Bowie’s eerste requiem

Het is geen wonder dat een poseur van David Bowie’s kaliber zijn dood tot in de finesses heeft geregisseerd. Met een rondreizende kostuumtentoonstelling, de musical Lazarus en het album Blackstar heeft Bowie een multimediaal, multidimensionaal requiem aan zichzelf opgedragen.

Zó volledig, zó uitputtend, dat het lijkt alsof hij al een keertje droog geoefend heeft.

In 1973 stierf David Bowie al eens, in de gedaante van Ziggy Stardust. Als alien in de vorm van een rockster was Bowie een wereldster geworden, maar Ziggy bleek een monster.

Zijn uit latex, lieslaarzen en paarse oogschaduw opgetrokken alter ego was groter geworden dan zijn schepper. Te groot. Uitgemergeld, met zwarte heroïnetanden en op de toppen van zijn talent maakte Bowie twee Stardustalbums: The Rise and Fall of Ziggy Stardust and the Spiders from Mars en Aladdin Sane, ofwel Ziggy goes to America. Daarna moest hij dood. De moord vond live on stage plaats in Hammersmith Odeon in Londen op 3 juli 1973. Hieronder Ziggy’s zwanenzang, to be played at maximum volume.

NB Ik ben kapot van de dood van David Bowie. Al de hele week draai ik zijn platen en schuim ik YouTube af naar onbekend materiaal. Ik zing Young Americans onder de douche en Moonage Daydream op de fiets. Op mijn nachtkastje liggen de biografie van Wendy Leigh en een geïllustreerd exemplaar van Gareth Thomas – cadeautjes van een meelevende vriend. Ik durf er nog niet aan te beginnen, alsof hij pas echt dood is als ik de kaft omsla.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten