‘Een zaag, een ander mens!’

Dichteres Annemieke Gerrist las ’s Middags zwem ik in de Noordzee, de nieuwe bundel van Wim Brands, en schreef de auteur ervan een brief. Wim Brands schreef terug. Hieronder het begin van een correspondentie.

 

Dag Wim,

Bladzijde 16 van je bundel*. Daar sta ik. Als ik om me heen kijk, zie ik een kamer die me nog onbekend is. Er zijn een paar elementen van deze kamer waarover ik heb gelezen; een vader, een moeder, een verlaten dorp, een zoon. Ik denk althans dat de kamer die je beschrijft zich in dat dorp bevindt waar je vaak over schrijft.

Ik stel me dat dorp als een verlaten dorp voor, dat tussen weilanden ligt. Met paarden die uit badkuipen drinken. Misschien wonen er meer oudere mensen dan jongere mensen, wat op een vreemde manier vaak zo is in dorpen.

In je poëzie ving ik er vaak een glimp van op. Het was er kalm, leeg en ruimtelijk. Ik vond de rust nogal bedrieglijk overkomen. Ik kon overal goed kijken, de ruimte in je gedichten is wijds. En er knaagt constant iets. Ik kan er nog niet de vinger op leggen. Misschien hoeft dat ook niet. Zoals in dit gedicht, waar je een deur hoort. En er misschien nog iemand aanwezig is, die rondloopt. Of het tocht in dit huis.

Voor mij las dit gedicht als een sleutel, naar een plek die achter de gedichten ligt. Daarom begin ik hier. Misschien leidt dit gedicht naar de plek waar je gedichten ontstaan, zodra iemand die deur opendoet. Of misschien beeld ik het me in, en komt de deur uit op een binnenplaats die betegeld is en waar roestige waslijnen hangen.

Waar is dit gedicht ontstaan?

Ik zie uit naar je antwoord.

Groeten,

Annemieke

*‘s Middags zwem ik in de Noordzee (2014).

 

—————————————————————————————————————————

Wim Brands TwitterprofielfotoDag Annemieke,

Dit gedicht is ontstaan na een opmerking die de inmiddels overleden psychiater Louis Tas tegen me maakte. Ik sprak hem ooit naar aanleiding van de heruitgave van zijn dagboek. Een bijzondere man die tot op hoge leeftijd bleef werken. Ik herinner me dat ik hem vertelde dat ik mijn ouders zo lang al niet gezien had. We waren gebrouilleerd en ik wilde het contact herstellen. Maar hoe, hoe herstel je het contact met mensen die om het minst geringe beginnen te blaffen, als agressieve kennelhonden.

Tas dacht na en terwijl hij dat deed vertelde hij me dat zijn ouders al lang dood waren en dat hij vond dat ze wel weer konden terugkomen. Zo lang had het geduurd.

Dat vond ik een mooie gedachte. Ik wilde ook dat mijn nog levende ouders weer terugkwamen.

We stonden in een VPRO-studio aan de Amsterdamse Amstel, Louis Tas en ik. Maar ik dacht aan de keuken van mijn ouders toen ik hem over hen vertelde.

In die keuken speelde hun leven zich af en het mijne toen ik nog thuiswoonde. Uitzicht op een weiland.

Ik ben geboren in een gehucht, onder de rook van Zutphen. Er woonden niet zoveel mensen, leeftijdgenoten waren er niet. Ik vond dat ook niet erg. Het bos van Voorstonden was dichtbij en in dat bos bracht ik uren door.

In mezelf pratend, sporen zoekend. Soms klonk er een zaag. Dat is trouwens een mooie opmerking van Werner Herzog in zijn onvergetelijke Over een voettocht in de kou. Ik herkende direct het gevoel: een zaag, een ander mens!

Jij bent toch ook op het platteland geboren?

vrgr

Wim

———–

Annemieke Gerrist (1980) is dichter en beeldend kunstenaar. Wim Brands (1959) is dichter en radio- en televisiemaker bij de VPRO. De jongste Tirade-publicatie van Gerrist vind in je Tirade 454, die van Brands in Tirade 455.

Binnenkort: Gerrist-Brands, Brands-Gerrist, deel 2.

Auteursportretten: Twitterprofielfoto’s.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *