‘De eerste voorwaarde om een heilige te worden is dat je van lastige mensen houdt, dat je bezoek kunt verdragen.’
Ik schuifelde in deze gedachte gevangen zeer stil de zaal binnen van het Stedelijk museum waar Nam June Paik’s ‘tv boeddha’ al decennia lang de onmogelijke opgave aan het vervullen is naar zichzelf te kijken en daar stoïcijns onder te blijven. In de zaal was coronatechnisch maar ruimte voor vier, dus dit hielp boeddha’s contemplatie wellicht een beetje. Ik moet deze boeddha in dit museum voor het eerst gezien hebben in 1990, want ze hebben het al heel lang in bezit, wat zeer pleit voor het aankoopbeleid. In deze tentoonstelling ervoer ik een soort verbijstering hoe een betrekkelijk waanzinnig soort kunstenaarschap door de tijd gesanctioneerd is tot verregaand visionair. Alles van Nam June Paik is de laatste jaren veel meer gaan betekenen. En ik zag het niet aankomen, maar Paik kennelijk wel.
‘Alles doorzien hebben, en toch nog in leven blijven – een onmogelijker positie bestaat niet.’
Ik stel me voor dat er in het kortgesloten circuit van de zichzelf waarnemende boeddha onder de zware oogleden een spiegelende verdubbeling optreedt van zijn verschijning reflecterend op zijn eigen pupillen en dat hij zich schrap zet steeds dieper af te dalen in oneindige vragen van persoonlijkheid en tijdsduur, ontologie en wezen. Zoiets. Aan mij is nooit een denker verloren gegaan, maar ik mag er graag naar kijken. Sinds deze Guatama in 1974 begonnen is zijn beeltenis te aanschouwen heeft hij het langzaamaan moeten afleggen tegen de hegemonie van het scherm; de media hebben alles wat stil denken is overgenomen en het gekwetter overstemt het denken ever since. Maar intussen, namens ons allen houdt 1 wengéhouten boeddha manmoedig stand…
‘ Ik zal tot het eind toe leven met het gevoel dat ik niet op mijn eigenlijke pek zit. Als de woorden ‘metafysische ballingschap’ geen enkele betekenis hadden, zouden zij er alleen al door mijn leven een krijgen.’
(Paiks manhaftige boeddha wordt hier geconfronteerd met citaten uit E.M. Ciorans Geboren zijn is ongemak, vertaling Edu Borger.)