Na twintig jaar Aikido belde ik mijn sensei om te vertellen dat ik wilde stoppen. Roel reageerde zoals ik had verwacht: hij is het soort leraar dat begrijpt dat hij maar een onderdeel van je leerproces is.
‘Ik moet weten hoe het voelt om dit niet in mijn leven te hebben,’ zei ik. ‘Wie weet zie je me over een half jaar terug.’
Roel zei dat hij me begreep en dat hij me zou missen. Ik bedankte hem voor alles wat ik kon bedenken, miste hem op dat moment kort en hevig en sindsdien mis ik het Aikido op een bijna lijflijk niveau: de vriendschap in de dojo, het zware katoenen pak over mijn blote schouders, mijn hakama*, de weerstand van de mat onder me en de ‘shine’ die je kunt voelen wanneer je technieken instinctief en moeiteloos uitvoert.
Maar het niveau waarop ik wil trainen is alleen haalbaar is als ik minstens drie keer per week ga. Naar Ede en Breda. Dat kan niet meer.
Adding insult to injury: sinds ik ben gestopt met Aikido fitness ik weer. Advies van de fysio.
De laatste keer dat ik gewicht optilde dat niet verplaatst hoefde te worden was minstens vijf jaar geleden en ik was vergeten hoe slopend saai dat hele gedoe is. Gelukkig zit ik – dankzij een vriendin – bij Health Club Jordaan.
In de uren dat ik er terecht kan ben ik met afstand de jongste in de zaal. Bejaarde mannen in verschoten bodybuildinghemdjes, bejaarde vrouwen die dromerig niet-zo-snelwandelen op de loopbanden. De mannen plagen elkaar in de kleedkamer en voor de spiegelwand: als ik ooit op een sportschool thuis zou horen zou het hier zijn.
Binnen een paar weken tilde ik weer flinke stapels en de pijn in mijn onderrug en schouder lijken verdwenen, maar ik ben niet gelukkig.
Misschien is mijn voornemen om minder dingen op een hoog niveau te doen doorgeslagen. De afgelopen twee jaar stopte ik met professioneel koken, als redactielid van Tirade, met lesgeven en met Aikido. Wie weet heb ik eigenhandig het krimpen van mijn wereld ingezet; word ik vóór mijn dagen oud en sterf ik binnenkort in een lichaam dat te jong lijkt om van mij te kunnen zijn.
* een soort broekrok die bij de outfit hoort.
_____________________________________________________________
Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.