Catwalk

I) Grand Hotel Karel V

‘Hoe was ’t eigenlijk bij Liesbet en Aaron?’

‘Kraamvisites zullen nooit m’n favoriete tijdpassering worden, maar ze waren zó lief samen, Saar… Je had Aaron moeten zien… Hij was zó trots, zó gelukkig… ’t leek wel of ie licht gaf… Wilde per se dat ik z’n dochtertje vasthield… hij stond helemaal te stuiteren: is ’t niet net alsof de zon vanuit de hemel zó in je armen is gevallen? Hier… ik krijg wéér kippenvel.’

‘Jij hebt altijd al een zwak gehad voor Aaron.’

‘Wie niet?’

‘Ja, da’s waar. Eind goed, al goed?’

‘Het lijkt er wel op.’

Rosanne’s wangen zijn nog helemaal rood. Als Sarah haar probeert te zoenen, steekt Rosanne haar neus in Sarah’s haar en zegt: ruik jij nou zo lekker of zijn het die bloemetjes aan de muur? Ze lachen.

Nadat Rosanne in de badkamer is verdwenen, trekt Sarah werktuiglijk de lade van het nachtkastje open. In plaats van Het Nieuwe Testament ligt er een roman. Aphinar. Liefde. Theater. Grand Hotels. Haar schoonheid overstraalde de zon. Boring. Ze sluit de lade, strekt zich uit op het bed en gaat met haar handen onder haar hoofd naar de hemel liggen kijken.

Gierzwaluwen die door de lucht scheren. Het carillon van de Dom. Geroezemoes op het terras om de hoek. De zoete geur van gras en bloemen. Een spoortje gegrilde vis. Het malse geritsel van boombladeren bij windkracht 4.

In de badkamer begint Rosanne te zingen. Met kopstem. Gerard Joling. Maak me gek.

 

II) ‘Je was twee keer per jaar gelukkig’ – Yves Saint Laurent

Film: Yves Saint Laurent (2014);  Regie:  Pierre Niney;  Genre: biopic.

In Anni Felici – daarover straks meer – zit een mooie bijrol van een kunstcriticus die een kunstenaar uitlegt dat je bij goede doeken/boeken/beelden de sensatie hebt dat niet jij het werk, maar het werk jou beoordeelt. Nou, dat gevoel bekruipt je bij YSL geen moment. Van de film leren we dat modeontwerper YSL (1936-2008) maar twee keer per jaar gelukkig was: in de lente en in de herfst, steeds als hij een nieuwe collectie af had dus.

De film – verteld vanuit het perspectief van YSL’s weduwnaar Pierre Berge – gaat meer over YSL’s psychische en relationele akkefietjes dan over z’n oeuvre. De vertelstijl van de film evolueert met de veranderende tijdgeest en met het oeuvre van YSL, dat is geinig gedaan, maar de film over de toegepaste kunst die YSL bedreef, blijft zelf ook te dienstbaar, sympathiek, eenvoudig en ongevaarlijk om van cinema Cinema te kunnen worden. Tenenkrommende troop in dit soort biopics: genie krijgt Idee (schilderijen van Mondriaan op jurken!) en begint dat Idee dan onmiddellijk als een bezetene uit te werken. Hahaha, schitterend! O, is het niet grappig bedoeld? Wel sympathiek: YSL was bijna te bescheiden om aan het einde van z’n shows zelf de catwalk op te komen.

Eindoordeel: twee met een zijwaartse slag van een mes onthoofde, gekookte kippeneieren (2/5).

III) Sunny

O, wat een heerlijke, lauwe lenteavond! Sunny draaft door de straten, verder en verder van haar eigen wijk… Haar litteken trekt niet meer, haar vacht is weer intact, haar levenslust op volle sterkte… Zo ver van huis heeft ze zich nog nooit gewaagd… Met een beetje geluk kan ze straks misschien wel ergens een jong vogeltje doodbijten! Ze rent onder de platanen op de Mariaplaats door, de Springweg in… Ter hoogte van Café Springhaver begint ze haar pas te vertragen… Ze plaatst haar pootjes nu heel secuur – alsof de klinkers pianotoetsen zijn waarop ze een melodie probeert te spelen. Bij Grand Hotel Karel V slaat ze de hoek om, schrikt van het volle terras en schiet tussen tafelpoten en mensenbenen door een grindpad op, de grote keuken langs, een gazon over en dan via de wingerd langs de gevel omhoog, de dakgoot in. Voetje voor voetje, en toch dansant, loopt ze over de grijze catwalk langs de hotelkamerramen – totdat ze in één van de kamers twee vrouwen op bed ziet liggen. Naakt! Bloot! Zonder kleren! Bijna vachtloos! Het is potverdorie maar goed dat Sunny niet op mensen valt – anders was ze nu van pure verontwaardiging opwinding uit de dakgoot gesodemieterd. De vrouwen liggen op hun zij. Ze kussen en strelen elkaar. Tjonge, jonge, jonge wat een tijdverspilling! En dat op zo’n mooie avond! Bij zulke luiwammesen zou Sunny nooit in huis willen wonen! Ze trippelt  snel weer verder. In het gazon, beneden, trekt een merel een roze sliert uit de grond, een regenworm. Sunny taxeert de afstand van goot tot vogel.

IV) ‘Ben je met haar naar bed geweest?’ – Anni Felici

Film: Anni Felici; Regie: Daniele Luchetti; Genre: DRAMAAAAAAAAAAA.

Een beeldhouwer maakt middelmatig werk. Na een suffe, mislukte performance in Milaan waarbij hij zich door modellen/mannequins in creaties van verf laat hullen, ziet hij zijn artistieke onbeduidendheid in. Zijn vrouw wil zich (ook) ontplooien en neemt de kinderen mee naar een lesbisch-feministisch zomerkamp. Hahaha, schitterend! Of is het niet grappig bedoeld?

Nadat Hij Jan Cremer zijn neukpartijtjes heeft opgebiecht, valt het gezin uit elkaar en vindt de Kunstenaar, Guido heet ie, de kracht en de vrijheid om beelden te scheppen die er wel toe doen. Anni Felici is: banale personages, banaal verhaal, conventionele compositie – maar dankzij camerawerk en seventies art direction is het prettig kijken. Bovendien speelt het verhaal in Italië. De film telt opvallend veel mooie close ups en ook de achtergrondgeluiden op de score (gierzwaluwen boven Rome, nachtelijk geblaf) zijn goed gekozen/versterkt.

Anni Felici is, net als Yves Saint Laurent, een typisch voorbeeld van wegwerpcinema – aardig vertier voor wie even niets beters te doen heeft.

Eindoordeel: twee wuivende oleanders (2/5).

V) Bloed

‘Ik moet gaan liefste, echt.’ Rosanne heeft haar lange, donkere haar opgestoken. Zonnebril op ’t voorhoofd, autosleutels in de hand. Buiten donkert het. Vleermuizen, maanlicht.

‘Ik ga je missen,’ zegt Sarah.

‘Ik jou ook. Wanneer kom je naar Den Haag?’

‘Vrijdag.’

‘Had je de recensie van Anni Felici nog bekeken?’

‘Hè? Ton denkt dat we bij Yves Saint Laurent zitten.’

‘Die draait niet meer, muts. Heb je je telefoon bij je?’

‘Natuurlijk, ik bekijk de trailer nog wel even.’

‘Oké, au revoir, liefste.’

Ciao, amore.’

Sarah loopt naar het open raam. Even later ziet ze hoe Rosanne, prachtig rechtop, via de binnentuin richting Springweggarage loopt. Ze kijkt niet omhoog. Achterin de hoteltuin, buiten het schijnsel van de buitenlampen en nagenoeg onzichtbaar voor Sarah, sluipt een witte poes. Het is Sunny. Onder haar nagels kleeft bloed.

Tirade – opmerkzaam.

Soundtrack (via autoradio Rosanne): Vivaldi – Primavera.

Volgende week: discussiëren & repeteren – Liesbet & Aaron in de Snijzaal.

Schilderij boven: John van ‘t Slot.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *