De stad als schuilplaats

Het merendeel van de Nederlandse huiseigenaren kiest voor verhuizen naar een dorp als werk en geld geen rol zouden spelen bij de keuze van een woonplaats. Dit blijkt uit een onderzoek van de Vereniging Eigen Huis, die Nederlandse eigenwoningbezitters in december 2009 naar hun woonvoorkeuren heeft gevraagd. Familie, vrienden en andere sociale banden spelen een rol bij de keuze voor een nieuwe woonplaats. Liever verder reizen naar het werk dan ‘ontwortelen’ en de vertrouwde omgeving missen. Ook de aanwezigheid van natuurschoon, een rustige woonomgeving en het prijsniveau van woningen zijn factoren die een keuze voor het dorp beïnvloeden. 

Ongeveer op hetzelfde moment verscheen de door Leo Lucassen en Wim Willems samengestelde bundel Waarom mensen in de stad willen wonen 1200-2010. Een rijk boek met bijdragen van Wim Blockmans, Herman Pleij en Marita Mathijsen, om maar enkelen te noemen, waarin de lezer kennismaakt met alle facetten van de stedelijke cultuur vanaf de Middeleeuwen tot heden.

Op grond van al deze prachtige bijdragen trekken de samenstellers, beiden zijn hoogleraar sociale geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, hun conclusies. Zij wijzen in tegenstelling tot het onderzoek van de Vereniging eigen Huis op juist een aantal gunstige omstandigheden van het stedelijk leven. De stad is volgens hen door de eeuwen heen ‘een schuilplek, een marktplaats en de lift naar maatschappelijke ontplooiing – en succes’ geweest, waarbij zij haarfijn aangeven wat door de eeuwen heen de plaats van nieuwkomers is geweest. Mensen van heinde en verre trokken en trekken naar de stad in verband met de aanwezigheid van culturele en nutsvoorzieningen. Ze genieten van de tolerantie en sluiten zich aan bij bijvoorbeeld subculturen van homo’s, kunstenaars en krakers. Daarbij is er door de aanwezigheid van krantenredacties, clubs en sociëteiten vaak sprake van een debatcultuur en voldoende mogelijkheid tot meningsvorming. De stad geeft lucht, is een geestelijke vrijplaats. Uiteraard wijzen de hoogleraren op ‘duistere’ aspecten van de stadse cultuur: alcoholisme, hoererij, misdaad en drugsmisbruik komen ook in het boek aan de orde.  

Als we het onderzoek van de Vereniging Eigen Huis hiernaast leggen, kunnen we stellen dat het idee van de stad als vrijplaats slechts door een minderheid van de Nederlandse bevolking wordt gewaardeerd of zo wordt ervaren. De stad is uit, het dorp is in. Dat heeft een populistische partij als de PVV in haar jacht op stemmen blijkbaar goed aangevoeld; zij geeft immers regelmatig af op corrupte (culturele) elites in met name de grote steden. Vooral Amsterdam moet het daarbij als nationale poel des verderfs ontgelden. Wie het boek van Willems en Lucassen heeft gelezen weet nu zeker hoe eenzijdig dit beeld is.   

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *