Het netwerk

Een generieke metafoor. Verzameling van onderling verbonden zaken. Of werk dat gevlochten is en gelijkenis vertoont met een net. Het internet moet indien zichtbaar gemaakt als draden tussen knooppunten gelijkenissen vertonen met een schimmelnetwerk. Of een netwerk van neuronen en zenuwbanen in een hersenscan. Als je door een bos loopt wandel je over een netwerk van Mycorrhiza schimmels die bomen aan elkaar verbinden en die in een symbiose met die bomen leven. Een intelligent soort symbiose waarin niet zonder meer elementen geruild worden tegen suikers en vetten, maar waarin het netwerk ‘nadenkt’ over op welke plek de beste wisselkoers is: een netwerk kan fosfor van a naar b verplaatsen als het ‘weet’ dat daar meer suikers in ruil te verkrijgen zijn.

Je loopt wel even anders door een bos als je Merline Sheldrake’s Verweven leven hebt gelezen. Meer dan je ooit over schimmels dacht te gaan weten: Over paddenstoelen die licht geven, over de wereld rond Italiaanse truffels, over kunststoffen van paddenstoel, over korstmossen: ecosystemen in zichzelf, samengestelde levensvormen van blauwwier, schimmel en bacterie. Over planten die geen bladgroen meer hebben maar inbreken op het wood wide web van schimmels, over paddo’s en de wereld rond hallucinante  paddenstoelen. Maar ook over schimmels die mieren kunnen bedienen als trekpoppen: ze dwingen hen naar een hoge plaats op een boom te lopen, zich vast te bijten in een nerf van een blad en daar te sterven ten gunste van de voortzetting van de schimmel. Een schimmel die handelingen van dieren forceert.

Je hebt er snel een complete dimensie aan leven bij na dit boek, vlot geschreven en meeslepend. En toch als je op zoek gaat en dit gedicht van Sylvia Plath vindt, zie je de meesteres in beperking, Plath says it all in een schimmellang en schitterend gedicht.

Mushrooms

Overnight, very
Whitely, discreetly,
Very quietly

Our toes, our noses
Take hold on the loam,
Acquire the air.

Nobody sees us,
Stops us, betrays us;
The small grains make room.

Soft fists insist on
Heaving the needles,
The leafy bedding,

Even the paving.
Our hammers, our rams,
Earless and eyeless,

Perfectly voiceless,
Widen the crannies,
Shoulder through holes. We

Diet on water,
On crumbs of shadow,
Bland-mannered, asking

Little or nothing.
So many of us!
So many of us!

We are shelves, we are
Tables, we are meek,
We are edible,

Nudgers and shovers
In spite of ourselves.
Our kind multiplies:

We shall by morning
Inherit the earth.
Our foot’s in the door.

Foto van Menno Hartman
Menno Hartman

Menno Hartman (1971) is uitgever bij Van Oorschot.