Vorige week publiceerden we hier deel VII van de correspondentie Gerrist-Brands, Brands-Gerrist. En vandaag deel VIII:
de laatste paar weken lees ik amper poëzie. Dat komt denk ik door mijn hormonen, die als een razende tekeergaan.
Daardoor ging ik nadenken over hoeveel poëzie ik normaal lees, en of dat eigenlijk wel genoeg is. Nee dus. Maar ik wil niks moeten, met poëzie. Niet moeten lezen, niet moeten schrijven, niet moeten kunnen uitleggen, niet moeten kopen.
Alleen als ik er zin in heb.
Vaak komt de zin in een bundel in een opwelling, stop ik er een in mijn tas en loop ik er een paar dagen mee rond. Zo kan ik me er goed op concentreren, en in verdiepen.
Wat ik zelf mooi vind van poëzie, is de onderstroom die er -als het goed is- in zit, die je onbewust kan oppikken.
Tenminste, bij mij gaat dat onbewust. Daarna kan ik pas een beetje vangen in woorden wat ik er mooi aan vindt, of goed, maar nooit helemaal. Juist dat oppikken van het onbenoembare, dat een dichter een sfeer neerzet die je aanvoelt, daar houd ik van. Kale poëzie, misschien zelfs licht en helder gebracht, maar wat daar achter en onder zit kan me niet zwaar genoeg zijn.
Anders dan de religieuze poëzie in de kerken vroeger, waar ik meezong met loodzware psalmen, op loodzware muziek, in een loodzware omgeving. Geen wonder dat het er saai is: er zit niks dubbelzinnigs in. De boodschap is glashelder.
Ben je eigenlijk religieus opgevoed?
Groet,
Annemieke
———————————————————————————————
Nee, ik ben niet religieus opgevoed maar heb wel op de Zondagsschool gezeten en luisterde gretig naar de bijbelverhalen.
Onlangs heb ik trouwens de hervertellingen van Guus Kuijer gelezen en herlezen. Ik kan je die reeks – de bijbel voor ongelovigen – aanbevelen, al is het alleen maar omdat Kuijer telkens verrassende perspectieven kiest.
Ik beschouw hem overigens als een van onze beste schrijvers.
Maar dat terzijde.
Tijdens een tv-gesprek dat ik onlangs met hem had refereerde ik aan een boekje van Ellen van Wolde, zij is hoogleraar exegese van het oude testament en haalde een paar jaar geleden de internationale pers omdat het oude testament niet begint met In den beginne schiep God.
Volgens haar interpretatie staat er dat de aarde er al was en dat toen God op het toneel verscheen.
Dat lijkt mij ook logisch. God werd bedacht door mensen die elkaar verhalen vertelden over de oorsprong van de wereld maar ze wisten ook wel dat die wereld er al was.
Terwijl ik dit schrijf moet ik denken aan de laatste voorstelling van Wim T. Schippers, Hoogwater voorheen Laagwater. Lang geleden dat ik zo monter een schouwburg verliet, wat een stuk! Zoals je weet is Schippers in hart en nieren nog steeds een Fluxus-kunstenaar.
Ik citeer uit het programmafoldertje:
‘Zij wijzen elke zoektocht naar betekenis af en zijn ervan overtuigd dat het beter is het leven en de onbegrijpelijkheid die daarbij hoort te omarmen. In al zijn onzinnigheid is het leven voor ons allen een onverwacht cadeau dat we zoveel mogelijk en zolang mogelijk moeten zien te vieren. Want het grote raadsel ligt niet zozeer in de vraag waarom we geboren zijn, maar waarom we, als het dan eenmaal zo is, na een keer of zeventig, tachtig rondjes rond de zon zo nodig weer moeten sterven’.
Zo… en buiten is het opgehouden te regenen.
vrgr
Wim
————————–
Annemieke Gerrist (1980) is dichter en beeldend kunstenaar. Wim Brands (1959) is dichter en radio- en televisiemaker bij de VPRO. De jongste Tirade-publicatie van Gerrist vind in je Tirade 454, die van Brands in Tirade 455.
In voorbereiding: Gerrist-Brands, Brands-Gerrist, deel IX.
Auteursportretten: Twitterprofielfoto’s.