Een psycholoog bij wie ik liep vroeg eens hoeveel uur ik per week werkte. Ik had in die tijd een bedrijfje naast mijn schrijverschap, kluste ook nog bij als kok.
‘Een uur of vijfendertig,’ zei ik, en begon te vertellen waar mijn werkweek uit bestond. Toen ik klaar was met mijn opsomming vroeg ze hoeveel tijd er dan naar schrijven ging.
‘Drie uur per dag,’ zei ik. ‘Van maandag tot vrijdag. Soms is het veel meer, als ik een verhaal of boek moet afronden.’
‘En die uren tel je niet mee?’
Ik schudde mijn hoofd. Werken was iets dat je voor andere mensen deed en schrijven deed ik voor vooral mezelf – mijn boekverkoop leek die theorie te onderschrijven.
‘En jij bent degene die boodschappen doet en kookt en thuis is voor jullie zoontje?’
‘B doet dat ook wel,’ zei ik. ‘Maar je wilt geloof ik zeggen dat ik al die activiteiten bij elkaar moet optellen en dan niet meer kan vinden dat ik weinig doe.’
Omdat mijn therapeut een analytica was, zei ze niets. Het was aan mij om tot inzichten te komen.
Dit was in 2013. Het bedrijfje is inmiddels opgedoekt; ik schrijf alleen nog maar en begeleid daar ook anderen in. Nadim (13) gaat zelfstandig naar school en Ada (8) kan zichzelf heel goed vermaken. De kleuterjaren zijn definitief voorbij. Op donderdagen werk ik achter de bar in De Druif, en ook dat ben ik zuiver voor mezelf gaan doen.
Afgelopen donderdag ging ik er weer aan de slag na een vakantie van vier weken. Bij mijn aankomst zat het hele terras vol; ik nam mijn eerste bestelling op en besefte dat ik te oud werd voor dit werk, dat ik dit helemaal niet meer kon en deze ellenlange dienst met geen mogelijkheid vol zou kunnen houden.
Een halfuur later vond ik het weer heerlijk. De dynamiek, de mensen, het lachen, het fysieke. Er kwamen vrienden langs, vaste gasten en collega’s; iedereen was blij me terug te hebben.
Nee, dit kon je op geen enkele manier werk noemen.
Wie niet in god gelooft heeft geen adres om zijn dankbaarheid aan te richten, maar ik voel wel de wens er stil bij te staan: de vorm die mijn leven aangenomen heeft, de ruimte die ik ervaar.
Dat niets als werk voelt, tegenwoordig.