Joni

‘Kan ik niet meer naar luisteren,’ zeg ik wanneer een vriendin van mij over ‘A Case of You’ van Joni Mitchell begint. Meteen werpt ze tegen dat dat nummer met mij is vergroeid – wat waar is – maar ik houd voet bij stuk. Dat lied is me tegen wil en dank overkomen en de haat-liefdeverhouding die ik ermee onderhoud is naar het negatieve doorgeslagen. Eigenlijk heb ik van heel de plaat Blue mijn bekomst.

Het werk van Mitchell bestaat uit ogenschijnlijk eenvoudige nummers die vaak in harmonie en ritme volslagen onnavolgbaar zijn. Haar teksten zijn niet des popmuzieks zo goed en haar oeuvre kent een ontwikkeling die de populaire muziek vanaf de jaren zestig samenvat. Er zijn maar weinig muzikanten die zulke ingenieuze en tegelijkertijd toegankelijke songs schrijven. Mitchell is a lady for all seasons: je maakt iets mee en zij zingt er een liedje over. Dat is precies wat er zo verraderlijk aan haar is.

Het is mij opgevallen dat Mitchells muziek, zelfs zoveel jaar na dato, van hand tot hand gaat via mond-tot-mondreclame, of beter gezegd: mond-op-mondreclame. Ze dringt zich volgens mij altijd op tijdens opbloeiende liefdes. Zangeres en bewonderaar Charlie Dée verklaarde ooit in DWDD dat ze in aanraking kwam met Mitchell door een cassettebandje dat ze van een beminde had gekregen. Het bevatte onder andere het nummer ‘The Dry Cleaner From Des Moines’, dat alle kanten op schiet. Ze werd verliefd op dat nummer in plaats van op die jongen. Ikzelf kende vagelijk het album Blue toen mijn fascinatie voor Mitchell losbarstte doordat degene die ik liefhad een verstokte Mitchell-adept was. Vanaf dat moment luisterde ik alles wat ik in handen kon krijgen, te beginnen met haar eerste albums – werk van meer dan dertig jaar oud.

Mitchells werk grijpt echter nog steeds om zich heen als een gevaarlijk, ongeneeslijk virus. Een vriend van me besmette er per ongeluk zijn minnares mee, en zo kwam zijn overspel aan het licht. Lang geleden heb ik, vrijend op de bank, Blue doorgegeven aan een nieuwe geliefde. Het onverbiddelijke einde van die relatie lag besloten in zinsneden als ‘Just before our love got lost…’ en ‘If you want I’ll be in the bar’ (zinsneden uit ‘A Case of You’). Na de breuk kreeg het lied door iets anders een nog wrangere bijsmaak, niet in de laatste plaats vanwege het refrein: ‘Oh, but you are in my blood / You’re my holy wine / You’re so bitter, bitter and so sweet’. Het is onverteerbaar dat er iemand rondloopt die daar waarschijnlijk hetzelfde over denkt.

‘Songs are like tattoos,’ zingt Mitchell in de titelsong van Blue. Bijna altijd zijn de songs van Mitchell tamelijk hardvochtige tatoeages, omdat je er niet een nachtje over kunt slapen voor ze worden gezet. Het is een feit dat ik mijn leven lang aan ‘A Case of You’ vast zal zitten. Om het Mitchell-virus en dat nummer te bevechten luister ik vanaf nu alleen nog maar naar Hejira. Ik blijf tenslotte een sentimentele romanticus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.