“De buffels”, palimpsest

Recycling – 25/45/70: het was een leuke en lange avond gisteravond, de boekpresentatie van 25/45/70, de trilogie van Jamal Ouariachi, David Pefko en Daan Heerma van Voss. Vandaar dat het me niet gaat lukken om vandaag een geheel nieuw stuk te schrijven en ik hieronder de tekst zal plaatsen die ik gisteravond uitsprak naar aanleiding van mijn medewerking aan het project.

Maar niet voordat ik nog even het volgende muziekstuk van Simeon ten Holt (jeweetwel, die van het canto) dat ik gisterochtend ontdekte met jullie heb gedeeld: 
http://www.youtube.com/watch?v=mjJUArTi2BY 
– Ik vind het zo mooi en kan niet goed uitleggen waarom, maar eens in de zoveel tijd kom je een stuk tegen waardoor je naar buiten wil, de herfst in in dit geval (deed ik), en de lucht is fris in plaats van koud, en je hebt overal zin in.

 

========

Toen David mij zo’n driekwart jaar geleden vertelde dat hij mee zou werken aan een erotische trilogie, een trilogie die bovendien in de markt gezet zou worden als literaire erotische trilogie, was ik nogal pissig toen ik vervolgens vernam dat de boeken door drie mannelijke schrijvers geschreven zou worden. Ja hoor, op het moment dat seks met literatuur verenigd wordt, worden de mannen van stal gehaald. Ik citeer uit het bijbehorende persbericht: “De mannen laten zien dat een literaire stijl, subtiele humor en een eigenzinnige compositie een erotisch verhaal niet in de weg staan.” Vervolgens werd duidelijk dat de trilogie een vrouwelijk hoofdpersonage zou hebben. Op zich een interessant uitgangspunt: zouden Jamal, David en Daan fantasierijk genoeg zijn om zich in de vrouwelijke psyche in te leven? Al gauw bekroop mij de angst dat het hier zou gaan om drie heteroseksuele mannen die drie boeken lang een vrouwelijk hoofdpersonage op zouden voeren dat ze seks zouden laten hebben met andere (weliswaar fictieve) heteroseksuele, mannen. Dit leek mij zo vreselijk saai dat ik David er toe heb verplicht mij een lesbische scene te laten schrijven.

Wat literatuur tot literatuur maakt is volgens mij in eerste instantie niet literaire stijl, subtiele humor of een eigenzinnige compositie – dat zijn secundaire kenmerken die het literaire gehalte van een werk enkel kunnen versterken – maar het feit dat ze je kijk op de wereld verandert. Met ‘wereld’ bedoel ik dan zowel de wereld om ons heen als onze eigen binnenwereld (literatuur is niet per se maatschappijkritisch wat mij betreft). In het geval van het schrijven van een literaire erotische trilogie, verdient deze dan ook alleen het stempel ‘literair’ wanneer de trilogie zich weet te onttrekken aan de seksuele stereotypen waarmee we dag in dag uit toch al doodgegooid worden. Ofwel doordat ze ons op kanten van seks wijst die niet binnen onze eigen ervaringswereld liggen, ofwel doordat ze onze eigen ervaring van seks weet te verdiepen door deze dusdanig te omschrijven dat we op een nieuwe manier gaan kijken naar wat we al die tijd al deden.

Of dat met deze trilogie gelukt is – ik weet het niet. Van mij had het op dat eerste gebied wel wat gedurfder gemogen. Het probleem met seks is alleen dat er over schrijven per definitie ‘gedurfd’ aanvoelt, waardoor je op dat vlak vervolgens al gauw achterover gaat leunen. Toen ik mijn scene schreef dacht ik in ieder geval meermaals: oh mijn god, ik schrijf over seks, dit is zo taboedoorbrekend van mij. Maar is met seks strooien om aan te geven dat je zo lekker tegendraads/stoer/zelfbewust/‘stout’ bent, niet juist een bevestiging van het feit dat je krampachtig met seks omgaat? Dit was althans de worsteling die naar aanleiding van mijn medewerking aan de trilogie in mij plaatsvond, en die nog steeds voortduurt. De enige manier om niet krampachtig met seks om te gaan is dan misschien door toe te geven dat je dat wel doet. Ik vind seks in ieder geval een vreselijk moeilijk onderwerp: het maakt je zo kwetsbaar, (letterlijk) naakt en wanneer het goede seks betreft word je er al helemaal sprakeloos van: juist in de armen van je geliefde kun je je de grootste sukkel voelen. De sterke kant van 25/45/70 vind ik dan ook niet dat de boeken geil of opwindend zijn, maar juist dat ze dat soms niet durven zijn. Seks is niet altijd spannend – en dat maak het juist spannend.

In dat licht vind ik het dan ook gek dat ik van de week een foto op facebook voorbij zag komen waarop de jongens een publiek interview gaven met zonnebrillen op het hoofd. Misschien dat het een manier is om te compenseren dat het ze gelukt is om een geloofwaardig boek te schrijven vanuit een vrouwelijk personage, en dat ze nu het idee hebben dat het tijd is voor eerherstel en mannelijk machtsvertoon, maar ik vind dat ze zichzelf en hun boeken daarmee tekort doen. Net zoals de benaming ‘buffels’ hen tekort doet. Het leuke aan Jamal, David en Daan is juist dat ze ook schaapjes zijn, die bereid zijn om toe te geven dat mannen niet altijd geile sexmachines zijn, die dat trouwens ook helemaal niet altijd willen zijn, en die een interessant en divers boek hebben geschreven waarin mannelijke en vrouwelijke seksualiteit op verschillende manieren in elkaar overvloeien. Het leukste, tot slot, aan mijn medewerking aan dit project vond ik dan ook het op vakantie met David samen aan onze stukken werken, waarna we ’s avonds op het dakterras onze laatste bevindingen doorspraken, terwijl we als twee giechelende pubermeisjes met rode oortjes aan onze glazen appelcider nipten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *