#RESIST

fullsizerender_1

Afgelopen woensdag filosofeerde Gilles van der Loo op dit blog over welke rol hij in een oorlog zou spelen – een heerlijk vrijblijvende vraag in het vredige Nederland, maar sinds de verkiezingen helaas een steeds concretere overweging in Amerika. Gilles koos voor onderduiker. Ik heb een andere keuze gemaakt.

Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik niet de gedroomde verzetsheld ben. Ik kan geen aikido, en naast brildragend ben ik ook nog nachtblind. Zwemmen doe ik alleen in noodgevallen: vanwege mijn geringe vetreserves mag ik niet te lang in open water blijven. De weinige keren dat ik als kind soldaatje speelde, bewoog ik mij bij voorkeur langs het struikgewas in plaats van erdoorheen, want van tijgeren krijg je vlekken.

Aan de andere kant heb ik er wél de kaaklijn voor, voor het verzet. Ook kan ik goed klimmen en ben ik handiger met een pistool dan ik ooit had gedacht. Bovendien dans ik geen onverdienstelijke homotango en ik heb al een rokkostuum, dus dat scheelt weer in de huurkosten.

Mijn rol in het Amerikaanse verzet is puur esthetisch. Misschien komt het door mijn reclameachtergrond, maar tijdens anti-Trump-demonstraties heb ik me kapot geërgerd aan warrig opgemaakte spandoeken, slecht uitgelijnde protestborden en foeilelijke graffiti. Allemaal goed bedoeld, maar zonder een strijdbaar lettertype, uniformiteit in ontwerp en contrastrijk kleurgebruik krijg je een autocraat als Trump nooit van z’n leven op de knieën.

Op de computer maakte ik een eenvoudig maar herkenbaar sjabloonontwerp, gebaseerd op het kapsel van Trump. Het uitsnijden is even een klusje, maar daarna is iedere uiting relatief snel gezet: eerst kleur ik het haar met een spuitbus goudverf, en zodra die onderlaag droog is, gebruik ik een tweede sjabloon voor de rest van de tekening en de tekst, uitgevoerd in zwart.

Verzetsdaden zijn een kwestie van goede timing, heb ik ondervonden. Precies op het moment dat ik mijn eerste serie protestborden klaar had, stond er geen enkele grote demonstratie in Austin meer gepland. Uit armoede heb ik mijn borden maar weggegeven aan het Transgender Education Network of Texas (TENT), dat volgend weekend een stille omgang door het centrum van de stad houdt.

Als verzetsheld wil je uit handen van de politie blijven en toch jezelf stiekem in de kijker spelen, anders wordt er nooit een viaduct naar je vernoemd. Binnenkort zit ik weer in Nederland, en om vóór die tijd een blijvende indruk in Austin achter te laten, moest ik deze week hoe dan ook de straat op. Spuiten of stikken. Ik had een aantal geschikte graffitilocaties op het oog – grote houten schotten rond panden in verbouwing – maar er rijden voortdurend allerlei auto’s langs. Heel storend. Zelfs in onze eigen buurt lijkt het alsof de voltallige politiemacht steeds met gillende sirenes uitrukt op het moment dat ik in het holst van de nacht met mijn sjablonen de deur uit sluip.

En aan M. heb ik ook niks. Gisteravond laat vroeg ik hem om op de uitkijk te staan terwijl ik bij de parkeermeter tegenover ons appartement eindelijk mijn eerste tag zou zetten. ‘Dat illegale gedoe is niks voor mij’, zei hij en bleef demonstratief in bed liggen. De oorlog scheurt soms hele huwelijken uiteen.

Om eventuele identificatie via drones te voorkomen, droeg ik een breedgerande zwarte pet toen ik rond middernacht de straat overstak, net als Gene Hackman in Enemy of the State, maar dan nóg stijlvaster. Zelfs mijn latex handschoenen waren zwart. Zolang ik geen ‘Freeze!’ hoor, ga ik door, dacht ik, en ik was veel sneller klaar dan ik had uitgerekend. Binnen vijf minuten stond ik weer binnen, amechtig turend door het kijkgaatje in de voordeur.

Vanochtend, toen ik het aandurfde om het resultaat te bekijken, zag ik hoe moeilijk het is om tegelijkertijd heldhaftig te zijn en netjes te werken: in mijn haast had ik het haar, de allesbepalende gouden onderlaag die de afbeelding definieert, in spiegelbeeld opgespoten, waardoor het Trumpkapsel een onbedoelde just out of bed-look had gekregen. Ik weet het: juist door dit soort foutjes beland ik uiteindelijk in een martelkelder op een niet nader gespecificeerd adres, maar ik kán dit niet over mijn kant laten gaan. Vanavond ga ik weer.

_________________

Arjen van Lith is journalist en schrijver en activist. Hij debuteerde in 2014 met de verhalenbundel Mijn Snor bij De Harmonie en publiceerde diverse korte verhalen in (literaire) tijdschriften. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin, Texas, waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten