[p. 381]
De avond is weer eens gevallen. Buiten
moet het zonnetje weer ergens in vergeet-mij-
nietjes zakken, maar je wilt vandaag de dag
niet nostalgisch meer zijn. De aarde draait,
wie er af wil, kan niet. Iedere dag eindigt
met einde. Morgen zijn we dood als gisteren.
As dwarrelt uit de barbecue.
[p. 382]
Gezellig zo schertsend treden wij met droge
sherry in het maanlicht, zoekend naar ruzie
en lieve vrouwen om onder de oude vrucht-
bomen, tussen de bessenstruiken, in de boter-
bloemen, op deze aarde over de wereld-
literatuur klaar te komen. Kunst baart
kracht, recht voor zijn raap.
[p. 383]
De buurtbewoners sluiten de gordijnen,
het carillon speelt weer het oude liedje,
het zonnetje gaat van ons. Rijzen thans
de simpele vragen van de nacht: heren,
met wie van dezen zullen wij twisten, wie
zullen wij doodslaan, voor wie lief zijn,
wie zullen wij naaien. Het moet.
[p. 384]
Tussen dag en nacht zit een verschil
van dag en nacht. Morgen misschien al,
als ik tenminste nog kan zien wie je en
hoe lief je was, zal ik niet langer mijn
bek houden, zal ik wereldliteratuur schrijven,
zal ik je laten opstaan uit je eigen mollige
lijf. Dat zeg je nou wel, maar niet van
een dame die echt een beetje om je gaf
zeg je. Dronken huilend om niets.
[p. 385]
Zo goed als niets blijft over van het oude
buiten, van park en stallen waar ooit iets
gebeurd moet zijn, en het is wel goed zo.
Geen koe die meer kucht, geen haan die
er naar kraait. Van de kip geen kwaad
draait de aarde het stadstuintje
langzaam weer onder het zonnetje.
Rutger Kopland
Lees de Tirade Blog
Geen weer
Omdat onze vriendengroep door aanvullende kinderen en huisdieren bijna alle vakantiehuizen ontgroeid is en de resterende vakantiehuizen hatelijk duur zijn geworden, bedacht ik een alternatief. We zouden een tentenkamp opslaan bij S en L, die sinds kort een boerderij met flink wat grond in Wardoe bewonen. Fikkie stoken, buiten koken, disco met de kinderen, sterrenstaren...
Lees verderTenta
(beeld: Don Duyns – naar Hokusai) Het Spaanse strand is leeg, op wat lege flessen, de resten van een kampvuur, omgevallen plastic stoelen en Cleo na. Haar vingers prutsen met het wieltje van een aansteker terwijl ze haar 3e sigaret van de ochtend probeert op te steken. Blote voeten half begraven in het zand, gehaakte...
Lees verderVaart
Precies een jaar na haar dood reden we met mijn moeders as naar Hilversum. Ada (8) zat naast me op de bijrijdersstoel, onder haar voeten lag de asdoos, met naam en datum op een sticker op de voorkant. Mijn moeders as heeft na de crematie een week op de kast in onze woonkamer gestaan, daarna...
Lees verder
Blog archief