En toen was het stil

Vorige week was het een hard ontwaken. De wekker van mijn telefoon ging, de eerst mails kwamen binnen en ik drukte automatisch het bovenste bericht open. NRC Urgent, stond er. Dan weet je wel genoeg: óf de wereld staat in brand óf er is een popster overleden (Bowie, Prince). ‘Vrachtwagen rijdt in op menigte in Nice: tientallen doden,’ las ik als eerste. Erbij stond een foto van een met kogels doorzeefde vrachtwagencabine. Teletekstpagina 101 was weer gesplitst twee kaders – net zoals indertijd met Brussel, Parijs, MH17 – en het ‘gewone’ nieuws liet zich langzaamaan verdringen.

Onmiddellijk de radio aan. De eerste zender bleek – ik verbijf in een huis van francofielen – een Franse publieke omroep te zijn. Ik besefte dat ze daar al de hele nacht in touw waren, zonder dat het veel informatie had opgeleverd. ‘Ce que nous savons maintenant…’ frustrerend genoeg niet veel dus.

Bij vorige grote aanslagen in Europa buitelde iedereen, vooral op de social media, over elkaar heen van medeleven. We waren Charlie, waren Parijs, waren Brussel, en Ahmed, jood en homo. Profielfoto’s met bijbehorende vlaggen, banieren en buttons overal. Er kwamen breed gedragen gevoelens bovenborrelen die meteen over de hele linie moesten worden gedeeld. Met die massale beweging kwam tegelijk de tegenbeweging. Dan zeiden anderen dat je niet hypocriet mag zijn, dat je niet mag vergeten: de slachtoffers van Boko Haram, de aanslagen in het Midden-Oosten, en dat je óók solidair moet zijn met hen die vielen voor… vul maar in. Al deze stemmen, van welke zijde dan ook, kan je niet kritisch genoeg tegemoet treden, vind ik, maar dat is een ander punt.

De dag na de aanslag in Nice bleef het opvallend stil. Ik heb geen Je suis Nice (I am nice?) voorbij zien komen, terwijl dat bij vergelijkbare gebeurtenissen à la minute gebeurde. Van alle kanten worden we ingeprent ons onder geen beding te laten beïnvloeden door terrorisme. We moeten ons verzetten, al is het slechts door middel van een leus of door bij elkaar te komen om te zwijgen en marcheren. Toch is er iets veranderd, net zo keihard als mijn ontwaken vorige week, want ik dacht ook: daar héb je het weer. Op de social media was het kalm doordat we door verloop van tijd worden lamgeslagen, door aanslagen aan de ene kant én het ‘geen angst tonen!’ aan de andere kant. We raken murw, niet omdat we bang zijn maar omdat we er genoeg van hebben. Intussen roepen we al om het hardst om ons recht op een ouderwetse komkommertijd.

Het ergens níet over hebben is een vorm van verdediging net zo goed als een manier van rouwen, dat kan je niemand kwalijk nemen. Een stukje voor deze site kreeg ook ik vorige week niet uit mijn vingers, maar je mond houden zal op termijn geen optie zijn.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds drie jaar blogt hij bijna wekelijks voor tirade.nu.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.