Het echte leven

Al zolang ik me kan herinneren wil ik elders zijn, en volgens mij ben ik niet de enige. Ik kan geen andere reden bedenken waarom we met zijn allen zoveel naar schermpjes staren, drinken, drugs gebruiken en reizen. Die paar mensen die proclameren dat ze heel erg in het nu leven; dat de werkelijkheid voor hen al avontuur genoeg is, zijn gek of irritant. Een combinatie van de twee komt ook vaak voor. 

Internet en films zijn aan deze kant van de wereld de meest gebruikte vluchtwegen*. Beide treden in werking bij het indrukken van een knop, zijn goedkoop, niet per se ongezond, en leggen beslag op je belangrijkste zintuigen.

Al jaren wordt gewerkt aan pressure suits, waardoor je computergegenereerde impulsen kunt vertalen in fysieke gewaarwordingen. Smell-O-Visiontechnologie maakte het regisseur Mike Todd al in 1960 mogelijk zijn meesterlijke geurfilm The Scent of Mystery te maken. Je zou zeggen dat het een kwestie van tijd is voor we een niet van echt te onderscheiden wereld kunnen creëren. Alles wat we hoeven doen, is miljarden in de techniek pompen en achteroverleunen terwijl een kluitje nerds bij MIT** losgaat. 

Het gekke is: die ultieme ervaring, dat met alle zintuigen verdwijnen in een andere werkelijkheid, is er al jaren. Het heet l-e-z-e-n, en het enige wat daarvoor van je verlangd wordt, is een milde vorm van zelfopgelegde sensorische deprivatie. Al na een week zonder tv en internet wordt je brein zo hongerig naar input dat het van een eerste zin als “I was thirteen years old the first time I walked on water, the man in the black clothes had shown me how to do it”*** een bijna-LSD ervaring maakt. 

Ik was eenentwintig toen ik mijn tv wegdeed omdat ik niet langer wilde betalen voor iets wat me zo weinig bracht. Het boek op mijn nachtkastje, die eerste weken van buisdeprivatie, was Gustav Meyrinks Der Golem. Binnen de kortste keren ijsbeerde die kleiman hele nachten aan mijn voeteneind. 

Wat ik bedoel te zeggen is: 3D-films met Dolby Surround worden als totaalervaring gepresenteerd, terwijl de echte totaalervaring in je hoofd zit. Er wordt minder gelezen omdat er makkelijkere verhaaldragers zijn dan geschreven tekst. Zoals een vriend van me ooit zei toen ik vertelde dat Bram Stokers Dracula een van mijn favoriete boeken is: ‘Weet je wel hoeveel bladzijden dat zijn? Man, in twee uur heb je de film gezien.’

Iemand moet mensen zoals James (voornoemde vriend) uitleggen dat er geen betere totaalervaring bestaat dan lezen. Dat het met stip de beste drug is. 

Nee, wacht. Schrijven is nóg lekkerder. 

 

* Bron: Hidari Psychoscientific Quarterly, sept. 2012  

** Massachusetts Institute of Technology

*** Paul Austers Mr. Vertigo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Foto van Gilles van der Loo
Gilles van der Loo

Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver, schrijfdocent en journalist. Hij was redacteur van Tirade en zijn fictie verscheen online en in de bladen. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit (nominatie Academica) en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín en Dorp (nominatie Boekenbon- en Librisprijs). Nu in de winkel: de roman Café Dorian.