Koto optocht eerder op de dag op 1 juli

De koto

Hoogtepunt voor mij bij de viering van 1 juli Ketikoti was de traditionele Prodowaka, optocht, van de organisatie voor gemeenschapswerk NAKS, door de straten van Paramaribo. Verschillende groepen deden mee aan deze traditionele wandelmars in verschillende klederdrachten, waaronder in verschillende modellen en kleuren van de koto. Kinderen tot seniore vrouwen droegen vol trots het kledingstuk dat een belangrijk deel is van de Surinaamse cultuur. De deelnemers straalden vrolijkheid en positieve energie uit. Ze werden onder meer begeleid door een brassband en de kaseko formatie NAKS kaseko loco.

Op hoogtijdagen mag de koto niet ontbreken in Suriname. Los van het feit dat prachtig kunstwerk is, is het een belangrijk deel van de Surinaamse identiteit. In Nederland droeg de bekende cabaretier en presentator Jörgen Raymann als zijn personage tante Es steevast een koto en angisa. In Suriname zijn er vaker verschillende evenementen georganiseerd waar de koto centraal stond zoals de Miss Alida-verkiezing – een culturele wedstrijd voor jonge Creoolse vrouwen, vernoemd naar de tot slaafgemaakte Alida – koto ontwerpwedstrijden en de traditionele Prodowaka. In Suriname is er een Koto museum Gudu Oso met verschillende modellen van het kledingstuk en ook veel uitgebreide informatie erover. 

De koto bestaat uit verschillende onderdelen en lagen stof en vertoont overeenkomsten met japonnen, waarvan de bovenkant een korset vormde en uitliep in een wijde rok, die de Fransen droegen in de Victoriaanse tijd. 

Het kledingstuk heeft belangrijke en mooie ontwikkelingen doorgemaakt. Volgens Christine van Russel-Henar, eigenaar van het Koto museum, kwam het kledingstuk aan het eind van de slavenperiode in beeld. “Je zag het veel bij de vrijgekochte tot slaaf gemaakten die het zich konden permitteren om zoveel meter stof te kunnen dragen.”

In 1880 en daarna zie je dat men de modellen en kleuren van het stuk verder heeft ontwikkeld. Je had op een gegeven moment verschillende vormen en texturen. De bijbehorende hoofddoek, de angisa, werd ook op verschillende manieren gebonden met steeds een andere betekenis: zonder woorden kon een boodschap worden doorgespeeld. Een bekend bindmodel is mit mi tap a uku, ontmoet mij om de hoek, om iemand te wenken voor een ontmoeting op een bepaalde plek. 

De angisa werd op een bepaald moment in Suriname als standaard hoofddoek door vrouwen gedragen. Nu zie je dat minder. De koto wordt vooral op hoogtijdagen of feesten gedragen, vooral ook omdat het heel wat tijd in beslag neemt om dit kledingstuk te maken. De stof moet worden gestijfd met gomma, lijm of stijfsel gemaakt met zetmeel van cassave, en daarvoor alleen al had je meestal een dag voorbereidingstijd nodig.

De odo, Surinaams spreekwoord, is onlosmakelijk verbonden met de klederdracht. Vaak worden zo een op trotse manier met bijbehorende mimiek verhalen verteld in koto.

Mi na afu sensi, no wan man e broko mi

Letterlijk: Ik ben een halve cent, niemand kan mij wisselen. 

Mensen met een rijpe ervaring, kun je moeilijk bedonderen.

Sranan odo buku, 1989,  Guno Hoen. pagina 51

De tot slaafgemaakten werden door de kolonisator op verschillende manieren onderdrukt. Zo was er een verbod op het beleven van eigen godsdienst en cultuur.  De tot slaafgemaakten maakten zich ondanks alles een nieuwe taal en kleding eigen als teken van verzet. Deze elementen werden in de loop der jaren ook gedeeld met de andere bevolkingsgroepen en zijn nu door de UNESCO erkend als onderdeel van het immaterieel cultureel erfgoed van Suriname.

De koto wordt ook internationaal erkend als deel van de identiteit van de Surinaamse vrouw. Wanneer je jong bent zie je de vele aspecten van het immaterieel erfgoed van Suriname als vanzelfsprekend. Pas wanneer men de geschiedenis en  gevoelens erachter onderzoekt, besef je hoe diepgaand en vooral bijzonder het is.

Foto van Kevin Headley
Kevin Headley

Kevin Headley (1983) is een Surinaamse documentairemaker, journalist en schrijver. Sinds een aantal jaar schrijft hij ook korte verhalen, welke onder andere gepubliceerd zijn in de Surinaamse krant de Ware Tijd, het opinieblad Parbode, het online literair tijdschrift Papieren Helden, het tijdschrift Wobby en Tirade. Kevin heeft ook de speciale uitgave van Tirade PRAKSERI met alleen Surinaamse verhalen samengesteld. Tweewekelijks leren we door zijn ogen verschillende aspecten kennen van Suriname.