Mijn moeder stierf op een zondagochtend in een ziekenhuisbed op de plek waar vroeger onze eettafel stond. De vrijdagavond ervoor had onze huisdokter de eerste dosis slaapmiddel toegediend; iedere acht uur later zou ze een volgende injectie krijgen, tot ze niet meer wakker werd.
Mijn zus en ik hielden om de beurt de wacht terwijl de ander sliep. We mochten niet al te dicht bij haar zitten, had de dokter gezegd, want ze had ruimte nodig om los te laten. Ze wilde het zelf. Het ging gewoon niet meer.
Ik wilde het ook.
Die vrijdag voerde mijn moeder net als iedere andere avond haar vaste ritueel uit voor het slapen gaan: na het tandenpoetsen reinigde ze haar gezicht eerst met water en een washandje, gevolgd door een tweede ronde met Shiseido Benefiance Cleansing Foam. Daarna depte ze met haar vingertoppen een klein beetje Uplifting Serum van Darphin rond haar ogen, tegen de kraaienpootjes. De rest van haar gezicht smeerde ze in met een dikke laag Rosa Arctica Youth Regenerating Cream with Rare “Resurrection Flower” van Kiehl’s uit New York.
Dormicum is een zeer zwaar middel, maar halverwege de zaterdagnacht begon mijn moeder te brabbelen in haar slaap. Ze leek steeds wakkerder te worden in plaats van dieper te slapen. Tegen de tijd dat de dokter langskwam voor de volgende injectie, lag ze in bed met haar armen te zwaaien. De dokter greep haar bij haar polsen en zei dat zoiets wel vaker voorkomt, dat het nu bijna voorbij was.
Ik lag te slapen toen het gebeurde. Mijn zus kwam me wekken. We belden de dokter en de begrafenisondernemer en wachtten samen aan het bed van mijn moeder tot ze kwamen. Ik zette koffie, maar schaamde me toen het gepruttel van het Senseo-apparaat de stilte verbrak.
Twee zwijgende kraaien van de uitvaartdienst tilden mijn moeder op een brancard en vouwden een kunststof hoes om haar heen. Onder de mouw van zijn zwarte jasje droeg één van hen een fel oranje Hup-Holland-Hup horloge, nog van het EK in 2012.
Onze contactpersoon bij de begrafenisonderneming was een gezette vrouw van middelbare leeftijd met een klembord en een permanent. Na het invullen van alle formulieren legde ze heel geduldig uit wat er verder nog zou gebeuren. Mochten we nog vragen hebben, dan konden we – ook na werktijd – gerust bellen of mailen. Haar privé-adres was smurfie45@gmail.com.
Nadat mama was ingeladen, kroop de lijkwagen stapvoets achter de voetbalkraai aan, die met gebogen hoofd plechtig over de Neptunuslaan schreed. Op de hoek van de straat stapte hij in, waarna de auto met gierende banden optrok.
Ik denk nog vaak over die ochtend na.
___________________________
Arjen van Lith is freelance journalist en schrijver. Vorig jaar debuteerde hij bij De Harmonie met de verhalenbundel Mijn Snor. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin (Texas), waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.