Eindejaarslijstje: de kerstboom

Inderdaad, voor je het weet is het weer de tijd voor eindjejaarslijstjes – maar dit jaar komt dat moment om het geheugen even op te frissen wel heel plotseling. De hazelaar laat thans zijn allergenen los, de reigers zitten al op hun nest en ik zag zelfs twee mensen genieten van hun (overduidelijk) eerste zoen. Het klimaat is er niet naar, waardoor ik ook helemaal niet in de stemming ben voor een lijstje, laat staan voor een boekenlijstje over het afgelopen jaar.

Vanwaar dan toch een lijst? Ik las in Umberto Eco’s Bekentenissen van een jonge romanschrijver diens essay over lijsten. Daarin wordt precies uitgelegd waarom ik er zo weinig mee op heb: ze wekken de schijn van oneindigheid of juist van compleetheid, ze zijn overbodig of juist puur functioneel, ze zijn associatief of juist doordacht. Met andere woorden, je weet nooit precies waar je mee te maken hebt. Wat Eco daarover allemaal te zeggen heeft is wel degelijk heel interessant, al is zijn indeling van verschillende lijsten op z’n minst discutabel.

Eco mag nog zulke fraaie voorbeelden oplepelen (Joyce, Rabelais en vooral ook zichzelf), die sla ik lekker over. Voor de voorbeelden die hij ontleent aan een gedicht van Szymborska en een redevoering van Cicero maak ik een uitzondering. Dat zijn dan ook geen echte lijsten (maar respectievelijk een anaforistisch gedicht en een climatische opsomming van retorische vragen).

In mijn ogen leent een lijst zich bij uitstek voor vervelende zaken, misschien zelf in de trant van ‘van je afschrijven’ en ‘het een plekje geven’. Toevallig is er in die tijd van het jaar iets wat ik heel graag een plaats geef buiten mijzelf: het optuigen van de kerstboom. Ik heb liever geen kerstboom maar gewoon een doos Ikea-zooi om samen in elkaar te zetten. En waarom? Dat heeft alles te maken met de Litanie van de kerstboom, die elk jaar aanvangt met discussie over de echte kaarsen op houders die druipend kaarsvet vangen net zo gevaarlijk als vroeger, glazen vogeltjes die kwinkeleren op springveren, nog van overgrootmoeder geweest (er vliegt elk jaar eentje uit), kransjes aan satijnlinten strikken,
wit-rode miniatuurwandelstokjes, de kat, die hou je toch niet tegen,
naast het bataljon aan zilveren engeltjes, jezus,
maria, mirre, de hele santekraam, een verdwaald paasei,
het klokkenspel erbij, engelenhaar want dat brandt zo goed,
vooral met hulst, en vleugels van engelen die gevallen zijn,
wat ijssterren om te smelten, medaillons,
fotolijstjes, hele miniatuurtreinbanen, sneeuwpoppen,
knuffelfiguurtjes, een kerststalmobile, zelfgebreide kousen,
snoepzakjes van het laatste kinderfeestje,
de hele dierenwinkel, rendieren, elanden,
hobbelpaarden, bambi’s, hondjes, bospad,
varkentjes, uilen, vlinders, pauwen,
flamingo’s en meer gevogelte,
het tuiltje kerstrozen, overgebleven kerststukjes
in van dat groene schuim geprikt,
vergulde dinkytoys, doedelzakken,
naaldhakken, lampions, vreterij,
alsmede kerstboompjes van verschillende
natuureigen materialen voor het Droste-effect en duurzaamheid,
handschoenen, schaatsen, mutsen en sjalen,
het lijkt wel een kapstok, paddestoelen, sterren allerlei,
gloeiend, vallend, rijsend en aan het firmament,
ook nog harten die bonzen vol verwachting
of zich uitstorten, spiegeltjes, kralen, zigeunerkettingen,
wat maar blikkert en flonkert en flikkert,
vodden-lompen-ongeregeld,
alles afgetopt met emmers spuitsneeuw,
en dan nog iets hoog in de wind als piek,
ik kan niet wachten tot het aftuigen weer begint.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds twee jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.