Je moet je leven veranderen

‘Wat was de vraag ook alweer? Oh, juist ja: welk boek indruk op mij gemaakt, me gevormd, een stempel op me gedrukt, me door elkaar geschud, ja zelfs welk boek me “op een bepaald spoor” gezet of me “van streek” gemaakt heeft.’ Zo begint het mini-essay ‘Amnesie in litteris‘ van Patrick Süskind, dat ik van het weekend las.

De schrijver van het essay lijdt, volgens de titel, aan een aandoening die je literaire vergeetachtigheid of letterendementie zou kunnen noemen. Hij onthoudt niet wat hij heeft gelezen en is daardoor onmogelijk in staat om antwoord te geven op de vraag waarmee hij zijn stuk begint. Süskind, schrijver van Het parfum, noemt een hele reeks schrijvers, maar kan zich niet herinneren waar hun boeken over gingen, laat staan welk boek het belangrijkst voor hem is geweest.

Eén citaat blijft echter het essay beheersen, een zin die ik herkende als een van Rilke, terwijl Süskind veinst dat hij niet meer kan achterhalen wie hem geschreven heeft. ‘Du musst dein Leben ändern.’ uit het gedicht Archaischer Torso Appolos. Het is de kern van wat de schrijver van zijn eigen leesgedrag vindt, zo blijkt uit de laatste alinea. Hij moet, hij moet, hij moet zich alles wat hij heeft gelezen herinneren, maar daartoe is hij niet is staat: ‘… je moet met alle macht tegen de Lethe opzwemmen, je mag niet meer hals over kop in een tekst verdwijnen maar je moet er met helder, kritisch bewustzijn gedistantieerd boven staan, je moet samenvatten, memoreren, aan geheugentraining doen…’

Vermoedelijk is, op basis van het essay, het belangrijkste wat Süskind ooit heeft gelezen precies die ene zin van Rilke. In het licht van de vraag die hij zichzelf stelt is dat in ieder geval zo, want hij wil eigenlijk lezen als een literatuurwetenschapper maar dompelt zich in plaats daarvan steeds weer onder in boeken van grote schrijvers. Voor mij vertegenwoordigt het gedicht van Rilke ook een literair inzicht van belang, al is het maar persoonlijk en honderdtachtig graden anders dan de uitleg van Süskind.

Eens woonde ik een gelegenheid bij waar de vertaler van Rilkes gedichten, Paul Claes, tekst en uitleg kwam geven over zijn werk. Hij behandelde bij wijze van college zijn interpretatie en vertaling van Archaischer Torso Apollos. Het is een op het oog raadselachtig gedicht – het begint hoe dan ook met de beschrijving van een antiek beeld van Apollo (zoals hier afgebeeld). Rilke schrijft: ‘sein Torso glüht noch wie ein Kandelaber’, wat Claes uitlegde als een kandelaar met verschillende armen waarin kaarsen staan. Ik vroeg toen of dat wel juist was, aangezien de tors geen armen heeft en er eigenlijk sprake was een kandelaar voor één kaars. Claes antwoordde dat Rilke ‘de vergelijking inderdaad niet doorzet’. Ik vond dat het een bijzonder mager antwoord, een beetje goochelen met woorden om tot een interpretatie te komen. Vanaf dat moment wilde ik niet meer lezen als een literatuurwetenschapper, maar als een lezer die wegdroomt in een boek. En zo werd het Apollo-gedicht een van de invloedrijkste teksten die ik ooit las.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.