Is dit de P van Piraat?

Het jongetje tovert net buiten het zicht van de meester een klein legomannetje met een donkere vlek op het rechteroog uit zijn zak.

‘Ik heb ook een Ninja, de N van Ninja bij me, wil je hem zien?’

M.is een van de vijf kinderen die ik dit jaar help met lezen omdat ze dat lastiger vinden dan hun klasgenootjes. M. heeft een enorme fantasie, hij vertelt schitterende verhalen over tropische eilanden waar hij geweest is en waarvan zijn vriendjes’ vader koning is. Dat beïnvloedt lezen: als je veel en makkelijk fantaseert, waarom zou dan het volgende woord dat er staat van meer belang zijn dan het volgende woord dat je kunt bedenken?

De vijf kinderen van 6 à 7 met wie ik dit jaar al las vormen een intense motivatie voor mijn idee van het belang van leesonderwijs. Nooit eerder zag ik hoe moeilijk het kan zijn, en hoezeer lezen een eerste en absolute hindernis voor verdere kennisverwerving vormt.

K. is een goed voorbeeld, een heel slim jongetje met grote leesproblemen die ik in eerste instantie uitsluitend achteruit leek te zien gaan. Omdat motivatie van belang is en niets demotiverender is dan in een Formule I wagen 5 km per uur moeten rijden: daar zijn ze niet op gebouwd. Het Formule I-hoofd van deze jongen kan slecht omgaan met zijn leesprobleem. Dan begint verzet: niets is minder aantrekkelijk dan een lapje tekst dat op zich al betrekkelijk onder zijn niveau is in cognitieve zin, maar waar je dan ook nog h-e-el -l-a-n-g-z-a-a-m door heen moet.

Toen kregen we dus echte opstand: de kont tegen de krib. Waar we maar moeilijk uitkwamen met boekjes over brandweermannen en politieagenten.

L. is een ander speciaal geval: zij leest zo slecht niet, maar blijkt een heel ander vocabulaire te hebben. Met een tent is zij nooit op vakantie geweest, een hut of schuur is ook haar dagelijkse realiteit niet. Laat staan schop, hark en tuin. Veel leesmethodes lijken te zijn gemaakt door mensen die in 1971 in een Nederlands dorp zijn geboren. Met haar ging ik dus eerst de klassiekers als ‘1000 woorden’  maar eens af: thematische zoekplaatjes met in de marge alle ‘dingen’ met hun bijbehorende ‘woorden’.  Hoe ziet een tent er uit, en wat is ‘kamperen’? Een kookstel, een haring. etc. Vocalulaire-problemen lijken het makkelijkst op te lossen. Ze is helaas buiten mijn bereik geraakt met haar lezen: ze is te goed geworden en heeft me niet meer nodig…

Met het slimme baasje K. ben ik opeens dankzij de vindingrijke leerkracht ook verder: wat uitkomst bleek te bieden is zijn gevoel voor humor. Het is het type jochie dat zich graag slaplacht. Nu heeft een moppenboekje zijn weerzin overwonnen. In het gezicht zie je de intense wens om tot de clou te geraken. Alle aangezichtspieren bewegen zich al naar de ontladende lach toe. Een betere motivatie dan een klaterende schaterlach als beloning voor je geploeter, is er niet.

Ik heb nooit vermoed dat het feit dat een scheetje van een konijn naar worteltjes ruikt me naar deze belangrijke conclusie zou helpen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.