Verlaten plekken schreeuwen tot de verbeelding. Op instagram is er een heel account aan gewijd: Itsabandoned. Resten van leven vind je daar, structuren waarbinnen een leven plaatsvond, als achtergelaten slangenhuid is een stenen of houten lichaam door de bewoner verlaten. Een versteend verleden. Een van de fraaiere verlaten gebouwen waar ik ooit kwam was het voormalig Seminarium in Driebergen. Ik verzamelde, of zo je wilt jatte er koperen hang- en sluitwerk. Lange gangen vol deuren, tassen vol klinken. Omdat ik gehoord had dat die seminaristen bijna nooit ziek waren en ergens las dat een koperen deurklink, veel meer dan alle materiaal dat we er nu voor gebruiken, bacteriën doodt.
De seminaristen staken elkaar dus in geen geval via de deurklink aan. Kom daar eens om in een kinderdagverblijf! Kinderen tussen de 2 en 4 zijn altijd ziek. Neem koperen deurklinken!
Ik lees een verlaten boek. Een verlaten boek is een boek waarvan je aanneemt dat het nog maar heel weinig gelezen wordt. Het is The Rover van Joseph Conrad. Niet zijn beste boek vermoed ik, dat is mogelijk zijn bekendste titel Heart of Darkness. The Rover is zijn laatste afgeronde roman. Laat werk van een auteur wordt geacht niet algemeen het beste werk te zijn, al zijn er natuurlijk uitzonderingen (Ada van Nabokov?) Als je heel beroerde laatste stukken van een oeuvre wilt lezen moet je eens naar Mulisch kijken. Er is geloof ik nooit een Nederlandse vertaling van The Rover gemaakt. Wat mooi is aan verlaten boeken, evenals verlaten huizen, is dat ze niet spectaculair zijn, dat ze verlaten zijn heeft een reden. En dat is in een spektakelwereld een hele opluchting; dat iets niet meesterlijk is! Géen onverbiddelijke bestseller. Níet de mooiste plekjes waar je ooit geweest bent. Gewoon – in het geval van The Rover – een niet al te bijzonder verhaal, maar wel goed verteld. En zoals je in een verlaten huis de vakkundige verbindingen in het dakgebint kunt zien, kan je de verteltechnische kanten van een niet spectaculaire roman veel beter volgen, en daarin is dit late boek toch wel bijzonder. Ik zou met alle vertrouwen een boek kopen met een sticker erop: ‘een niet al te bijzonder verhaal, maar wel goed verteld.’ ‘Gewoon goed’ is een mooie economische ingreep in de inflatoire kanten van de boekverkoop.
Józef Teodor Konrad Korzeniowski is een ‘verlaten’ persoonlijkheid. De man die ooit zo heette was niet bruikbaar meer, de persoon die hij was, moest achtergelaten worden ten gunste van iets handigers: ten gunste van de naam Joseph Conrad. Een van de grootste onderzoekers van verlaten en vergeten zaken – W. G. Sebald – last in zijn Die Ringe des Saturn een ruime passage in voor het verhaal achter Conrads eerste persoonlijkheid. Het begint zo: ‘Am Ende des Somers 1862 reiste Mme. Evelina Korzeniovska mit ihrem damals nog nicht ganz fünfjährigen Knaben Teodor Josef Konrad von der kleinen podolischen stad Zitomir nach Warschau. ‘
Conrad in zijn huis in Engeland waar hij stierf heeft wat weg van Peyrol – The Rover – in zijn boerderij aan de kust bij Toulon. Het motto van zijn laatste roman werd ook Conrads epitaaf
Sleep after toyle, port after stormie seas,
Ease after warre, death after life, doth greatly please
Spenser