Sinds ik bij de Breitner tentoonstelling in het Rijksmuseum – met 14 schilderijen van een meisje in kimono – 20 minuten naar de Brug van Utagawa Toyokumi (hiernaast een variant) stond te staren, ben ik steeds opzoek naar het detail.
Een betekenisvol detail; de zwarte linkerhandschoentjes van de aanslagplegers in Brussel. Had niemand dat kunnen interpreteren? Het verheffend detail: een opeens ontdekte antipathie tussen twee personages op zo’n print als hiernaast. Het schijnbaar zinloze detail zoals Reve bedoelde. En het detail dat in zichzelf weinigzeggend is, maar een kunstwerk helpt maken.
Zoals de wat onbeholpen lijnen die de de kracht van Saruhashi-brug van Hiroshige uitmaken. De krassen in het water die de sterke stroom suggereren die de hoogte accentueren, die de dramatiek maakt. Een kras.
Het is detailkunst zoals sommige literatuur dat kan zijn: romans van Edward StAubyn, als A clue to the exit, die vooral uit heel goede zinnen is opgebouwd. Krassen.
Het detail maakt gelukkig, je kunt je erin verliezen, en diep ongelukkig: je bent verloren als je het gemist hebt, als de taxichauffeur die het detail waarneemt dat hij de koffers niet mag aanraken, daar de politie voor waarschuwt, maar het drama niet kon voorkomen.