Schrijvers en titels

Het verzinnen van een goede titel voor een boek is een kunst apart. De beste schrijvers kunnen de slechtste titels verzinnen en andersom komt waarschijnlijk ook voor. Als redacteur op een uitgeverij weet ik dat titels vaak op het allerlaatste moment, als de aanbiedingsfolder wordt gemaakt, verzonnen worden en dat dat vaak door iemand anders dan de schrijver zelf gebeurt.
           
Scott Fitzgerald wilde dat zijn Gatsby-boek On the road to West Egg ging heten, of anders Among ash-heaps and millionairs. Op het laatst stelde hij Max Perkins de titel Under the Red, White and Blue voor. Maar zijn uitgever schreef hem terug dat het boek al gedrukt werd onder de titel The Great Gatsby. Volgens velen niet alleen een goed boek maar ook een heel goede titel.
            Ik vind het altijd wel mooi als er in de titels van een oeuvre een systeem valt te ontdekken. Zoals dat alle titels van Stephan Enter uit één woord bestaan. Of het gegeven dat het woord ‘zon’ vaak voorkomt in titels van Jeroen Brouwers: Bezonken rood, Het verzonkene, De zondvloed, Zonsopgangen boven zee en trouwens ook Zonder trommels en trompetten.
            Aan die laatste titel zit een verhaal vast: Lodewijk van Deyssel kreeg ooit een manuscript toegestuurd van een jonge schrijver met het verzoek om dat te lezen. De schrijver vroeg Van Deyssel ook of hij er niet een goede titel voor wist. ‘Komen er in het boek trommels en trompetten voor?’ vroeg Van Deyssel. ‘Nee,’ antwoordde de schrijver. ‘Welaan waarde heer,’ antwoordde Van Deyssel, ‘noemt u uw boek dan Zonder trommels en trompetten.’ Door deze anekdote kwam Brouwers aan zijn titel. Volgens de inmiddels overleden Harry Prick, grootste Van Deyssel-kenner die ooit heeft bestaan en zal bestaan, had deze anekdote trouwens niets met Van Deyssel te maken.
            Over de vraag wat een goede titel is, bestaan uiteraard verschillende meningen. Een paar van mijn eigen favorieten uit de Nederlandse literatuur: Liefde en goudvissen van Jacques Gans, Haast hebben in september en De honden jagen niet meer van A. Alberts, Moedwil en misverstand van Hermans, Wat kunnen wij van rijke mensen leren? van D. Hillenius, Biefstuk en benzine van Jan Fontijn en Vanwege een tere huid van A. Koolhaas. Welke mooie titels vergeet ik hier?
            A. Alberts is naar ik weet de enige auteur die een boek heeft gepubliceerd dat onder drie verschillende titels is verschenen. Nadat De eilanden en De bomen waren uitgekomen, zou in 1954 De vergaderzaal moeten volgen. Alberts had dat boek al in 1952 aangekondigd bij zijn uitgever Geert van Oorschot. Maar Alberts kreeg het boek niet af en werkte ondertussen aan andere projecten, waaronder het boek De Franse slag. Omdat hij in verband met zijn nalatigheid wat betreft De vergaderzaal Van Oorschot niet onder ogen durfde te komen, verscheen het boek bij Paris. Toen in 1974, twintig jaar later dan aangekondigd, De vergaderzaal toch eindelijk bij Van Oorschot verscheen en het boek een commercieel succes werd, kwamen er herdrukken van eerdere Alberts-titels op de markt. Een daarvan was De Franse slag. Van Oorschot vond dat het boek een nieuwe titel moest krijgen en belde Alberts op. ‘Aan Frankrijk uitgeleend,’ zei Alberts door de telefoon. Maar Van Oorschot verstond Aan Frankrijk uitgeleverd en zette die titel op het omslag. Dat vond hij onbewust waarschijnlijk ook een krachtigere variant. Bij de derde druk werd dit misverstand rechtgezet en verscheen het boek alsnog onder de titel Aan Frankrijk uitgeleend.
           
Nog een titelanekdote: in 1985 verscheen Geschiedenis van de Russische literatuur van Karel van het Reve in zowel een gebonden als een paperbackversie. Van het Reve kwam naar de uitgeverij om zijn auteursexemplaren op te halen en zag tot zijn ongenoegen dat er De Geschiedenis van de Russische literatuur op stond, met het lidwoord ervoor. Terwijl hij naar zijn eigen idee een geschiedenis had ingeschreven, in plaats van de enige echte, definitieve. Vervolgens zijn de stofomslagen van de gebonden editie verwijderd en vervangen. Maar omdat niet alle exemplaren zijn onderschept, zwerven er antiquarisch nog steeds een paar gebonden eerste drukken met het oude omslag rond. Er bestaan mensen die daar graag veel geld voor betalen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *