuken in de steunbalk van de schuur kerfde, haar zwanger maakte en al snel met de noorderzon vertrok om nooit meer iets van zich te laten horen. In 1942 kreeg de tweede dochter een gezonde zoon, zij noemde hem Alain en daarmee was het voortbestaan van de familienaam gelukkig ook verzekerd.

En alles zou gaan zoals het eeuwenlang gegaan is: Alain zou opgroeien, vrijer worden van een meisje uit de buurt, geen seks voor het huwelijk – althans niet wat anti-religieuze mensen zich daarbij voorstellen -, met haar trouwen, voor nageslacht zorgen en dus voor een paar extra stel handen die op termijn het vele werk op de boerderij zouden helpen verlichten. En zo, tegen de tijd dat Germaine’s kleinkinders voldoende groot geworden waren, zouden er ook voldoende handen zijn om haarzelf, haar ongetrouwde zuster en broer naar het graf te helpen dragen wanneer God hen bij zich ontboden had.

Zo ging het al eeuwen, en hoewel Germaine zich geen enkele illusie maakte, dat de God in wie zij te geloven had gekregen het allemaal zo voorbeschikt had, je leefde nu eenmaal, moest dus werken tot de nieuwe generatie het overnam en met een beetje geluk beleefde je dan een redelijk onbezorgde oude dag, daar kwam leven immers op neer.

Het ging niet zo. Ja, Alain vond zijn boerendochter, Marise, een spichtige jonge vrouw met een strakke mond en een loensend oog, en zeker: getrouwd zou er worden. Maar waar zou het paar wonen? Harde onderhandelingen volgden. De moeder van de bruidegom kon haar zoon op de boerderij niet missen. De vader van de bruid, die geen zonen had, kon op zijn eigen boerderij een sterke jonge schoonzoon goed gebruiken. En Marise verdomde het om behalve met haar man en nog te produceren kinderen ook nog eens te moeten samenwonen met – lees: tot hun dood zorgen voor – schoonmama, haar wereldvreemde zuster en door de oorlog eenzelvig geworden broer. Resultaat: Alain zou een nieuw appartement aan de oude boerderij bouwen, daarna werd er getrouwd en trok Marise bij hem in, en hij zou zijn werkkracht verdelen tussen de twee boerderijen: boven en beneden, in het dal.

Het nieuwe appartement bijna gereed, werd er inderdaad getrouwd, er was een kind op komst, een dochter. En toen het gereed wás, verdomde Marise het alsnog om boven te komen leven. Sindsdien verdeelde Alain niet slechts zijn werkkracht maar ook zijn leven tussen boven en beneden: hij verdomde het zijn moeder in de steek te laten. Onmin groeide tussen de jonge echtelieden, maar voordat zij uit elkaar gingen kwam er nog wel een tweede dochter. Toen stierf, omstreeks haar tiende, het oudste dochtertje onder nooit geheel opgehelderde omstandigheden. De buren zeiden het mij raadselachtig zo: ‘de natuur verstaat heel goed wanneer zij niet gewenst wordt’ en deden er het zwijgen toe.

Vanaf dat moment, zo omstreeks 1980, voltrok zich in Alain Chastan binnen enkele jaren de metamorfose van man in de kracht van zijn leven die hem wel eens raken kon, in die van een rabiate alcoholist. Hij bleef zijn moeder trouw, en werkte nog wel, maar nergens anders nog vreugde in zoekend dan, vergeefs, in vele liters pastis en nog meer liters rode wijn. En andere handen op de boerderij die altijd het vrouwenwerk hadden gedaan, zoals van de nu naar de 70 lopende Germaine, waren er niet want Marie voerde nooit iets uit, mogelijk uit misplaatste jaloezie jegens haar zusje die tenminste nog één keer in haar leven wél gevrijd had. Halverwege de jaren negentig stierf Erneste, ruim 80. En Alain dronk door. Totdat hij, na eens op het erf dronken op zijn tractor tegen een muur tot stilstand gekomen en eraf gevallen te zijn, om pas na geruime tijd te worden gevonden omdat men afkwam op het ongebruikelijk regelmatig geronk van de motor, van de artsen te horen kreeg dat zijn lever onherstelbaar beschadigd was en hij binnen enkele maanden sterven zou indien hij ook nog maar één glas dronk. Dat hielp; hij was een wrak geworden maar herwon iets van zijn oude kracht – wat zijn intussen ruim 80-jarige moeder behoorlijk te stade kwam. Hij leefde nog eens jaar of zeven, voordat hij in november 2007 stierf in zijn slaap, 66 jaar oud.

Marie was toen alweer ruim vijf jaar dood, 98 geworden en nu moest Germaine, zelf 93, ook haar zoon wegbrengen. Vanaf toen leefde zij alleen, in de immense boerderij die nog geen halve eeuw tevoren een hele familie had gehuisvest, en met 80 hectare bos en bergweideland eromheen. Hoewel zij daarvóór zelden of nooit haar gezicht had laten zien, kwam nu de overgebleven kleindochter twee maal per week haar grootmoeder een uurtje bezoeken, en vragen of zij nog iets uit het dorp nodig had. De buren werd te verstaan gegeven dat hun hulp en zelfs toekijkend oogje niet nodig, ja ongewenst was. ‘Zij kan nauwelijks wachten’, zeiden de buren, minder raadselachtig dan vroeger. En ja, de resterende 166 uur van de week was Germaine Chastan op zichzelf aangewezen.

De laatste keer dat ik haar ontmoette was op 10 september 2008. Ik was op weg naar de buren. Zij zat op een verhoginkje langs de rand van de weg bij een bergweide, nogal ver van haar huis, uit te rusten van de wandeling voordat zij weer terugging. Stok erbij. Klein hoedje op. Een klein blauw-wit vlindertje vloog er af en toe even van op maar ging telkens weer zitten op de rand. Ik stopte, al was het maar om te zien dat haar niets mankeerde. Haar mankeerde niets. Zij herinnerde zich mij als de zoon van ‘Hillechêne’ met wie zij het altijd zo goed had kunnen vinden. ‘Gaat het u goed?’ vroeg ik. ‘O ja. Men moet wat wandelen en het is mooi weer. Mijn jongste zuster die bewoog nauwelijks meer en die is dit voorjaar doodgegaan.’ ‘Ja en uw zoon ook nog, vorig jaar, mijn condo…’ ‘We gaan wanneer we gaan, maar sommigen gaan te vroeg, dat is jammer’, zei ze. ‘Wandelt u zometeen dat hele stuk weer naar boven?’ ‘O ja hoor, een beetje wandelen is goed, je kunt toch niet de hele dag thuisblijven? Dan kom je nergens meer.’ Enzovoort, en telkens dat van haar hoedje opfladderende vlindertje. En nog altijd die prachtige, zachte, twinkelende ogen.

En nu is Germaine Chastan dus alweer een jaar dood. ‘Op het laatst liep ze overal rond en riep om Alain’, vertelden de buren. Ik voelde hun verdriet, en woede om die kleindochter, die hun het contact met haar grootmoeder had verboden.

De 80 hectare bos en bergweideland is intussen verhuurd aan een boer in de buurt. De directe omgeving van de boerderij wordt momenteel opgekalefaterd en zij zal spoedig te koop gezet worden. Voor een veel te hoog bedrag, dat wel, maar voor rijke patsers, het foute type zeg maar, nog altijd voor een schijntje. En maar goed dat die 80 hectare tenminste hun zorg niet is.

Zij heeft niet vergeefs geleefd, het liep alleen maar anders dan in alle voorafgaande eeuwen: sta me toe in liefde te gedenken: Germaine Chastan.