‘Hij zwaaide met twee armen, net zolang tot ik was verdwenen’

Vorige week publiceerden we hier deel VI van de correspondentie Gerrist-Brands, Brands-Gerrist. En vandaag deel VII:

Annemieke Gerrist TwitterprofielfotoDag Wim,

nu we het toch over maken hebben, wil ik het graag hebben over iets wat me sinds je bundel Ruimtevaart opviel. De gedichten die je schrijft die ‘vrij naar’ zijn, intrigeren me. Ik heb wel eens de originelen proberen te vinden, wat me niet is gelukt. Alleen om te kijken hoe vrij dat vrij nou eigenlijk was. Misschien heb ik niet goed genoeg gezocht of bezit je exquise bundels.

Er was een recensent die schreef dat ik nogal wat vragen in mijn gedichten had. Was mijzelf nog nooit opgevallen. De volgende dag, als bij toeval, kreeg ik van iemand Het boek der vragen van Neruda. Fantastisch hoe hij de lijm plakkerig houdt in die gedichten, gemaakt met louter vragen. Ik heb een gedicht geschreven voor Neruda, met alleen maar vragen.

Ik vind de bundel Liedjes van Wijnberg een van de beste bundels die ik heb gelezen. Het raakte me. Ooit reed ik met hem mee omdat we allebei optraden in Groningen. Het was warm, en halverwege rustten we even uit. Hij vertelde hoe zijn ouders de oorlog hadden overleefd door een huis in een dijk te bouwen. Dat beeld bleef me achtervolgen. Ik dacht, daar schrijf ik een liedje over.

Elk voornemen om ‘over iets’ een werk te maken, strandt bij mij per definitie in het proces. Er kwam tijdens het schrijven alleen dit beeld naar boven: Hoe Wijnberg mij uitzwaaide in zijn straat, staande voor zijn huis dat van zijn familie is geweest. Hij zwaaide met twee armen, net zolang tot ik was verdwenen. Uiteindelijk gaat het liedje min of meer daar over, over die bewegingen in de straat, en wat me daarin raakte. Het zwaaien met twee armen riep hetzelfde op als het lezen van zijn gedichten.

Wat zijn dat voor gedichten, die ‘vrij naar’ gedichten van jou? Hoe maak je die?

Groet!
Annemieke

——————–

Wim Brands TwitterprofielfotoDag Annemieke,

toen ik voor het eerst in Amerika was en een tijdje in Seattle verbleef bezocht ik regelmatig een antiquariaat waar ik dichtbundels kocht van Amerikaanse dichters als Oppen, Creeley, Olson, William Carlos Williams, Reznikoff.

Openbaringen.

Met name Reznikoff beschouw ik als een voorbeeld. Hij schrijft glasheldere poezie die soms zo helder is dat het je gaat duizelen. Van hem heb ik ook regelmatig gedichten vertaald.

Zo is het begonnen, vrij naar.

Dat ‘vrij naar’ betekent vaak dat ik het gedicht heb vertaald zonder aanspraak te willen maken op een perfecte vertaling. Daar is het me namelijk niet om te doen, ik wil het gedicht naar mijn hand zetten.

Onherstelbaar verbeterd, noemde Gerrit Komrij dat.

vrgr

Wim

————————–

Annemieke Gerrist (1980) is dichter en beeldend kunstenaar. Wim Brands (1959) is dichter en radio- en televisiemaker bij de VPRO. De jongste Tirade-publicatie van Gerrist vind in je Tirade 454, die van Brands in Tirade 455.

In voorbereiding: Gerrist-Brands, Brands-Gerrist, deel VIII.

Auteursportretten: Twitterprofielfoto’s.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *