Alles draait om geld… (2)

‘Zóveel kan soms een laatste gulden beduiden! Maar als ik toen de moed eens had laten zakken, als ik geen beslissing had durven nemen?.. Morgen, morgen zal aan alles een einde komen!’ verzucht Aleksej Ivanovitsj op de laatste pagina van De speler van Dostojevski. Hij heeft zijn allerlaatste gulden ingezet bij de roulettetafel en gewonnen. Aan zijn gokverslaving, die begon toen hij verliefd werd op Polina, zal dan eindelijk een einde komen.

Volgens mij heeft geen enkele lezer er fiducie in dat dat gaat lukken. Ook de gelijknamige opera die Prokofjev baseerde op de novelle van Dostojevski biedt weinig hoop. Prokofjev heeft De speler voorzien van de ideale soundtrack, een gejaagde en alsmaar voorthobbelende klankmuur, die er geen twijfel over laat bestaan dat het met Aleksej nooit meer goed zal komen. Zelfs wanneer hij de bank heeft laten springen en bij Polina terugkomt met een idioot hoog bedrag, weet hij haar niet voor zich te winnen. Hij blijft alleen achter in een hotelkamer en, zo eindigt althans de opera, verzucht ten slotte: ‘Ach, al dat geld…’

Alles wat Aleksej heeft gedaan is voor niets geweest. Hoe kon hij in vredesnaam verliefd worden op Polina, die ‘het karakter van een wesp’ heeft? En vervolgens een voortwoekerende verslaving beginnen door te gokken omdat zij dat wilde? Met allerlei onsympathieke figuren om hem heen is het logisch dat hij met lege handen zal achterblijven, dat zie je van verre aankomen. Ik neem dus aan dat Dostojevski heeft willen laten zien dat gokken – hetzij in de liefde, hetzij aan de roulettetafel – niet verstandig is.

Toch doet De speler ook afvragen hoe ver je zelf in zo’n situatie zou gaan. Ik kan me moeilijk voorstellen er ooit van overtuigd te zijn dat liefde te koop is, zoals verschillende figuren in de novelle suggereren, laat staan naar het casino te gaan om iemand te krijgen. Toegewijd verliefd zijn heeft zijn grenzen.

Er zijn vast heel veel mensen die begonnen zijn met roken omdat hun lief dat doet. Ernstiger middelen komen ook voor, zo raakte Robert Moszkowisz, de broer van, verslaafd aan heroïne, naar eigen zeggen omdat hij hetzelfde wilde ervaren als zijn vriendin. Zoiets gebeurt ook in Christiane F. – Wir Kinder vom Bahnhof Zoo (de film), waarin Christiane in de smaak hoopt te vallen bij haar Detlev door uiteindelijk ook aan de spuit te gaan. Heel romantisch.

Ik zou me hoogstens op boek, film, toneel, muziek of ander cultuurgoed storten, mocht dat helpen in de liefde. Dat denk ik tenminste – een voetbalwedstrijd bijwonen is de limit. Roulette zou ik alleen voor mezelf spelen, in tegenstelling tot Dostojevski. Als het op gokverslaving aankomst spreekt hij uit ervaring. Karel van het Reve zegt hierover: ‘Net als in 1863 (…) probeerde hij zijn geluk in het spel (Wiesbaden, Baden-Baden, Genève, Homburg), met als resultaat dat hij het weinige geld dat hij had kwijtraakte. In Wiesbaden moest hij in de zomer van 1865 vijftig daalders van Toergenjev lenen om thuis te kunnen komen.’ De eerste keer zet hij in omwille van zijn Polina, Apollinarija Soeslova; de tweede keer om van zijn schulden af te komen.

Financieel is het met hem nooit meer helemaal goed gekomen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.