Alles is OKÉ – een momentopname

IMG_2330Net als vorige week zaten we in de Hegeraad, maar Ivo smurfte beduidend anders. De presentatie van zijn boek was achter de rug, de Roode Bioscoop had vol gezeten en wij, zijn gasten, waren met goesting om te lezen huiswaarts gegaan.

Sommigen van ons waren op weg naar huis dus nog even langs de Hegeraad gefietst. Er waren weer bar-eieren (een 9 geproefd, maar ook een 7+, niet heel constant, deze keuken), één fluitje werd er drie werden er zes.

Jasper had mooi gesproken, vonden we. Thomas ook: hij had Alles is OKÉ gelezen en begrepen en iedereen vond zijn verhaal grappig, warm en slim. Ik vroeg me af hoe lang men Thomas’ leeftijd nog mee zou blijven rekenen in wat die man allemaal goed kan.

Bij dertig houdt dat toch een keer op, leek me; dan is het gewoon knap, niet knap voor een negenentwintigjarige. Nog acht maanden en het zit er goddank op. Mocht Thomas me nodig hebben, dan kom ik op zijn verjaardag om te helpen met de transitie.

Paul en Sarah waren afgehaakt zonder opgaaf van een echte reden, maar we hadden Rob nog, Elke, Renske, Jan en Ivo die dus een ander mens leek, hoewel die mens niet per sé Hans was.

Ivo had passages gelezen, op de vleugel begeleid door Marie Francois. Marie speelde een klassiek stuk dat Ivo’s moeder in haar goede jaren spelen kon. Een mooi maar lastig stuk, zoveel was duidelijk. Ik ga hier niet opschrijven wat het was omdat ik me altijd erger aan het droppen van de namen van klassieke stukken in proza.

Deels is dat omdat die namen me niets zeggen, en deels omdat ik vind dat je me een sfeer moet laten voelen in plaats van hem aan te halen. Vaak vind ik het droppen van klassiek en jazz ook pedant, of getuigen van een heule grote blinde vlek.

Dit geldt allemaal niet voor het boek van Ivo, waar die muziek van autobiografisch belang is. Ik weet dit zeker hoewel ik er nog niet aan ben begonnen vanwege die drie fluitjes die er zes werden, en nu weer vanwege dit blog dat ik eigenlijk gisterenavond had willen schrijven.

Ik was jaloers geweest op hoe goed Ivo zijn eigen werk las. Fijn om naar te kijken en luisteren; eindelijk een schrijver die zijn teksten recht kon doen. Zelf ben ik dat zeker niet.

Wat er anders was aan Ivo was dat hij straalde. Ik kan het zo gauw (nog vijf minuten en dit blog moet online) niet anders zeggen: binnen zeven dagen was hij van defaitisme naar een goede hoop op wereldheerschappij gegaan.

Ik bedacht dat alles een momentopname is en dat lange perioden van geluk alleen maar in herinnering bestaan*. Door momenten vast te leggen zoals ik hier doe, maken we er iets schijnbaar voortdurends van.

Dat leek me zowel de bedoeling als niet de bedoeling.

* dank, Maarten Spanjer

________________________________________________

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en recensent. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in diverse bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind en Het jasje van Luis Martín.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.