Analyse

beeld-column-Analyse-16-april-2016

Sinds Donald Trump afgelopen juni zijn kandidatuur voor het Amerikaanse presidentschap bekendmaakte, zijn er tienduizenden, zo niet honderdduizenden artikelen over hem geschreven. Allemaal pogingen om te verklaren hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen.

Ik ben geen analist, dus laat ik diepfilosofische bespiegelingen over de politieke opkomst van Trump graag aan de experts over, aan mensen die ervoor gestudeerd hebben. Zoals bijvoorbeeld mijn vriend D., die behalve gewezen mediastrateeg ook politicoloog is. Over Trump mailde hij me het volgende:

‘Ik heb een Hegeliaanse opvatting over presidentschappen: iedere volgende president is de antithese van de vorige. Ik acht de kans reëel dat na de beheerste en rustige Obama een schuimbekkend ongeleid projectiel president wordt. Daar snakt een groot deel van het Amerikaanse volk naar.’

Op mijn campagnereizen* door Texas en Californië heb ik gemerkt hoe beangstigend raak die observatie is. Voor de trappen van het Capitool, het Texaanse parlement in Austin, sprak ik een groepje lamlendig demonstrerende oorlogsveteranen die – liggend in het gras, hun protestborden scheef in de grond gestoken – precies hetzelfde zeiden:

We need a crazy in the White House!

Toen ik vroeg of dat nou wel zo handig was, een maniakale egomaan aan de nucleaire knoppen, riep een eenbenige ex-marine dat het hoog tijd was dat Amerika weer eens ergens een kernbom op mikte. Mijn pogingen om verder in discussie te gaan werden overstemd door een luidkeels ‘U-S-A! U-S-A!’

In een lunchroom in Palo Alto, veruit het rijkste en saaiste dorp op aarde, beet een tech-miljardair met een Trumpiaans opgeföhnde kuif me toe dat Obama een faggot is, en zijn vrouw Michelle een transseksueel. Zijn schoenen waren trouwens perfect afgestemd op zijn polstasje.

In La Jolla, een idyllische kustgemeente van San Diego, uitsluitend bevolkt door bejaarden en hun ouders, wist ik een Make America Sane Again ansichtkaart te slijten aan een huisvrouw uit Florida. In plaats van hem naar een verre Trump-supporter op te sturen, zou ze de kaart op de koelkast plakken, vertelde ze, want tot haar ontzetting had haar bloedeigen man op The Donald gestemd. ‘Just to stir the pot.’ Om de boel op te jutten.

Ik ben een fenomenoloog. Ik baseer me uitsluitend op mijn eigen ervaringen. Als ik me dan toch aan een analyse moet wagen, dan kan ik niet anders dan D. gelijk geven. En ik voel met de Amerikanen mee, want zelf ben ik geen haar beter. In mijn liefdesrelaties zwiepte ik ook van het ene uiterste naar het andere: van een zwarte drag queen via een Latino macho naar, uiteindelijk, een frêle wiskundige met precies het juiste mannelijkheidsgehalte. Zelfs in de dialectiek van Hegel is vooruitgang uiteindelijk onvermijdelijk.

* De afgelopen week heb ik me met mijn Make America Sane Again campagne vooral gericht op Californië, waar op 7 juni gestemd wordt. In totaal zwerven nog eens duizend ansichtkaarten rond in San Francisco, Palo Alto, Stanford University en San Diego.

Bovenstaand beeld afkomstig uit: Quotations from Chairman Trump, Carol Pogash, Rosetta Books, (New York 2016).

Kent u zelf een potentiële Trump-stemmer? Download dan hier uw eigen Make America Sane Again ansichtkaart en red de wereld!

Arjen van Lith is freelance journalist, parttime activist en schrijver. Hij debuteerde bij De Harmonie met de verhalenbundel Mijn Snor. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin (Texas), waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten