Meneer Klaassen plukt appels


Ze zeggen dat je na je zestigste niet meer
op een ladder moet gaan staan.
Ik herinner me dat als ik

hem in zijn boomgaard zie.
Zesenzeventig.

Als hij valt – moet ik dan zijn val
breken met mijn rug,
hem opvangen

in de kruiwagen?

Volgend jaar zouden de appels blijven liggen.
Gaan rotten – en niemand zou in de herfst
het kraken van de bomen horen.

Het kruiwagenwiel draait een slag.
Er wordt niet veel gezegd.

(vrij naar Tom Warner)

p.s.


Toen ik het gedicht las moest ik denken aan een film van de Engelse kunstenaar Tacitia Dean. Ze was ingehuurd om een werk te maken over W.G. Sebald, het werd een film over de dichter en vertaler Michael Hamburger, Sebald beschrijft een ontmoeting met hem in een hoofdstuk van de De ringen van Saturnus. In haar film concentreert Deanzich op Hamburgers liefde voor appels. Hij heeft een boomgaard. Als hij over zijn appels praat heeft hij het eigenlijk over poezie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *