Klein maken

In mijn vroege puberteit deed ik een observatie die me bij zou blijven en die het schopte tot een van de cruciale realisaties van de hoofdpersoon van mijn nieuwe roman Het jasje van Luis Martín. 

Bij de eerste gymles op het Gymnasium dwong juf Michels onze klas tot een potje trefbal, en werd een levensbepalend onderscheid tussen twee soorten persoon zichtbaar: degene die met alles inzet op het vangen en terugwerpen van de bal, en degene die zich klein maakt in de hoop dat de bal ergens mid-flight zal ophouden te bestaan. Je ziet deze mechanismen op volwassen leeftijd het duidelijkst in drukke supermarkten waar botsingen tussen karretjes onvermijdelijk zijn.

Mijn vrouw staat altijd aan. Het is een fundamentele eigenschap van haar die ik bewonder en waardeer. In trefbaltermen zou ze de werper nog voor hij de bal in beweging heeft gezet recht aankijken en vragen of hij zeker weet dat hij op haar wil mikken.

Nu ik erover nadenk lijk ik al mijn vrienden op deze trek te hebben geselecteerd. Een van mijn verjaardagen of boekpresentaties klinkt voor een passant waarschijnlijk als een meeuwenkolonie in een heel klein hok.

De vraag rijst tot welke groep ikzelf behoor. Tot beide, geloof ik.

Tijdens een familie-uitje op Terschelling afgelopen weekend vroeg mijn zwager welke rol ik op me zou nemen als het oorlog werd: collaborateur, oprichter van een ondergrondse drukkerij of partizaan. Mijn antwoord was er zo snel dat het vanuit mijn diepste binnenste moet zijn gekomen: ‘Onderduiker.’

Tegelijkertijd kan ook ik heel erg aan staan. Wie me alleen uit mijn horecajaren kent heeft me nooit anders gezien dan met het sociale gas vol open. Ik was gelukkig in die tijd, het waren gedachteloze jaren waarin ik me zeker wist van mijn plek en verbondenheid met de wereld om me heen.

Maar het schrijven. Mijn verhalen. Het is de onderduiker die dat doet: de kleine donkere man met de grote ogen die de bal daadwerkelijk kan laten verdwijnen voordat die hem raakt.

 

__________________________________________________________

Optie 8Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. Op 23 oktober van dit jaar verscheen zijn nieuwe en sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.