Aanbidding

Zomergast David van Reybrouck stelde mij voor aan Sam Dillemans (en tegelijk ook aan het Amerikaanse duo Azure Ray, wiens rustige stemmen en cello’s daarbij op de achtergrond klonken). Dillemans’ boosheid en zijn onaangepastheid vind ik heerlijk, en in mijn hoofd klonk nog lang na wat hij zei over aanbidden. Ik transcribeer het even: “Waar het de mensen aan (‘t) ontbreekt voor mij den dag van vandaag is aanbidding. Mensen maken niet graag meer van mensen goden, ze maken graag van goden mensen. (…)* We moeten ook op de knieën kunnen vallen voor iets of voor iemand.”

De zwartkijker ziet hierin misschien vooral Dillemans (onbevredigde) behoefte om tot god verheven te worden. Maar mij ontroerde het om een andere reden. Ik kom namelijk uit een atheïstisch nest. Van religie komt oorlog en er is te veel ellende in de wereld om een universele rechtsprekende instantie te kunnen aanvaarden, zo werd ik opgevoed. Aanbidden is slecht, want geen mens is beter dan een ander. Mijn posters van Madonna moesten daarom van de muur. Als God bestond was er geen Holocaust, zei oma. Religie is bedacht om de mensen dom te houden en te onderdrukken, leerde ik op school.

Ik herinner me dat ik eens las dat er restanten van offers waren gevonden die dateerden van vóór de oudste samenlevingsvormen. Dat maakte grote indruk op mij. Opeens zag ik voor me hoe onze bebaarde voorvaderen overweldigd raakten als ze hongerig, na een paar dagen jacht, op een open plek kwamen, waar tussen de heiige dampen van de oerbossen dat hert stond, waar ze zo naar verlangd hadden, omgeven door dikke zonnestralen die tussen het donkere gebladerte neerdaalden uit de hemel. En dat ze dan hun blik oprichtten naar dat ontzagwekkende licht in de verte, dat hun verblindde. En dat ze dachten: daar zit iemand die ons ziet, die ons kan helpen. Daar zit iemand die weet dat we ook maar ons stinkende best doen. Dit besef maakte dat de oermens zijn naaste niet meer zomaar de hersenen insloeg, omdat hij bang was dat deze oppermacht hem anders geen nieuw hert meer zou gunnen. Of zoiets.

Oké, ik zie dat hierbij allerlei problematische aannames komen. Want heeft de mens godsdienstig (of de seculiere variant: schoonheids)besef nodig om zich te (willen) gedragen? Wie weet. Tegenwoordig houden we in elk geval niet meer van goden, niet meer van aanbidden (ook niet van ons gedragen). Geloven wordt al snel gezien als fundamentalisme, en kunst als een subsidieslurpende hobby. Velen hebben aan God en/of kunst een broertje dood. Af en toe een festival en een pilletje geven voldoende vervulling (al is het wel kut als je daarna opeens een strafblad hebt). Eigenlijk elke vorm van superio-autho-riteit is een bedreiging; onze Haagse/Brusselse bestuurders, de politie, de fietsenmaker. We bepalen liever alles zelf, we lezen hulpboeken voor dummies, volgen tutorials op Youtube. We prefereren goden die er volledig van doordrongen zijn dat wat zij doen eigenlijk niets voorstelt: goden bij wie je altijd op de koffie kunt komen. Dat zien we als een verworvenheid, democratisering, vooruitgang, in onze moderne seculiere wereld is geen mens meer waard dan een ander. Ik dacht dat deze neiging Hollandsch was, maar hij is volgens Dillemans dus ook Belgisch, en voilà, misschien wel universeel.

Dillemans’ woorden zetten mij aan het denken. Misschien laat dit gebrek aan aanbidden een gapende leegte achter. Misschien verlangen we er diep van binnen allemaal naar om op de knieën te vallen voor schoonheid, om te huilen om perfectie. En wat als we dichterbij dat transcendente komen, het goddelijke? Worden we dan allemaal zo kwaad als Sam Dillemans?

 

* “Merckx is een betere wielrenner dan Sam Dillemans. En ik ga nie de kleine kanten van een god in het licht stellen, in het licht plaatsen om te zeggen: kijk, hij is eigenlijk in zijn menselijke kantjes even klein als ik, dus we staan toch dichter bij elkaar. Nee! Michelangelo moest ook naar het toilet, das een feit, dat moeten we allemaal. Maar zet iedereen aan de sixtijnse kapel en ze geraken nog niet eens de stelling op. Dus. En dát is belangrijk.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *