Een veilige ruimte

imagesWe waren klaar met vergaderen. Martijn* en Simone* stonden te praten op het stoepje van de uitgeverij toen Otis de Hond en ik naar buiten kwamen. 

Simone vertelde hoe zwaar het was geweest om – ook al zat ze maanden in haar uppie in Brooklyn – te werken aan haar eerste boek. Het moeilijkst was gebleken (en dit zijn mijn eigen woorden) een ‘veilige ruimte’ in stand houden. Een ‘atelier in je hoofd,’ waar je kritiekloos kunt werken, mag spelen in de wetenschap dat je ongezien en vrij bent. Bedenken hoe een tekst op de lezer gaat overkomen is een heel ander proces en hoort later aan de beurt te komen.

Ik moest denken aan de absolute vrijheid waarin ik mijn eerste boek schreef. Met elke dag dat ik eraan werkte werd Hier sneeuwt het nooit mooier, tot ik op de presentatie in vol vertrouwen zei: ‘Kom maar op met die recensies, ik weet niet wat ik hier nog aan zou kunnen verbeteren.’

Tot dat moment had ik nog nooit een literaire recensie gelezen. Dom? Misschien, maar het gaf me wel de ruimte die ik nodig had. Mijn werk was niet bijgestuurd door wat voor besef van andere smaken of heersende meningen dan ook. Twee jaar lang was ik vrij geweest. Volkomen veilig en vrij. 

Een tweede boek is – zegt iedereen – het moeilijkst te schrijven. Dat merkte ik vooral in de begintijd van het werk aan Het laatste kind. Het atelier in mijn hoofd werd steeds binnengedrongen door vreselijke stemmetjes. ‘Toch niet weer over dood en verlies?’ zeiden ze, en: ‘Komen al je lijntjes lekker bij elkaar?’ ‘Wel erg traag en boemelend Van Oorschotproza, dat jij daar aan het typen bent…**’

Ik ken Simone goed genoeg om te weten dat ik haar niet zielig mag vinden, maar opeens had ik vreselijk met haar te doen. Het is één ding om te moeten vechten tegen de stemmen van recensenten in je hoofd, maar wat als je zelf recensent bent? Als je honderden boeken hebt gelezen en besproken? Ik probeerde het me voor te stellen en haakte heel snel af.  

Voor iedereen die een lelijke recensie heeft gekregen en toch een volgend boek aan het schrijven is: het kan nog veel en veel erger.  

 

* Martijn Knol en Simone van Saarloos (boekrecensent voor de Volkskrant), mederedacteurs van Tirade

** Een kleine lezing uit de kritiek op Hier sneeuwt het nooit. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.