[p. 286]
Om de zon
te kunnen horen
doet hij traag
zijn ogen dicht.
In zijn oren,
dun als vleugels
van een vleermuis,
spant het licht
een ragfijn web
van aders.
Hij springt plotseling
op mijn boek en spuwt:
een verkreukte vlinder.
Likt de poeder van zijn lippen,
poetst voldaan zijn snor.
Die van halfgeplukte mezen
stillevens schikt naast de etensbak
en uren sollen kan met muizen,
ze neerlegt op mijn schoot,
[p. 287]
trekt nu van pijn zijn lippen strak,
geeft geen krimp, wappert alleen, even,
met zijn bebloede poot.
Steeds meer een dwaalgast slaapt hij
al weken niet meer thuis,
sluipt hij verlopen langs de heggen,
blaast hij de aftocht bij het minste
zuchtje wind en doet hij eerst snachts
luidruchtig van zich horen.
Hij komt alleen nog om te eten,
een vacht vol teken,
happen uit zijn oren, krassen op zijn neus,
en verdwijnt weer zoals hij is gekomen:
schichtig,
kleppend luik als afscheidsgroet.
Lees de Tirade Blog
Gipszomer
Er komt een zomer aan die goed zal zijn. Met die nietsvermoedende woorden nam ik een paar weken geleden vrij van deze columnplek. In de dagen die toen voor me lagen sliep een gloed van parkjes om in te lezen, terrassen die blonken in de avondzon en steden waar ik mijn vrienden zou bezoeken. Ik...
Lees verderEr komt een zomer aan
Er komt een zomer aan die goed zal zijn, zeg jij. De lucht wordt gladgestreken en zal boven ons hangen als een zwoele lappendeken. De stad zal slapen van de hitte en pas weer ontwaken bij de eerste regenval. Parken, er zullen parken zijn waar we onze lijven achterlaten tot iemand ons weer op komt...
Lees verderReünie
Zes jaar geleden beloofden we dat wij niet zo zouden zijn. We kenden de verhalen, hoe het anderen was vergaan, maar zo zou het bij ons niet lopen. Vrienden waren we. En dat zouden we blijven. Maar puberbeloftes verwelken en ik verloor iedereen steeds iets meer uit het oog nadat de rector diploma’s in onze...
Lees verder
Blog archief