Fijnzand-effect

Trigger warning: onderstaande tekst bevat referenties naar onderwerpen als seksueel misbruik en geweld.

Al een jaar spookt er een filmscene uit een Netflix-serie door mijn hoofd, van een afschuwelijke verkrachting. Van alle dingen is dat het beeld dat ik het liefst uit mijn hoofd zou wissen. Na een kwade mail naar Netflix over hun gebrek aan trigger warnings – niemand zou dit onvrijwillig moeten tegenkomen – zette het me verder aan het denken.

Wat is de impact van dit soort beelden? Het is een vraag die ik tijdens mijn master Mediastudies veelvuldig ben tegengekomen. Met name de impact van gewelddadige videobeelden of games op kinderen en jongeren wordt veel onderzocht. Echter kom je er bij het lezen van deze onderzoeken snel achter dat ze vrijwel allemaal aansturen op hetzelfde: de vraag of gewelddadige beelden kopieergedrag onder de kijkers opleveren. Zelfs een groot advies- en onderzoeksorgaan als Stichting Kijkwijzer/NICAM noemt dit het grootste uitgangspunt voor hun adviezen. Naast het feit dat sommige beelden schadelijk kunnen zijn, is men vooral bang dat kijkers de scenes gaan naspelen.

We lijken te verwachten dat blootstelling aan mediabeelden als een kopieermachine werkt, dat beelden van verkrachtingen bijvoorbeeld leiden tot mensen die zelf gaan verkrachten. Dat is niet zo. Het is geen kopieermachine, het is eerder fijnzand. Fijnzand dat via onze laptops en tv’s met bakken tegelijk binnenkomt, overal tussen kruipt en je bijna onmogelijk weg krijgt. Fijnzand dat overigens niet alleen seksueel geweld tegen vrouwen beslaat, maar alle vormen van stereotypering en onderdrukking van minderheden. Die beelden normaliseren bij de massa, op heel subtiele wijze, het idee van gewelddadig gedrag richting een specifieke groep mensen in de maatschappij. Dat wil zeggen dat we daardoor niet eindigen met enkele gekkies die de verhaallijn nabootsen, maar met miljoenen mensen die langzaam ongevoelig worden, wat op langere termijn wellicht nog veel erger is. We staren ons blind op een effect dat nauwelijks plaatsvindt, terwijl er ondertussen een veel groter probleem ontstaat.

Ik doe navraag bij mijn omgeving: ‘Hoeveel films kennen jullie met verkrachtingsscenes van mannen?’ Er worden er met moeite één of twee opgenoemd. ‘En hoeveel met soortgelijke scenes met vrouwen?’ Alle mainstream media komt voorbij; Game of Thrones, Firefly Lane, The Magicians, Dare Me, Tiny Pretty Things… Moet ik doorgaan?

Een ander perfect voorbeeld van die normalisering is een ingesleten zin die te pas en te onpas door Nederlandse huiskamers schalt en gebruikt wordt als merknaam voor biertjes, viltjes en cabaretprogramma’s: ‘Oh buurman, wat doet u nu?’ Die zin is afkomstig uit de serie Flodder. Het gaat hier om een scene waarin een vrouw wordt aangerand, zo niet verkracht. Een scene waarbij we de impact van het beeld blijkbaar helemaal niet meer weten te vatten, gezien we hem voor van alles gebruiken. Daarbovenop kom je er met het kleinste beetje research achter dat de actrice die deze scene moest spelen, Tatjana Šimić, er helemaal niet comfortabel mee was en voorafgaand aan het opnemen heel hard heeft gehuild. Schandalig.

Nog erger is wat er van over is – een gemarginaliseerd zinnetje, vaak als grapje gebruikt, wat wij allemaal doodnormaal vinden. Hoe ontzettend cru, helemaal als we dit tegenover het bewezen feit zetten dat 53%, van de vrouwen een vorm van seksuele grensoverschrijding en geweld heeft meegemaakt, tegenover 19% van de mannen (Rutgers, 2021).

Waarom maken we deze beelden dan nog? Een combinatie van het feit dat sensatie verkoopt, en een gebrek aan inspiratie bij de makers. Gewelddadige verkrachtingen zijn een perfecte manier om je plot vooruit te helpen zonder dat je daar een inhoudelijk sterk verhaal voor moet schrijven. De kijker blijft geïntrigeerd door de heftigheid van de beelden. Problem solved.

Begrijp me niet verkeerd, ik zeg niet dat we vanaf nu alles moeten censureren en dat elke film de vredelievendheid van Barbapapa moet uitstralen. Ik zeg alleen dat je niet altijd alles hoeft te laten zien. Het gaat om de gigantische kwantiteit waarmee dit soort beelden via de mainstream media onze huiskamers binnen rollen, en het effect daarvan. Je moet jezelf, als maker én als kijker, bij dit soort heftige beelden afvragen: hoe vaak zien we dit op tv? Is het niet al te vaak gedaan? Is het absoluut noodzakelijk dat ik dit zie of laat zien? Gaat het hier om een minderheidsgroep?

En tot slot, als je het echt niet kan bedenken: heb ik zo’n soort scene ooit al eens gezien met een hetero witte man? Is het antwoord nee? Doe of kijk het dan gewoon eens een keertje niet. Heftige scenes moeten echt bijdragen aan het verhaal, een dramaturgische noodzaak hebben, en niet zomaar een sensatiepuntje zijn. Als we iets anders van de maatschappij willen, moeten we misschien beginnen iets anders te laten zien.

Foto van Anne Steenhoff
Anne Steenhoff

Anne Steenhoff (1996) schrijft fictie en voor films. Ze studeerde in 2019 af aan de master Beroepsspecialisatie Film aan de UvA. Ze werkt momenteel als parttime leerkracht en schrijfster van kortverhalen bij Ella Global. Eerder verscheen haar werk bij De Optimist, Writenow en het NRC.