Baer Cornet

Een vriend wilde striptekenaar worden. Toen hij zeventien was mocht hij stage lopen bij Kuifje, in Brussel. Opgetogen reisde hij af. Om op de redactie te horen dat het niet de bedoeling was dat hij zou tekenen, hij mocht een week lang de vloer vegen. Boos ging hij aan de slag. Na een week riep de redactiechef hem bij zich en stelde vragen over wat hij had gezien, stelde vragen over tekenen. Mijn vriend gaf verbluffende antwoorden. Vond hij zelf. De chef was niet verbluft, hij had dit wel verwacht.
‘Je hebt een week lang op de vingers mogen kijken van begaafde ambachtsmensen. Je hebt al vegend meer kunnen leren dan wanneer ik je had laten tekenen, alleen achter een tafel’.

Typograaf Marc Vleugels vertelde me een soortgelijk verhaal. Na zijn middelbare school werkte hij in de beste drukkerij van Nederland, Rosbeek, een bedrijf dat helaas failliet is gegaan. Prachtig drukwerk, ze werkten samen met de beste vormgevers en ontwerpers: Walter Nikkels, Irma Boom, Jan Bons, Baer Cornet.
Over die laatste ontwerper vertelde Marc een mooi verhaal. Baer Cornet, over wie kunsthistoricus Paul Hefting een boek schreef, over wiens werk Wim Crouwel opmerkte dat er meer is weggelaten dan toegevoegd.

Cornet bivakkeerde ook regelmatig in de drukkerij. En altijd weer wilde hij drukken met de Baskerville, en altijd weer constateerde hij na afloop dat het beter had gekund. Marc Vleugels stond er bij en keek er naar, zoals hij ook Jan Bons gadesloeg als die een kalender maakte voor een scheepvaartbedrijf.
En hij leerde, al kijkend.

Leerde bijvoorbeeld dat een goede ambachtsman niet aan een toekomstig publiek denkt maar – al makend – een eerbetoon aan het ambacht probeert te brengen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *