Meer groeten uit Venetië

‘Godsamme… ben je na anderhalf jaar eindelijk gewend aan ’t blogrooster, komt die luie klootzak van de maandag opeens aankakken op de dinsdag.’
‘Wat een idioot.’
‘Die Martijn is een onbetrouwbare klootzak, dat heb ik altijd al gezegd.’
‘Het is een hufter.’
‘Een paardenlul.’
‘Een arrogante, autoritaire zakkenwasser.’
‘Hij kan ook helemaal niet schrijven.’
‘Hij kan helemaal niks niet! Een grote muil opzetten, dat kan ie. Met z’n vieze lange haar en z’n arrogante smoelwerk en z’n cariës!’
‘Iedereen heeft toch cariës?’
‘Ja, maar bij hem komt ’t door z’n rotte karakter… Wordt ’t tandbederf bij anderen veroorzaakt door de suikers die ze consumeren, bij hem komt het van de leugenachtige, zoete woordjes die langs z’n tanden strijken.’
‘Ze zouden ’m helemaal kapot moeten trappen! Gewoon, om ’m een lesje te leren, die kankerhond.’
‘Goed idee, ik hoorde laatst –’
‘Hé, daar heb je ’m… Tyn!… Wat leuk dat je d’r weer bent! Hoe was je reis?’
‘M’n reis? Ik was gewoon op vakantie, verrekte snob.’
‘Hahaha, meteen weer met z’n kontje tegen de krib, die viespeuk. Het -’
‘Nee, superleuk om weer thuis te zijn. Excuses trouwens dat ik deze week op de dinsdag blog, vanwege de – ’
‘Doe niet zo mal! Daar hoef je je toch helemaal niet voor te verontschuldigen?! Vrijheid blijheid… Wij zeiden net nog tegen elkaar: kunstenaars moet je niet teveel breidelen… die moet je lekker de ruimte geven… gewoon: lekker los. Waar ga je over schrijven?’

Fundamentals

kooi vzMet de vaporetto aankomen bij de Giardini della Biennale. Glinsterende golfjes, in de verte de stad waar je vanavond gaat eten. Het weer en de omgeving zo schunnig mooi dat je je afvraagt over wiens rug je zo geprivilegieerd bent geraakt dat

‘Ja, ja, dank voor je moedige poging tot lyriek… ter zake, vriend.’

Voor wie – net als ik – geen bijzonder groot kenner van de hedendaagse architectuur is, is de tentoonstelling van Rem Koolhaas & assistentie (Elements of architecture) een prachtige introductie. Rustig, toegankelijk-academisch, helder, informatief. Het is een beetje alsof je een bijvak volgt aan de universiteit.

Koolhaas & Co laten zien dat de elementen waaruit gebouwen worden geassembleerd – vloer, muur, raam, helling etc etc – los van elkaar evolueren en dat sowieso alles altijd maar verandert en in verandering blijft.

Je moet je oordelen en verwachtingen voortdurend bijsturen. En dat, in 2014, meer dan ooit.

Bij wijze van aanvulling op Koolhaas’ centrale tentoonstelling tonen zesenzestig landen een voorbeeld van de impact die de ‘moderniteit’ bij hen heeft gehad op de architectuur. Of juist niet heeft gehad. De grappigste landenbijdrage komt… van Duitsland. Serieus. Mocht je nog naar de Biënnale gaan: let op de Mercedes die voor het Duitse paviljoen staat geparkeerd. De fijnste muziek schalt uit het paviljoen van de Roemenen. De NL inzending is helemaal gewijd aan Jaap Bakema en de open samenleving.

De bijdragen/aanvullingen/illustraties/reacties van de landenpaviljoens boeien lang niet allemaal. Het is veel. Het is specialistisch. Het is vaak retorisch.

ragazza vzNatuurlijk is het intimiderend om te zien hoe virtuoos en gecontroleerd veel architecten de artistieke ambities van hun bureau combineren met economische, ideologische en landschappelijke eisen en beperkingen. Maar eerlijk gezegd raak ik bij de opstellingen/presentaties van toegepaste kunsten – architectuur, mode, reclame, grafische vormgeving, productontwerp/design – altijd vrij gauw een tikkeltje gedeprimeerd. Of geïrriteerd.

Toegepaste kunstenaars blijven in de eerste plaats ondernemers. Ze bedrijven Low Art. In de definitie van David Foster Wallace: ‘The sort of art that has to please people in order to get their money.’  Vrije, moderne kunstenaars willen onderzoeken, geven en delen – daarom zijn de meesten ook zo arm.

Het Biënnale terrein is – zoals dat gaat met secluded areas – ook wat verstikkend en steriel. Maar dat geldt voor bijna iedere museale omgeving.

Toen ik, na een bezoek aan het fijne Peggy Guggenheimmuseum, nog wat ronddwaalde in de steegjes achter de huidige kunstacademie van Venetië, fotografeerde ik de staaltjes Street Art die je bij deze blogpost ziet.

Ik kan me voorstellen dat sommige projectontwikkelaars en architecten graffiti en andere guerillakunst beschouwen als een soort visuele hondenpoep op hun verticale stoepjes. Toch maken Street Artists veel mensen die niet of nooit in een museum komen blij met hun werk. Sommige gebouwen worden er onherstelbaar door verbeterd. Zelfs in Venetië.

‘Ben je ook naar het Arsenale geweest?’

‘Ja.’

‘En?’

‘Dramatisch mooie locatie en de Italianen weten daar wat mij betreft wel een paar maatschappelijke haaien te doden. Maar het is erg veel en erg promotioneel. Het mooiste kunstwerk dat ik deze dagen zag, was een schilderij van Bellini, in een kerk op Murano.’

Tirade – zintuiglijk.

Soundtrack: Vivaldi, vioolconcert.

Volgende week: naar de tuin? Of liever naar de bios?

Toegift: een tikkeltje verdwaald raken in die Venetiaanse steegjes en dan op deze muurschildering stuiten:

steeg vz

Nagekomen verantwoording: de Street Art foto bij dit stukje nam ik in 2012 in Lissabon.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *