Austin, 12 april 2014

Lieve Gilles, 

Nadat ik je twee weken geleden mijn laatste brief (dd. 29 maart) had gestuurd, kreeg ik vrijwel direct een berichtje terug. “Ben je ongelukkig in Texas?”, vroeg je. Vermoedelijk mailde je dit naar aanleiding van mijn afsluitende alinea, waarin ik schreef dat jij in Austin waarschijnlijk veel beter tot je recht zou komen dan ik. 

Alles lijkt bij jou veel makkelijker te gaan. Daar kom ik later nog op terug.

Ik was geroerd door je korte, maar geïnteresseerde berichtje. Zo geroerd, dat ik ervoor kies om juist daar verder op in te gaan, en jouw laatste brief (dd. 5 april) te laten voor wat die is. Voor het gemak beschouw ik die als niet verzonden, zoals ik dat met al mijn post doe, behalve als er ‘In naam van de Koning’ op staat, want dan moet er dringend iets betaald worden. 

Toegegeven, sommige passages deden me even opveren, zoals bijvoorbeeld die over de groepsdouche. Vergeelde, bijna vergeten hockeyherinneringen drongen zich onwillekeurig aan me op. We waren nog maar C-tjes, maar toen al was het me pijnlijk duidelijk dat ik altijd en vrijwel overal ‘de juiste man op de verkeerde plek’ ben, om jou te citeren. Het viel bepaald niet mee om mijn bijna dierlijke lust te verbergen ten overstaan van Bas H., die al een stugge bos schaamhaar had en voor zijn leeftijd uitzonderlijk groot geschapen was. Vreemd genoeg heeft Dante het in De Goddelijke Komedie over het hoofd gezien, maar voor mij was het douchehok tegelijkertijd hemel en hel. Ik keek verlekkerd mijn ogen uit, maar was als de dood dat mijn teamgenoten mij zagen voor wat ik was; een frisgroen flikkertje met een sterk ontwikkeld balgevoel. 

Hoewel je douchepassage mijn bloedsomloop tijdelijk deed versnellen, slaat die kant noch wal. Dit is Amerika. Nee, dit is Texas, waar preutsheid de norm is. Van elkaar gebroederlijk inzepen is hier geen sprake. Hier doucht iedereen in zijn zwemslip, of nog erger, in bermuda. Dikke kinderen houden zelfs een oversized T-shirt aan, als bange, kletsnatte rappertjes. Ik heb laatst ergens gelezen dat deze trend ook in Nederland gaande is. Dat zou jammer zijn, want ik gun iedereen de vrijheid om zich ongegeneerd te kunnen schamen. 

Het antwoord is nee. 

Nee, ik ben niet ongelukkig in Texas, maar ik integreer hier voor geen meter. Bezorgde ouders slaan in paniek een hand voor de ogen van hun kinderen als ik langsfiets. Bouwvakkers toeteren en schreeuwen onverstaanbare verwensingen vanuit hun pick-up trucks. Ik voel me nog het meeste thuis op ons eigen balkon, maar zelfs daar word ik begluurd door schichtige klanten van de haarlasersalon aan de overkant. “I can have you arrested today”, siste een vers onthaarde moeder me toe terwijl ze haar dochter de auto in sleurde. Waarvoor is me een raadsel; ik zat gewoon in mijn string te schrijven. 

Wat me overeind houdt in dit land is Marijn, mijn Boy Wonder, die verrassend goed is ingeburgerd. Hij is altijd al conservatiever geweest dan ik, en dat werpt hier zijn vruchten af. Zijn stijve heupen en gebrek aan fysieke coördinatie maken hem perfect geschikt voor line dancing, de Texaanse variant van de klompendans die ik ondanks zijn eenvoud maar niet onder de knie krijg. Ik heb nu eenmaal een aangeboren neiging tot twerken

De juiste man op de verkeerde plek. Nergens gaat die kwalificatie meer op dan in Texas. Hier gelden primitieve natuurwetten. Het alfamannetje regeert, en zoals je weet, ben ik een boterzacht gammatype. Daarom zou jij het hier zo veel beter doen, Gilles. Jij hebt leiderschapskwaliteiten. Jij hebt een zwarte band in aikido, produceert moeiteloos het ene prachtboek na het andere en je hebt je mannelijkheid definitief bewezen met je zoon, die niet alleen het product is van pure liefde, maar ook van hoogwaardig zaad, dat zie je meteen. 

Het enige waar ik op terug kan vallen, is mijn swagger. Dat heb je goed gezien. Ondanks alles stapslenter ik stoïcijns door. Ik moet wel, want vluchtgedrag wordt hier genadeloos afgestraft. Toch moet ik je melden dat mijn dagen in Austin geteld zijn. Vanwege immigratiegezeik met mijn visum zal ik een maand eerder dan gepland terugvliegen naar Nederland. Niet dat ik me daar thuis voel, maar het onbehagen in Amsterdam voelt in ieder geval vertrouwd. 

Tot snel! 

– Your man in Texas –

Arjen

 

___________________________________________________________________________________________________

Elke zaterdag op Tirade.nu: de briefwisseling tussen Arjen van Lith, emigré te Austin en Gilles van der Loo, thuisblijver te Amsterdam.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten